Bij ‘The Jury Experience’ beslist het publiek of de verdachte schuldig is of niet

Op de vloer van het KIT in Amsterdam is zaterdagavond een wat onbeholpen Californische rechtszaal opgetuigd: een verhoogde rechtbank, een Amerikaanse vlag en sobere houten schrijftafels voor aanklager, verdediger en verdachte – opgetrokken naar het vertrouwde beeld uit Hollywood.

De ‘zaak’ die vandaag dient: een zelfrijdende auto is uitgeweken om een botsing te voorkomen, waarbij een voetganger overlijdt. Moet de softwareontwerper worden vervolgd voor doodslag?

Het is de centrale vraag in The Jury Experience, een Engelstalige voorstelling waarin het publiek de rol van Amerikaanse jury krijgt toebedeeld en aan het eind mag stemmen over schuld of onschuld. Het stuk wordt gebracht door een internationaal reizend theatergezelschap en was eerder te zien in onder meer New York, Singapore en Berlijn.

De aanklager is gepassioneerd, de strafpleiter hard en gedecideerd, de rechter beheerst en afstandelijk. De verdachte, een tech-CEO, oogt als iemand die moeite heeft met intermenselijk contact.

Er wordt strak geacteerd, maar wat is de waarde van de voorstelling als juridische casus?

Via stemrondes op hun telefoon mogen de toeschouwers hun oordeel vellen. Voorafgaand krijgen ze de zaak voorgelegd in de vorm van getuigenverklaringen, pleidooien en wat als bewijs wordt gepresenteerd.

Schuldvraag

Als theatraal entertainment werkt de voorstelling: er wordt strak geacteerd, het is thematisch actueel, helder van opzet. Maar: wat is de waarde van de voorstelling als juridische casus?

In het stuk gaat het niet om harde gegevens, wel om morele signalen: de bij het auto-ongeluk omgekomen persoon is een toegewijde familieman, eenvoudig van aard, begaan met het klimaat. In een echte rechtszaal zou dat wellicht meespelen bij de strafmaat – hier vormt het de kern van de schuldvraag, en wordt het bij de aanklacht als bewijs voor de schuld van de CEO gepresenteerd.

De voorstelling verschuift daarmee van juridische analyse naar een moreel oordeel in het luchtledige. Juist de juridische instructie ontbreekt, net als een duidelijk toetsingskader – en dat zorgt voor een aantal hiaten.

Na het afleggen van de eed mag het publiek stemmen via een mentimeter. Daarbij ontbreekt wat juryrechtspraak onderscheidt: overleg . In echte Amerikaanse processen – zeker bij zware aanklachten – is unaniem beraad verplicht. Juryleden trekken zich terug, wegen argumenten, botsen met elkaar. Hier wordt er niet overlegd, niet getwijfeld, niet gezocht naar gezamenlijk begrip. Het publiek blijft op zichzelf teruggeworpen – slechts iets meer dan 10 procent verandert van mening tijdens de voorstelling. Wat die verschuiving veroorzaakt, blijft in het ongewisse.

Participatie

Voor een voorstelling die zichzelf The Experience noemt, is de daadwerkelijke participatie opmerkelijk gering. Waar andere interactieve voorstellingen het publiek juist vaak door het decor laten dwalen, acteurs zich onverwacht tussen de toeschouwers mengen, of een ogenschijnlijk gewone bezoeker ineens een cruciale rol speelt – blijft deze uitvoering keurig binnen de lijnen. Er wordt geen tegenspraak uitgelokt, geen interactie gezocht, geen onverwachte wending geïntroduceerd. De afloop mag open zijn, de vorm blijft gesloten. Het publiek beslist, maar zonder verantwoordelijkheid. Als interactieve ervaring blijft het vrijblijvend.

Toch worden er onderweg wel wezenlijke vragen aangestipt. De voorstelling raakt aan juridische kernkwesties, zoals de zogenoemde black box-problematiek: als niet meer valt te achterhalen hoe een algoritme tot een beslissing komt, zoals bij de zelfrijdende auto, wie draagt dan de verantwoordelijkheid?

Ook de bredere ethische vraag is prikkelend: wat betekent schuld in een tijd waarin menselijke controle verschuift naar systemen? En wat betekent het om over het lot van anderen te beschikken? Dat deze vragen worden opgeworpen, is op zichzelf waardevol. Juist omdat er nog geen sluitend antwoord te geven is , verdienen ze het om onderzocht te worden.