Bij een klopjacht zijn het juist de jagers die leven in angst

Woord Jagen of zelfs een klopjacht op een dier was normaal in het verleden. Nu lijkt, ziet , de jacht geopend op beroemde mensen.

Met man en macht jagen op een wild dier of op een mens, bijvoorbeeld een gevaarlijke misdadiger — dat was de oorspronkelijke betekenis van klopjacht. Maar nu prominenten in het nieuws ten prooi vallen aan doodsbedreigers, ‘jagers’, krijgt het woord een omineuze lading, waar sadisme en haat bij komen kijken.

De samenstelling van ‘klop’ en ‘jacht’ geeft het woord in combinatie met de disssonerende ‘o’ en ‘a’ iets ritmisch en opwindends, bijna alsof de achtervolging gepaard gaat met tromgeroffel of percussie. Bovendien valt er wel degelijk iets te halen, want het bronwoord, ‘jagen’, duidt op ‘achtervolgen om buit te maken’, al vanaf de Middeleeuwen toen men jaghen of iagen schreef, zoals in deze zin: ‘Als jachonde … beesten jaghen in dat wout’.

Tragedie

Het woud kunnen tegenwoordig de media zijn, zoals we hebben gezien in de tragedie rondom prinses Diana. Bekend zijn, celebrity, lokt de klopjacht uit, ook in het geval van onze eigen prinses, Amalia. Criminelen bedreigden haar waarna ze haar studentenwoning in Amsterdam moest verlaten. Ook was zij in het vizier van een tbs’er die om onverklaarbare redenen geobsedeerd is door haar. En dan Pim Lammers. Deze schrijver van het Kinderboekenweekgedicht werd in een heuse online pedo-klopjacht uitgemaakt voor ‘pedofilieactivist’. Na doodsbedreigingen heeft hij zich teruggetrokken.

Waar slaat al dit gejaag op? Ik zie twee mogelijkheden, a) het is een restant van onze oorsprong als jager-verzamelaars; en b) het representeert een duik in de krochten van onze psyche, daar waar sadisme ontstaat. Nog erger, misschien gaat het om a plus b.

Sadisme is de opbrengst van de klopjacht: je verlekkeren aan het feit dat iemand anders in angst leeft

Dit blijkt in ieder geval in de vele fictievormen waarin ‘klopjacht’ voorkomt, van games — de first person shooter is niets anders dan een jacht — tot The Most Dangerous Game, een kort verhaal uit 1924 van de Amerikaanse schrijver Richard Connell waarin een Russische aristocraat op een eiland jacht maakt op mensen. In de filmversie uit 1932 doet hij dat zelfs met een pijl en boog, wat het geheel nog luguberder maakt. In recente tijden zien we een dergelijk verhaalgegeven vaak, voorop The Hunger Games, Suzanne Collins’ immens populaire young adult-romanserie over een dystopische gemeenschap waar de klopjacht op mensen volkssport nummer één is.

Sadisme. Dat is de opbrengst van de klopjacht. Je verlekkeren aan het feit dat iemand anders in angst leeft. De ironie is wel dat het precies andersom is: juist degenen die ‘kloppen’, de drijvers tijdens het jagen, leven in angst, de machthebbers in de genoemde voorbeelden uit fictie, maar ook de bedreigers van Amalia en Lammers. Die kunnen niet tegen andersheid (celebrity). Vervolgens zet angst zich om in haat jegens die ‘vreemde ander’. En biedt ‘klopjacht’ een laffe, veilige haven.

Authentieke jagers staan hier buiten. Dat zijn eenlingen die niets van doen hebben met dat kloppen, dat massale, voortdrijven van een machteloze prooi. Hoe dan ook, de klopjacht — in het kader van de doodsbedreigingen én in de oorspronkelijke betekenis — blijf illegaal in Nederland.