Shane van Neerden (24) maakte het zichzelf niet gemakkelijk in de finale van Dutch Classical Talent: de Amerikaans-Nederlandse pianist presenteerde zondagmiddag een uitdagend programma met muziek van Ives, Debussy en Rick van Veldhuizen. Het leverde hem de juryprijs op. Klarinettist Gerbrich Meijer ging ervandoor met de publieksprijs, die ze kreeg voor haar muziekoverstijgende One Woman Show.
De finale van Dutch Classical Talent is het slotstuk van een langlopend traject, waarin jonge talentvolle musici anderhalf jaar worden gecoacht in het samenstellen en uitvoeren van hun eigen avondvullende concertprogramma. In veertien concertzalen door het hele land brengen ze hun voorstellingen op de planken, voordat ze het in de finale tegen elkaar opnemen. Daar strijden ze met een gecondenseerde versie van hun programma, elk een kwartiertje, om de vakjuryprijs van tienduizend euro, en om de publieksprijs. De winnaar daarvan mag in het nieuwe seizoen een concert komen geven in de Hertz-zaal van TivoliVredenburg.
Gedurfde keuzes
„Ik ben ontroerd dat zo’n moeilijk programma gewaardeerd wordt”, aldus winnaar Shane van Neerden bij de uitreiking op het podium. Zijn muzikale keuzes waren gedurfd: de Étude pour les octaves behoort niet echt tot Claude Debussy’s meest behapbare en dromerige werk, en wie (een deel uit) de krankzinnige Concord Sonata van Charles Ives durft te spelen, vraagt een sterk staaltje concentratie van zijn luisteraars. „Misschien ligt het aan mij”, duidde Van Neerden voorzichtig, „en heb ik het goed gespeeld.”
Waarvan akte: op technisch vlak was hij de sterkste finalist, maar ook zijn fluwelen toucher, gevoelige frasering en warme kleurenpalet maakten hem een terechte winnaar. „Bloedserieus maar met gevoel voor theater”, roemde juryvoorzitter Peter Tra. Dat kwam onder andere tot uiting in het speciaal voor Van Neerden gecomponeerde stuk Lantaarns van Rick van Veldhuizen, maar ook in het werk van Ives, waarin verstilde koralen steeds worden afgehouwen door rammende kakofonieën. Chaos met eilandjes van rust, verklaarde Van Neerden zijn rode draad.
Het programma van de tweede pianist van de middag, Mattias Spee, was een stuk behoudender van aard. Rondom het thema slapeloosheid speelde hij nocturnes van Chopin en Poulenc, aangevuld met twee eigen composities.
Lees ook
Klarinettist Gerbrich Meijer: ‘Volmaaktheid is een plek waar het denken even niet bestaat’
Buiten de lijntjes
Publieksprijswinnaar Gerbrich Meijer durfde wat verder buiten de lijntjes te kleuren, in een voorstelling die meer show was dan concert. De geboren Groningse, die klarinet studeert in Kopenhagen, reflecteerde in een gestroomlijnde presentatie op klassieke muziek („uitdagend, actueel”) en de betekenis van talent. Alsof je leert vliegen, beschreef ze haar eigen artistieke podiumreis. Gesproken intermezzo’s wisselde ze af met Francis Poulencs levendige Klarinetsonate, waarin Meijer indruk maakte met prachtig sonore pianissimo’s. Als bewijs van haar muzikale durf kroop ze tot slot achter de vleugel en nodigde het publiek uit om het lied Kom terug van Spinvis met haar mee te zingen.
Het meest verrassende programma van de middag kwam van de Canadese mezzosopraan Georgia Burashko. Vier barokmusici begeleidden haar in een slim opgezet recital met vier eeuwen muziek, van de 16de-eeuwse zanger en componist John Dowland tot Dolly Parton. Verdraaid: wie had gedacht dat Partons hit ‘Love is like a butterfly’ zo catchy kon klinken met vallende toonladers op viola da gamba en sopranino-blokfluit? Burashko wist vooral te boeien door haar sterke tekstvoordracht, die ze mooi intiem afsloot met John Dowlands ‘Come heavy sleep’.
Volgend jaar geeft Dutch Classical Talent de beurt aan mezzosopraan Isabel Pronk, saxofoonkwartet Osimun Quartet en het Kāna Trio (percussie). Zij trekken het land in met hun eigen voorstellingen en staan op 1 juni 2025 in TivoliVredenburg in de finale.