Bij Borssele moeten vier nieuwe kerncentrales komen. Heeft de overheid geleerd van haar fouten in Groningen?

De 67-jarige Borsselaar Anton van den Ende heeft eigenlijk geen enkel probleem met kerncentrales. Of nou ja, die enorme hoogspanningsmasten die ervandaan komen, dat zijn wel lelijke dingen, die maken het landschap niet fraaier. Die stroomkabels mogen wat hem betreft wel onder de grond worden gestopt, weg uit het zicht van iedereen die zijn mooie Zeeland bezoekt.

Maar zo niet? „Dan moet het maar over land, hè. Zo erg is dat nou ook weer niet. Je kunt ook te moeilijk doen.”

„Kernenergie is ook gewoon hartstikke veilig”, vervolgt hij. „En als er nog een paar kerncentrales bij komen, is dat alleen maar goed nieuws.” Dat betekent misschien wel een nieuwe economische impuls voor het dorp, zegt Van den Ende – en daarmee ook voor zijn eigen ‘werkgever’ trouwens.

Van de Ende is nu vrijwilliger bij De Buurtsuper, de enige supermarkt in het kleine Borssele (circa 1.500 inwoners), die wordt gerund door de coöperatie Dorpswelzijn Borssele. De vorige uitbater trok een paar maanden geleden de stekker eruit, omdat er geen boterham meer te verdienen viel. Waarna dorpelingen plotseling twintig minuten moesten rijden om boodschappen te doen. Het was dankzij dezelfde bewoners, die de handen ineensloegen, dat een verdere leegloop voorkomen werd.

„Als er hier straks een paar duizend bouwvakkers rondlopen en er meer mensen komen werken voor de nieuwe kerncentrales, kan onze winkel mooi extra omzet draaien”, lacht de opgewekte, in korte broek gestoken Van den Ende. „Goed voor de klandizie dus.” Nu, op deze vrijdagmiddag rond halfzes, lopen er welgeteld twee klanten rond.

In al die jaren die hij in Borssele woont – hij zag de eerste kerncentrale nog met zijn eigen tienerogen verrijzen – heeft hij sowieso nooit begrepen waarom er altijd zo’n gedoe is over kernenergie. In ‘Borssele 1’ is volgens hem nooit een serieus incident geweest. Hij zat zelf bij de vrijwillige brandweer, dus hij kan het weten. Met een glimlach verhaalt hij hoe hij één keer wel in actie moest komen. Dat was om een stel milieuactivisten die zich hadden vastgeketend aan het hek van het terrein, los te knippen. „Mooie tijd was dat.”

Gevoelig

Wie Van den Ende hoort, zou denken dat de plannen van het inmiddels demissionaire kabinet om twee nieuwe kerncentrales bij Borssele te bouwen (en de huidige kerncentrale ‘Borssele 1’ aanzienlijk langer open te houden) inderdaad amper op weerstand stuiten in de regio. Precies zoals het kabinet zelf vaak benadrukt. Op de ‘voorkeurslocatie’ die minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) twee jaar geleden aanwees, zou reeds „draagvlak” zijn. Mede omdat er al een kerncentrale staat en de bewoners daaraan gewend zijn.

Het nieuwe kabinet heeft zelfs aangekondigd dat het nog eens twee centrales erbij wil, bovenop die andere twee – vier in totaal dus. Daarvoor is nog geen voorkeurslocatie aangewezen, maar in Borssele zouden ze niet raar opkijken als ook die bij hen moeten verrijzen.

Maar wie ter plaatste gaat kijken, merkt direct dat de kerncentrales een stuk gevoeliger liggen dan je op basis van de Kamerbrieven zou verwachten – en dat je ‘draagvlak’ in perspectief moet zien. Verzet is er bijvoorbeeld wel degelijk, al is dat niet gigantisch. In het dorp, een verzameling kleine, oude huisjes rond een groen park met als centraal punt de kerk, prijken op ramen proteststickers, met daarop de leeuw die normaal op de Zeeuwse vlag prijkt, maar die nu aan het verzuipen is in een zee van kerncentrales.

Afgelopen zaterdag nog werd een protestactie gehouden, door een groep tegenstanders, zo’n 200 mensen. Op de weg rond het ‘Sloegebied’, het industriegebied op nog geen kilometer afstand van Borssele waar de nieuwe kerncentrales moeten verrijzen, vormden zij een ‘menselijke ketting’. Om aan ‘Den Haag’ duidelijk te maken: tot hier en niet verder. Dat waren niet alleen bezorgde inwoners van Borssele, maar ook van andere omliggende dorpjes, zoals ’s-Heerenhoek en Nieuwdorp, en nabijgelegen steden als Goes, Vlissingen en Middelburg.

