Bijna de helft van lokale politici ervaart agressie en intimidatie, bedreigingen zijn persoonlijker en ernstiger

Bijna de helft van alle lokale politici, 45 procent, kreeg het afgelopen jaar te maken met intimidatie en/of agressie. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden. Dat blijkt uit een tweejaarlijkse enquête van onderzoeksbureau Ipsos I&O onder burgemeesters, Statenleden, raadsleden en waterschapbestuurders.

Het totaal aantal meldingen nam licht af ten opzichte van het onderzoek van twee jaar geleden. Minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC), die de cijfers dinsdag naar de Kamer stuurde, vindt dat agressie tegen bestuurders en politici „nooit normaal” gevonden moet worden. „De impact is groot en raakt niet alleen de persoon zelf, maar vaak ook de mensen om hen heen”, schrijft zij op de website van Binnenlandse Zaken.

De meeste bedreigingen (59 procent) worden online geuit. De onderzoekers vinden het „opvallend” dat nog maar weinig lokale overheden hier gericht beleid tegen voeren. Vooralsnog blijft het bij „adviezen” over sociale mediagebruik en online zichtbaarheid. Uitermark zegt binnenkort een „stappenplan” tegen online haat aan te bieden aan lokale overheden.

Het soort agressie of intimidatie kan uiteenlopen: van een venijnig berichtje op sociale media, tot het bekogelen van raadsleden met vuurwerk, zoals begin december gebeurde in Montferland voor een vergadering over de komst van een azc.

Opvallend is dat de agressie zich steeds vaker richt op de persoon (46 procent, tegenover 22 procent in 2022), dan op de ambtsdrager als vertegenwoordiger van het bestuur of de politiek. Kenmerken als gender, afkomst en geaardheid worden er in die gevallen bijgehaald.

Vrouwen vaker bedreigd

De agressie is niet zonder gevolgen, blijkt uit het onderzoek. Bijna een kwart van de ambtsdragers zegt dat het risico op intimidatie en agressie „bestuurlijke beslissingen beïnvloed”. De mogelijkheid van agressie heeft al voor een kwart van hen gevolgen in de privésfeer en voor iets minder dan de helft gevolgen voor het socialemediagebruik van bestuurders.

Vrouwen krijgen het meer te verduren dan mannen en die bedreigingen worden als ernstiger ervaren. De gevolgen voor het werkplezier, mentale gezondheid en voor het privéleven zijn dan groter. Een kwart van de vrouwen stelt haar politieke ambities bij vanwege de intimidatie en agressie die zij ervaren, tegenover negen procent bij mannen. Een derde van de vrouwelijke bestuurders is het niet eens met de stelling dat de organisatie waar zij voor werken voldoende doet om (verbaal) geweld te voorkomen.

Minister Uitermark benadrukt dat slachtoffers aangespoord moeten worden om „waar mogelijk” aangifte te doen. Dat gebeurt op dit moment zelden. Dat komt volgens de ondervraagden onder meer omdat zij het gevoel hebben dat er „niets met de aangifte gedaan” wordt.


Lees ook

De burgemeester is doelwit van criminelen, ‘soevereinen’ en ontspoorde burgers: ‘Mijn vertrouwen in de mens heeft een kras opgelopen’

Burgemeester Jos Wienen van Haarlem spreekt in 2018 tijdens een demonstratie, die voor hem was georganiseerd als steunbetuiging omdat hij  werd bedreigd.