Bij een oorlog om Taiwan wordt een Japans eiland ‘net als Gaza’, vrezen bewoners

‘Ik slaap niet meer ’s nachts”, zegt Kenichi Itokazu, burgemeester van het Japanse eiland Yonaguni. De laatste twee jaar is het aantal waarnemingen van Chinese en Russische marineschepen in- en nabij Japanse wateren scherp toegenomen, en het grootste deel hiervan vindt plaats bij de afgelegen Yaeyama-archipel in het zuidwesten van Japan, waar Yonaguni deel van uitmaakt.

„Als hier oorlog uitbreekt, worden we net als Gaza. Afgesloten van de rest van de wereld zonder eten of hulp”, voorspelt Itokazu terneergeslagen. „We zijn al bezig met evacuatieplannen maken.”

Ontruiming van het eiland in geval van oorlog, is makkelijker gezegd dan gedaan. Het eiland, met slechts 1.695 inwoners, is alleen bereikbaar met een veerboot die twee à drie keer per week vaart, of per vliegtuig. Zo komen dagelijks enkele tientallen toeristen naar Yonaguni, die het eiland bezoeken vanwege de bijzondere onderzeese rotsformaties en de wilde paarden die er rondlopen.

„Maar deze vluchten worden om de haverklap geannuleerd vanwege harde wind of regen”, zegt burgemeester Itokazu. „We hebben maar één korte landingsbaan, daarom kunnen hier alleen kleine propellervliegtuigen landen.”

Door de groeiende militaire spanningen in de regio zijn de eilandbewoners zich steeds bewuster geworden van de fragiele verbinding tussen henzelf en het Japanse vasteland. „Het is misschien beter om te zeggen dat we een eiland van Taiwan zijn, dan van Japan”, zegt burgemeester Itokazu lachend.

Hij probeert op dit moment een veerbootservice op te zetten tussen zijn eiland en de oostkust van Taiwan. Op zijn kantoor hangen kleine Taiwanese vlaggen naast die van Japan, en bovenop zijn boekenkast staat een ingelijste vriendschapsovereenkomst tussen Yonaguni en Hualien, de grootste stad in het schaarsbevolkte oosten van Taiwan. „We zijn de banden aan het versterken. Het is voor ons een belangrijke plek”, vertelt hij trots.

Rijstsmokkel

Op een paar minuten lopen van het gemeentehuis staat boer Kazuyuki Yamada naar de boten te kijken die langzaam de haven invaren. „Hier kwamen vroeger hele bergen rijst binnen. Dat werd de haven in gesmokkeld om vervolgens doorgestuurd te worden naar het Japanse vasteland”, vertelt hij. Yamada heeft lange tijd in Tokio en Kyoto gewoond en heeft aan een prestigieuze nationale universiteit zijn studie afgerond. Maar het stadsleven was niks voor hem en hij keerde op zijn vijftigste, twintig jaar geleden, terug naar zijn passie: de akkerbouw. Nu bestudeert hij in zijn vrije tijd de geschiedenis van de Yaeyama-eilanden.

De vooroorlogse periode was er een van economische welvaart, vervolgt Yamada: „Destijds woonden er meer dan tienduizend mensen op dit kleine eilandje. De smokkelhandel was zo lucratief dat leraren en gemeentemedewerkers hun baan opzegden om hier in de haven aan de slag te gaan. Zelfs scholieren stonden hier de waren uit de boten te tillen.” Hij wijst naar de overslagplaats waar de hijskranen nog langs het water staan. Met opgetrokken wenkbrauwen en diepe rimpels op zijn voorhoofd vertelt hij nog steeds verbaasd te zijn over deze verborgen geschiedenis: „Het eiland hield er een regelrecht arbeidstekort aan over. Iedereen werd liever smokkelaar.”

In de haven van Yonaguni kwam in het verleden veel smokkelwaar uit Taiwan binnen.

Plotseling wordt zijn gezichtsuitdrukking somber en kijkt hij naar beneden, naar het azuurblauwe water dat bij zijn voeten tegen de wal klotst. „Dat was alleen mogelijk omdat Taiwan al die tijd onze levenslijn was. Toen onze vaarroute na de Tweede Wereldoorlog door de Amerikanen werd afgesneden, bleef er niks meer voor ons over. Iedereen vertrok van het eiland”, zucht hij. „Ik ben bang dat, net nu we eindelijk onze relatie met Taiwan aan het herstellen zijn, precies hetzelfde gaat gebeuren.”

Raketten

De nabijheid van Taiwan is namelijk niet alleen een economische kans, het maakt ook dat Yonaguni verstrikt kan raken in een militair conflict als China, dat Taiwan beschouwt als een afvallige provincie die met het moederland ‘herenigd’ moet worden, Taiwan zou binnenvallen. Itokazu haalt haalt een foto van de muur van zijn kantoor en wijst naar de bergrug die erop te zien is. „We liggen slechts 110 kilometer van elkaar af”, zegt hij terwijl hij met zijn vingers langs de Taiwanese bergtoppen glijdt. „Op een heldere dag kan je naar de overkant kijken en Taiwan zien”, vertelt hij terwijl hij de foto terughangt.


Lees ook

Heeft Pelosi Taiwan van de wal in de sloot geholpen?