Foto’s Wouter van Vooren

Angst voor aantasting leefomgeving

Niet al die betogers zijn per se bezorgd over ‘traditionele’ kwesties rond kernenergie, zoals veiligheid en radioactief afval. En ze zijn ook niet allemaal tegen de komst van nieuwe centrales op zich. Maar ze zijn wel zeer verontrust over wat dat allemaal met zich meebrengt – en of de overheid hun zorgen wel serieus neemt.

De rode lijn voor vrijwel alle critici – en trouwens ook voor veel voorstanders – is dat hun ‘leefomgeving’ niet verder wordt aangetast, bijvoorbeeld doordat er nog meer landschap-ontsierende hoogspanningsmasten en koeltorens worden gebouwd. En door de mogelijke komst van duizenden bouwvakkers die de centrales straks moeten gaan bouwen.

Dat zou hun kwaliteit van leven ernstig schaden, vrezen de bewoners. Sommige dorpelingen zijn eerder dit jaar in Engeland, bij Somerset, gaan kijken hoe daar de bouw van twee nieuwe kerncentrales (Hinkley Point C) verloopt. Zij kwamen terug met de conclusie dat Borssele en de andere dorpjes mogelijk overspoeld gaan worden door tien- tot vijftienduizend bouwvakkers. Voor alle duidelijkheid: in heel de gemeente wonen nu circa twintigduizend mensen.

Lea van Liere (41), die een net sinaasappels en een ananas onder haar snelbinders bindt voor de Buurtsuper en meedeed aan de actie zegt: „Er zijn mensen in het dorp die zich afvragen of ze er willen blijven wonen als de centrales er komen. Maar de meeste mensen hier zijn volgzaam. Ze zetten hun zorgen niet snel om in actie. Ikzelf ben wel echt bezorgd.”

Ze ziet het niet zitten om „tien tot vijftien jaar naast een bouwput te moeten wonen”. Ze wijst erop dat de nieuwe kerncentrales veel groter zullen zijn dan de centrale die er nu staat – twee tot drie keer zo groot, naar verwachting. En dat het dus ook veel langer zal duren om ze te bouwen. Om nog maar te zwijgen van alle mogelijke tegenslagen en vertragingen tijdens de bouw, die ook andere kernenergieprojecten in Europa plagen. „Dat beseffen de mensen echt nog niet. Er komen hier straks twaalfduizend mensen te werken. Waar moeten die allemaal wonen? De mensen hier willen geen Polenhotels.”

De impact op de leefomgeving van het industriegebied is nu al zichtbaar, vanaf een uitkijkpunt op een dijkje vlak bij de bestaande kerncentrale. Sta je bovenop en kijk je naar rechts, dan zie je prachtige natuur: groene weides met daartussen kronkelende weggetjes en een paar lome Schotse hooglanders. Kijk je naar links, dan zie je tientallen meters hoge stalen constructies die worden gebruikt voor boorplatformen, de geelkleurige opslag voor kernafval van Covra, enorme hoogspanningsmasten en spoorlijnen. En natuurlijk de kenmerkende witte koepel van ‘Borssele 1’. Het strand erachter wordt doorsneden door een enorme invoer voor koelwater. Weer wat verderop, vlak bij het populaire strand Kaloot, wordt het gebruikte koelwater terug de zee in geloosd.

Demonstranten bij het Sloegebied.

Strikte voorwaarden

In een poging de onvrede te ‘kanaliseren’, hebben zowel de gemeente Borsele (met één s) en de provincie Zeeland eerder dit jaar een aantal voorwaarden gesteld aan het Rijk, voordat zij akkoord gaan met de nieuwe centrales. De lokale overheden zijn op zich positief over de nieuwe centrales, omdat die voor extra banen zouden kunnen zorgen. Maar alleen onder strikte condities, zeggen ze.

Die voorwaarden werden in overleg met de bewoners opgesteld – al vonden sommigen dat daarmee in feite al de ‘onderhandelingen’ waren afgetrapt, terwijl zij liever de optie wilden openhouden dat er helemaal geen centrales komen. De belangrijkste eisen: er mogen geen extra koeltorens en nieuwe hoogspanningsmasten komen, en er mag niet buiten het Sloegebied worden gebouwd. Op verzoek van vooral christelijke inwoners wordt ook nog verzocht dat de zondagsrust gerespecteerd wordt.

