Blijven medewerkers van Europese politiemissie in Afghanistan achter?

Wat ruimhartig bedoeld was, kwam als willekeur over: het Nederlandse kabinet moest deze maand door het stof na het evaluatierapport over de evacuaties uit Kabul, ruim twee jaar geleden. De machtsovername in Afghanistan door de Taliban markeerde het einde van twee decennia Westerse betrokkenheid bij het land, maar in Den Haag drong onvoldoende door hoezeer lokale burgers die voor Nederland hadden gewerkt gevaar zouden lopen.

Donderdag debatteert het kabinet met de Tweede Kamer over de harde conclusies van de commissie-Ruys. De voorbereiding op de evacuatie van Afghaanse medewerkers was ontoereikend. Dat werd niet verholpen nadat, op aandringen van de Kamer, de bepalingen werden verruimd zodat meer oud-personeel en ook activisten en ngo-medewerkers aanspraak konden maken op overbrenging naar Nederland. Het kabinet „betreurt” de onduidelijke uitkomsten van die criteria, schreef het in een vorige week verstuurde reactie.

Intussen dreigt er „weer een groep over het hoofd te worden gezien”, stelt oud-advocaat-generaal Jan Gras Hij doelt op de oud-medewerkers van de Europese politiemissie in Afghanistan (Eupol). Tussen 2007 en 2016 trainden Europese agenten, rechters en juristen Afghanen om hun de principes van ‘the rule of law’ bij te brengen. Gras zelf ging drieënhalf jaar op missie; in Kabul gaf hij juridisch onderwijs en liet hij cursisten rechtszaken naspelen.


Lees ook
Harde kritiek op Nederlands optreden in rapport over evacuatie Kabul: ‘Slecht voorbereid en traag’

<strong>Passagiers in Afghanistan</strong> gaan aan boord van een Amerikaans vliegtuig teneinde te worden geëvacueerd. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/10/blijven-medewerkers-van-europese-politiemissie-in-afghanistan-achter.jpg”><br />
</a> </p>
<h2 class=Zichtbare werkzaamheden

Zeker een maand voordat de paniek rondom het vliegveld van Kabul losbarstte in augustus 2021 kreeg de gepensioneerde ambtenaar door dat Afghaans Eupol-personeel gevaar zou lopen, vertelt hij aan de telefoon. Via sociale media meldden zich steeds meer bekenden, en bekenden-van-bekenden, wier verzoeken hij in eerste instantie doorstuurde naar het e-mailadres dat werd gecommuniceerd door de Nederlandse ambassade.

In de Tweede Kamer ging de discussie in augustus 2021 voornamelijk over Afghaans personeel van de militaire missies en de ‘herkenbare’ tolken, die vanwege hun zichtbare werkzaamheden moesten vrezen voor represailles van de Taliban. Bij Gras en collega’s groeide de zorg over het lot van de lokale Eupol-medewerkers. Onduidelijk was of hun betrokkenheid als voldoende ‘risicovol’ zou worden ingeschat volgens de Nederlandse criteria. De opzet van de EU-missie vormde een administratieve drempel: de Afghanen waren niet door Nederland, maar door Brussel ingehuurd. Daar werd, vanwege privacyoverwegingen, besloten geen personeelslijsten vrij te geven, beschrijft de commissie-Ruys. Juist die lijsten waren van pas gekomen, want de Europese Raad besloot uiteindelijk dat alle ‘Eupollers’ mochten overkomen.


Lees ook
Nederland was in Kabul pijnlijk afhankelijk van de VS, blijkt uit feitenrelaas

Nederlandse militairen in Kandahar, Afghanistan.

Verzoeken afgewezen

De Nederlandse Eupol-medewerkers voelden zich genoodzaakt een overzicht te maken van over te brengen personen. Tot april dit jaar, staat in het Ruys-rapport, heeft Nederland 118 Eupol-werknemers opgenomen, met familieleden erbij 532 personen.

Toch zijn niet alle Afghanen die de Nederlandse Eupollers op hun lijst zetten, nu in Nederland. Zestien verzoeken werden afgewezen. Deze zestien hebben een rechtszaak aangespannen tegen de staat. In de eerste zitting deze maand trad Gras op als getuige, om te bevestigen dat hij met hen werkte in Kabul. „Eén man beheerde het wagenpark van de academie. Met hem moest ik elke dag een auto regelen”, aldus de oud-ambtenaar.

Een WhatsApp-groep voor hulpvragen om Afghanistan uit te komen, bestaat nog steeds. Daarin zit ook een Afghaanse tolk, die in oktober 2021 wel dankzij het ministerie van Buitenlandse Zaken het land kon ontvluchten. Via de groepsberichten hoort hij dat de achtergebleven Eupol-medewerkers vrezen voor hun leven. Sommigen komen nauwelijks op straat. Zelf wil hij, uit veiligheidsoverwegingen voor familie die nog in Kabul woont, zijn naam niet in de krant. „Ik voel mij ook niet anders dan het Eupol-personeel dat moest achterblijven. Wij werkten voor dezelfde missie, dezelfde Nederlanders.”

Over de chauffeur die Gras kent, zegt hij: „Ik ken mannen die voor Eupol als chauffeur werkten, die al zijn overgebracht naar Nederland. Dan kan het toch niet kloppen dat hun leidinggevende niet mag komen”. De tolk trad in de rechtbank op als vertaler voor de zestien oud-Eupollers. Hij ziet de uitkomst van de zaak somber in. „In het echte crisis-moment, toen mijn aanvraag werd opgepikt, werden ambtenaren door emoties bewogen om te handelen. Maar nu moeten we het doen met een rigide systeem. Papierwerk is anders dan emoties.”

Ook Gras is teleurgesteld. „Toen de criteria voor overbrenging werden aangenomen, hadden we het gevoel dat het mogelijk zou zijn om menselijker om te gaan met een aantal gevallen. Nu worden die toch, spijkerhard, middels rechtszaken afgehandeld.”