Beelden van een Chinees marineschip op een scherm in een winkelcentrum in Hongkong na het omstreden bezoek van Nancy Pelosi, voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, aan Taiwan. China heeft aangekondigd de komende dagen militaire oefeningen rond het eiland te houden.

Yonaguni kreeg al een paar keer een voorproefje: toen de toenmalige voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosi, in 2022 een bezoek aan Taiwan bracht, reageerde China door omvangrijke militaire oefeningen te houden, waarbij onder meer een blokkade van Taiwan werd gesimuleerd. De Chinese marine schoot vijf raketten rakelings langs Yonaguni, die ongeveer tachtig kilometer van het eiland in Japanse wateren belandden. „Dat was geen dreiging tegen Taiwan, maar een waarschuwing aan Japan. Dat is hoe ik het zie”, zegt burgemeester Itokazu boos.

En afgelopen december was het weer raak, na een rondreis van de Taiwanese president Lai Tsing-te die hem onder meer naar Hawaï en Guam bracht. De grootste Chinese marinevloot in tientallen jaren omringde Taiwan en voerde schietoefeningen uit.

Het is onderdeel van de groeiende aanwezigheid van China in de regio, die niet alleen de eilandbewoners opvalt, maar ook beleidsmakers in Tokio. In 2016 werd op Yonaguni een nieuw legerbasis gebouwd. De basis wordt momenteel uitgebreid en voorzien van een raketinstallatie. „We moeten laten zien dat we niet bang zijn, en dat het grote gevolgen heeft als ze ons aanvallen”, aldus Itokazu.

Familiegraven

Boer Yamada ziet dat anders. „Voor mij ziet het er alleen maar uit als krachtpatserij”, zegt hij bedroefd. Hij is bang voor een herhaling van de jaren veertig, toen de eilanden in de zuidelijke provincie Okinawa een van de dodelijkste slagvelden van de Tweede Wereldoorlog werden. „Ik ben bang dat we een doelwit worden”, vervolgt hij.

Yamada loopt treurig langs een van de groene graskusten van het eiland, waar wilde paarden rustig aan het grazen zijn. In de heuvels ernaast liggen de familiegraven van de eilandbewoners. „Rond deze tijd van het jaar bezoeken wij deze plek om onze voorouders te eren”, vertelt Yamada. Hij gaat bij een grote marmeren grafsteen staan en wrijft met het topje van zijn vinger wat zand van de inscriptie. „Kiyoko werd op haar zestiende geraakt bij een mortieraanval hier op het strand,” leest hij hardop. „De vijand was nabij en redding was onmogelijk. Ze is eenzaam gestorven.”

Het Japanse leger had destijds besloten de frontlinie te concentreren op de eilanden van Okinawa, met een groot aantal burgerslachtoffers als gevolg. Omsingeld door het Amerikaanse leger was het onmogelijk voor de eilandbewoners om naar het vasteland te vluchten. Radeloos probeerden ze op kleine vissersboten te ontsnappen, maar daarvan gingen vele op zee verloren. „Als hier in de regio een conflict uitbreekt gaat precies hetzelfde gebeuren als bij Kiyoko”, denkt boer Yamada. „Maar dan met ons allemaal.”

Burgemeester Itokazu denkt ook dat een oorlog rond Taiwan desastreuze gevolgen zou hebben voor Yonaguni. Hij probeert daarom de nationale overheid en het provinciebestuur over te halen om te investeren in vluchtroutes. „Het vliegveld is niet ons eigen bezit, maar ik wil de landingsbaan verlengen zodat ook grotere vliegtuigen er kunnen landen”, legt hij uit. „Daarbij wil ik een nieuwe haven laten aanleggen aan de oostkant van het eiland zodat ook grotere boten bij ons kunnen aanmeren.”

Voor je het weet is het hele eiland een legerbasis

Kazuyuki Yamada
Boer op Yonaguni

De burgemeester ziet alleen maar voordelen: „Het is twee vliegen in één klap. We kunnen dan meer toeristen ontvangen en we hebben een manier om te evacueren in een noodsituatie. Als er nu iets gebeurt zitten we vast zonder uitweg.” Een vluchtbestemming heeft Itokazu al geregeld: „We onderhandelen nu met de provincie Saga om daar terecht te kunnen.” Maar de provincie Okinawa heeft voorlopig nog geen toestemming of geld gegeven voor de verlenging van de landingsbaan. De nationale overheid is daarentegen wel bereid te investeren in het aanleggen van een nieuwe haven, mits deze ook door het leger gebruikt kan worden.

De burgemeester wil het vliegveld uitbreiden, wat evacuatie van de bevolking makkelijker maakt en helpt meer toeristen te ontvangen.

„Voor je het weet is het hele eiland een legerbasis,” zegt Yamada gefrustreerd. „Om die haven aan te leggen moeten ze koraal vernietigen en familiegraven ontruimen. Dat is traumatisch voor de bewoners,” vertelt hij. Hij begrijpt wel dat de burgemeester het beste voor heeft met het eiland, maar is niet overtuigd van de voordelen van zulke grote bouwprojecten. „Als er oorlog uitbreekt worden we alleen nog maar een groter doelwit daardoor. En dan kunnen we echt nergens meer naartoe ontsnappen.”