Minister Jetten had eerder beloofd voor deze zomer met een antwoord te komen, maar dat laat hij nu aan zijn opvolger over. Vanuit de gemeente en de provincie klinkt alvast dreigende taal, omdat ze er kennelijk niet geheel gerust op zijn.

Provinciale Statenlid Harold van de Velde van de SGP zegt in zijn kamer in het provinciehuis in Middelburg, een eeuwenoude, van binnen gemoderniseerde abdij, dat hij „op de A58 gaat liggen” als Den Haag de condities toch gaat negeren. „Net als Extinction Rebellion.” De SGP is de derde grootste partij in Zeeland.

„Dat zou je niet verwachten van een SGP’er, hè”, lacht hij. „Maar ik doe het wel. Dit zijn klip en klare voorwaarden. Als het Rijk zegt: ‘we doen het toch’, krijgen we een forse discussie. Die centrales hoeven van ons niet per se in Zeeland hè, ze kunnen ook ergens anders gezet worden.”

Hij verwijst expliciet naar alle ellende in Groningen, waar het Rijk jarenlang zorgen van burgers over aardbevingen door de gaswinning negeerde vanwege economische belangen, en dat inmiddels als tekstboekvoorbeeld van ‘slecht bestuur’ geldt. „Gelet op die ervaringen kan ik me niet voorstellen dat de minister dit doorzet.”

Al veel in beweging gezet

Dat de spanningen nu oplopen, heeft met een aantal dingen te maken. Ten eerste is er, zonder dat veel bewoners dat in de gaten hebben, al veel ‘in beweging’ gezet, waardoor de tegenstanders vrezen dat er straks geen weg meer terug is. Het demissionaire kabinet wilde haast maken en heeft drie kerncentralebouwers, het Franse EDF, het Amerikaanse Westinghouse en het Zuid-Koreaanse KHNP – tegen een vergoeding – gevraagd om de ‘technische haalbaarheid’ van de nieuwe centrales te onderzoeken.

Onlangs werd ook de inspraakprocedure afgetrapt met een aantal informatieavonden in de regio. Netbeheerder Tennet heeft onderzocht of er plek is voor de nieuwe centrales op het stroomnet. Het kabinet hoopt dat de centrales in 2035 uiteindelijk klaar kunnen zijn.

Maar belangrijker nog: veel Borselaren beginnen door te krijgen dat het niet bij extra kerncentrales blijft. Dat er nog véél meer bouwprojecten op hen afkomen die impact zullen hebben op de leefomgeving. Voor het Sloegebied zijn namelijk ook plannen voor een reeks andere energieprojecten die van nationaal belang zouden zijn. Zo wordt er gesproken over een waterstoffabriek, een ammoniakterminal (een belangrijke waterstofdrager), een aansluitpunt voor stroom die wordt opgewekt door twee grote toekomstige windparken op zee, en een terminal voor de import van vloeibaar gas – onder meer. In feite moet Borsele, als al die projecten inderdaad van de grond komen, een cruciale schakel worden in de toekomstige, schonere energievoorziening van Nederland. Maar dat moet dus wel allemaal gebeuren op een nogal klein stukje grond.

„Dat gaat natuurlijk nooit passen”, zeggen Frits Otte (71) en Mieke Jansen (67), twee tegenstanders van het eerste uur en de drijvende krachten achter de actiegroep Borsele tot de Kern, die ook betrokken was bij protestactie zaterdag. „Dus zijn wij zeer ongerust dat er straks toch gebouwd gaat worden buiten het Sloegebied.” Otte en Jansen zijn Randstedelingen die een aantal jaar geleden naar Zeeland zijn verhuisd voor de rust en de ruimte. Ze ontvangen in hun huis aan een idyllisch dijkje in Driewegen, een ander dorpje vlak bij het Sloegebied. „Toen we hier kwamen, gingen we ervan uit dat de huidige centrale zou verdwijnen. Maar nu komen er dus waarschijnlijk nog zeker twee bij”, zegt Jansen.

