Bij de Britse urbanjazzband Ezra Collective is niet bewegen geen optie

Recensie

Jazz Dat de Britse urbanjazzband Ezra Collective niet voor niets ook op komend Lowlands staat, bleek woensdag wel in een uitverkocht Paradiso.

De Britse jazzband Ezra Collective speelde woensdagavond in Paradiso.
De Britse jazzband Ezra Collective speelde woensdagavond in Paradiso.

Foto Celine Pinget

Het was vijf jaar terug een opvallende golf Britse jazzvernieuwing. Jonge muzikanten uit Londen braken door met urban jazz. Gedragen door de multiculturele achtergronden van de makers mengde jazz met ritmiek van de straat, van afrobeat, donkere grime, broken beats tot friszoete latin.

Ze sprongen eruit, namen als Sons of Kemet, saxofonist Nubya Garcia of drummer Moses Boyd, en bléven interessant in albumreleases en vele samenwerkingen. Maar vooral live op de podia. En, opvallend, vooral ook in het popcircuit. Zo is het vijfkoppige Ezra Collective niet alleen aangekondigd voor North Sea Jazz maar ook komend Lowlands. Hoe logisch dat is, bleek woensdagavond in een uitverkocht Paradiso, Amsterdam.

In de laatste show van de Europese tour was Ezra Collective – Noord-Londen, Nigeriaanse roots, allen net tegen dertig – een gelukzalig verspreider van muzikale vreugde. Het album Where I’m Meant To Be gaf er eind vorig jaar al blijk van: Ezra’s afro-fusionjazz is, bulkend van invloeden, van het beweeglijkste soort. Bij dit vrolijke slotconcert – niet bewegen? geen optie! – ging het de uitgelaten drummer en aanvoerder Femi Koleoso vooral om het creëren van een zorgeloze bubbel.


Lees ook de recensie van het album Where I’m Meant To Be van Ezra Collective

Onderbuikstrijd

Via latin naar hiphop of juist in lomere dub speelde de band met ritmische motieven en flows: van rappe melodieuze en meezingbare thema’s op herhaling naar rust en ruimte voor wat verdieping of spontanere ingevingen. Mooi hoe drummer Koleoso en zijn bassende broer TJ elkaar strak in de ogen bleven kijken in een onderbuikstrijd: won de bas of de beat. En ook toetsenist Joe Armon-Jones liet zich niet onbetuigd als verbinder met altijd veel funk in zijn spel.

De overeenkomsten met Snarky Puppy, de grote Amerikaanse jazzfusionband die als geen ander de matige interesse van een jong publiek voor instrumentale muziek wist te keren, zijn onmiskenbaar. Als publiekslieveling van kleine naar grote zalen, de familiaire, community-creërende aanpak. Drummer Koleoso kwam vaak achter zijn drumkit vandaan voor aanmoedigende dansjes en praatjes.

En ook hoe in een breed aansprekende vorm steeds weer werd toegewerkt naar verrukkende hoogtepunten – het publiek smolt werkelijk. Al zaten daar nadelen aan. Ezra’s jazz werd er slordig van. Als de focus zo op feesten ligt, met op het balkonnetje opduikende blazers, of jams tussen joelende bewonderaars met filmende telefoontjes, is de uitkomst wat waterige jazz.

Met ‘You Can’t Steal My Joy’, eigenlijk bedoeld als protest tegen de Brexit dat touren voor Britse bands wel heel lastig maakt, snoerde de band toch weer elke twijfelaar triomfantelijk de mond. Er stond een salsarave te wachten: stomend en, jawel, aanstekelijk.


Jazz Bekijk een overzicht van onze recensies over jazz