Otte hekelt de in zijn ogen gebrekkige regie en visie op alle plannen, waardoor de Borsselaren veel meer over zich heen zouden krijgen dan nodig. Een deel van de plannen komt van het Rijk, een ander deel van bedrijven, zegt hij. En soms zijn die regelrecht in strijd met elkaar. Zo heeft het ministerie van Economische Zaken bezwaar aangetekend tegen de bouw van een ammoniakterminal door een privaat bedrijf, omdat die niet te dicht bij de nieuwe kerncentrales mag staan vanwege veiligheidseisen, vertelt Otte. En als de kerncentrales er komen, is er mogelijk weer te weinig ruimte voor de waterstoffabriek die er ook nog zou moeten komen, wederom in verband met vereiste veiligheidsafstanden tussen dit soort ‘gevoelige infrastructuur’.

EPZ, de uitbater van de huidige kerncentrale, maakte eerder al bezwaar tegen de ‘aanlanding’ van windstroom van zee, omdat daardoor het stroomnet zo instabiel zou raken dat de nieuwe kerncentrales er niet meer op kunnen.

„Tweemaal het bewijs dat kerncentrales en verduurzaming van de havenactiviteiten niet samengaan”, aldus Otte. Of, anders gezegd, een gebrek aan visie op de energietransitie belemmert diezelfde transitie. Beter nadenken zou de overlast ook kunnen beperken.

Demonstranten in het Sloegebied. Ze zijn kritisch op de bouw van vier nieuwe kerncentrales in het gebied.

Foto’s Wouter van Vooren

Goudzoekerseconomie

De grootste zorg van de critici is dat hun zorgen niet serieus genomen worden – en dat veel dorpsbewoners überhaupt niet voldoende geïnformeerd worden om echt bezorgd te raken.

Otte en Jansen verhalen over een bijeenkomst in oktober 2022, een maand voordat het kabinet aankondigde dat Borsele de voorkeurslocatie was, waarbij de burgemeester in gesprek wilde gaan met inwoners van vier dorpen rond het Sloegebied. Terwijl er nog veel meer dorpen waren, soms zelfs dichterbij gelegen, waarvoor de plannen net zo relevant zouden zijn. Jansen: „Ik las er gelukkig per toeval over op Facebook. Toen hebben we geprotesteerd en geëist dat ook de andere dorpen betrokken werden. Dat gebeurde gelukkig.”

Otte vult aan dat de informatie die daar werd verstrekt, in zijn ogen „zeer summier” was. En dat de burgemeester direct al begon over ‘compensatie’. „Maar daarmee open je de onderhandelingen, terwijl de optie ‘geen kerncentrales’ niet eens meer overwogen werd.”

Die laatste optie zou volgens hem juist wel op tafel moeten blijven, omdat het met die economische impuls in werkelijkheid wel zou meevallen als de centrales er komen. „We krijgen eerder een goudzoekerseconomie: even wat groei tijdens de bouw en daarna stort alles weer in. Want in de huidige centrale werken ook niet enorm veel mensen.” Het zijn er zo’n vierhonderd.

Otte vertelt ten slotte over een ambtenaar die op de bijeenkomst veel kwaad bloed zou hebben gezet door zijn toelichting te beginnen met een ‘foute’ grap. „Hij zei dat hij allemaal grijze hoofden in de zaal zag, en dat tegen de tijd dat de kerncentrales er zouden zijn die er dus toch geen last meer van zouden hebben. Bizar.”

Er is geen draagvlak, er is onwetendheid

Frits Otte
Borsele tot de Kern

Om zijn punt kracht bij te zetten, pakt Otte er een oud boekwerk bij, met gele en roze pagina’s. Het is de Nota Energiebeleid van het ministerie van Economische Zaken uit 1980. Daarin worden alle kernenergieplannen van dat moment uit de doeken gedaan – het was nog voor ‘Tsjernobyl’ en het kabinet zag volop mogelijkheden voor kernenergie.

„Als ik dit lees is dat een verademing vergeleken bij wat we nu van de minister krijgen. Het is glashelder, wat hier staat. Het Rijk wilde meer kernenergie en liet duidelijk zien waar die centrales allemaal moesten komen.” Hij toont kaartjes met grote kruizen bij plaatsen in het hele land waar ze zouden moeten verrijzen. „Waren ze nu maar zo eerlijk en duidelijk.”

Het ‘informatiepunt’ over alle energieplannen dat minister Jetten eerder heeft beloofd te openen in Borssele, naast de Buurtsuper, gaat pas eind deze maand open. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de inrichting. Er hangt een groot beeldscherm met wat gekleurde plastic stoelen ervoor, en in het midden van de ruimte staat een stalen geraamte van wat ogenschijnlijk een apart kamertje wordt binnen het gebouw. Door de ruimte heen staan omgekeerde olievaten die als statafel moeten dienen.

Jansen: „Ik denk dat mensen bewust onwetend worden gehouden. Het is precies zoals in een documentaire van Zembla uit 2011, ‘Kerncentrales verkopen doe je zo!’. Kies een plek met brave burgers. Dreig met energietekorten. Stel die burgers gerust. En gebruik vervolgens hun onwetendheid. Dat gaat nog steeds zo. Want hoe meer mensen erover weten, hoe meer zorgen ze zich maken. Er is geen draagvlak, er is onwetendheid.”

Die vreselijke masten

Rens Vermue (60), een groentehandelaar uit ’s -Heerenhoek, vreest dat het besluit al gevallen is, ondanks alle participatieprocedures. Hij woont in een oude, uit bakstenen opgetrokken boerderij, die voor de helft is betimmerd met zwarte houten planken, potdeksels, zoals je dat veel ziet in Zeeland. Zijn vader woonde in deze boerderij. Diens vader. En nu hijzelf dus. Vermue, die tevens een kantoorruimte verhuurt in een pand naast zijn huis, vertelt dat ook hij in Hinkley is geweest om te kijken wat daar allemaal gebeurt. Hij is bovendien lid van de dorpsraad van ’s-Heerenhoek en van de Lokale Partij Borsele.

„Ik ben opgegroeid met een kerncentrale in mijn achtertuin, daar heb ik nooit problemen mee ervaren. Het grote probleem is: die hoogspanningsmasten. Die zijn hoog en verschrikkelijk lelijk. De Zak van Zuid-Beveland, waar die dingen naar verwachting doorheen gaan lopen, is een prachtig natuurgebied, geliefd bij toeristen. Duitsers, Belgen. En ook in Rilland, waar je Zuid-Beveland binnenkomt, staat het er vol mee. „Stel je voor dat je daar als toerist langs komt op weg naar je vakantieadres. en je ‘entree’ in Zeeland is een kluwen van hoogspanningsmasten en stroomkabels. Daar word je niet blij van.”

Vermue: „Maar als wij over die masten beginnen, dan zegt Economische Zaken: dat lossen we later wel op. Of ze proberen onze bezwaren weg te nemen door allerlei andere toezeggingen te doen. Dat er hier nieuwe speeltuinen komen en zo, met van die wipkippen. De mensen van Economische Zaken die hier langskomen zijn heus heel aardig. Maar ze laten nooit het achterste van hun tong zien. Het is lastig om erachter te komen wat hun agenda precies is.”

Ook Vermue begint over de stortvloed aan plannen, vooral de clustering van wind- en kernenergie, waarvoor de hoogspanningsmasten met name nodig zijn. „Het is moeilijk aan onze inwoners uit te leggen waarom energie van een windpark voor de kust van IJmuiden in Borsele aan land moet komen. Het Sloegebied is trouwens nu al 24 uur per dag aanwezig voor veel bewoners van de dorpen eromheen. Er staat hier vaak een zuidwestenwind, waardoor ’s-Heerenhoek en Nieuwdorp, gelegen in het noordoosten, veel overlast hebben van bijvoorbeeld geluiden van scheepsmotoren en havenwerkers. En van de stank van de olieraffinaderij. „En dan heeft de nieuwe regering het inmiddels over vier kerncentrales.”

Net als het SGP-Statenlid Harold van de Velde trekt Vermue een parallel met ‘Groningen’, waar ‘Den Haag’ mee zou denken te kunnen doen wat het wil zonder rekening te houden met de belangen van de plaatselijke bevolking.

„Het is moeilijk te rechtvaardigen waarom Zeeland, een provincie die niet bepaald centraal in Nederland ligt, uitgerekend het energieknooppunt van het land moet worden. De enige reden waarom het hier lijkt te moeten gebeuren, is volgens mij omdat ze in Den Haag denken: hier staat al een kerncentrale en het is lekker ver weg. Maar dat is wel erg simpel. Er wordt steeds gezegd: er is hier draagvlak. Ja, voor kerncentrales ja, maar niet voor die masten. Ik ben nog geen Zeeuw tegengekomen die ze wel wil. Jetten kiest voor de makkelijkste weg.”

Vermue: „Ik zeg steeds tegen Haagse ambtenaren: denk nou aan wat er in Groningen is gebeurd, en maak niet dezelfde fouten. Maar ik heb helaas niet de illusie dat Den Haag echt geleerd heeft van Groningen.”