De burgemeester van Dearborn was woedend. Vanuit Michigan roept de Democraat Abdullah Hammoud al maanden om een staakt-het-vuren om het leed van Gazanen te verlichten. Leed waar hij de Amerikaanse regering en ‘zijn’ president Joe Biden medeplichtig aan acht. Maar in plaats van de aandacht van de mensen in Washington die zich bezighouden met het Midden-Oosten, kreeg hij vorige maand een uitnodiging te komen praten met een van Bidens hoogste campagnemedewerkers. De boodschap was hem duidelijk, schreef Hammoud op X: Biden ziet de moslimgemeenschap waartoe hij behoort niet als belangrijke stem in het debat over steun aan Israël, maar „slechts als een electoraal probleem” voor diens herverkiezing.
Hammoud kreeg door de ophef die hij veroorzaakte alsnog zijn gewenste bezoek van beleidsmakers, maar Bidens electorale probleem blijft. De burgemeester en veel andere Arabische Amerikanen in Michigan stemmen in de Democratische voorverkiezingen deze dinsdag niet op Biden, maar vullen uncommitted in – niet gebonden. Ze moeten nog maar zien, dreigen ze, of Biden in november hun stem verdient. In een swing state die Trump in 2016 en Biden in 2020 won, kan deze inwonersgroep van 3 procent van de bevolking zomaar doorslaggevend zijn. Ook als die thuisblijft.
Radicale flanken
De kwestie toont aan hoe symbolisch en tegelijkertijd relevant de voorverkiezingen van de twee politieke partijen dit jaar zijn. In een normaal verkiezingsjaar zouden de voorverkiezingen de komende weken hun climax bereiken, maar Biden en Trump hebben geen van beiden een tegenkandidaat die hen van de troon kan stoten. Aan hun campagnes is te zien dat zij zich al richten op de krachtmeting in de general, de algemene verkiezingen in november. Om die te winnen, moeten de presidentskandidaten niet de meest radicale flanken in hun partij bedienen, zoals in primaries vaak het geval is, maar meer de gemiddelde kiezers overtuigen. Toch maken juist de uiterst linkse en extreem reactionaire stromingen het hen op dit moment moeilijk.
Na Bidens zege in 2020 gaf hij als president veel ruimte aan de meest progressieve stemmen in de Democratische Partij. Het protectionistische economische beleid van Trump werd voortgezet, maar gecombineerd met drastische maatregelen tegen klimaatverandering. Van dat laatste krabbelt hij nu deels terug. Niet voor niks lekte kort voor de voorverkiezingen in automakers- en vakbondsstaat Michigan uit dat de gedwongen transitie naar elektrisch rijden wordt vertraagd.
Ook op migratie maakt Biden een flinke draai. Waar hij zich eerder afkeerde van de harde grensmaatregelen van zijn voorganger, overweegt hij, na het mislukken van een migratiedeal met de Republikeinen, de zuidgrens eenzijdig te sluiten voor asielzoekers. Ook dit tot woede van een deel van zijn partij. De hashtag #AbandonBiden, laat Biden vallen, is populair in sociale mediaberichten van linkse activisten.
Nikki Haley toont in voorverkiezingen dat 40 procent van de stemmers tegen Trump is
Populariteitsprobleem
Te midden van deze interne commotie kregen de Democraten een geschenk uit Alabama dat juist Republikeinen in de problemen brengt. Het hoogste gerechtshof in die conservatieve staat besloot recentelijk dat embryo’s die zijn ingevroren voor in vitro behandeling (ivf) mensen zijn wier leven beschermd moet worden. Ziekenhuizen en klinieken staakten vruchbaarheidsbehandelingen onmiddellijk, uit angst dat hun moord of doodslag wordt verweten als een embryo vernietigd wordt of zelfs per ongeluk beschadigd raakt.
Nikki Haley, die ook na het verlies in haar thuisstaat South Carolina volhardt als Trumps tegenkandidaat in de Republikeinse voorverkiezingen, schaarde zich meteen achter de controversiële uitspraak. Zij voert nog voorverkiezingscampagne op conservatieve thema’s.
Trump wachtte even hoe de wind zou waaien na het vonnis. Toen hij zag hoeveel ophef dat op links en rechts veroorzaakte, sprak hij zich uit voor ivf. Maar de kwestie in Alabama versterkt het beeld dat Republikeinse politici, en door hen benoemde rechters, nog verder zullen ingrijpen in voortplantingskeuzes dan alleen het bemoeilijken van abortus. Om de gematigde stem te winnen, moet Trump ingaan tegen die perceptie én de religieuze fanatici die hem in 2016 mede aan de macht hielpen. Hij loopt ook het risico dat mensen die hem geloven dat de verkiezingen in 2020 van hem gestolen werden, het verkiezingsproces zo wantrouwen dat ze niet komen opdagen.
De gedoodverfde presidentskandidaten voor november hebben allebei een populariteitsprobleem. Biden om Gaza, migratie, inflatie en zijn leeftijd. Trump is en blijft controversieel, nu ook als verdachte in vier strafprocessen. Haley maakt weliswaar geen kans tegen hem, maar ze legt in de Republikeinse voorverkiezingen wel bloot dat 40 procent van de stemmers daarin tegen Trump is. Een deel van hen zal ook in november niet op hem stemmen. De actualiteit maakt dat beiden ook steun kunnen verliezen in hun eerder juist toegewijde achterban. Vandaar dat de Democratische gouverneur in Michigan campagne voert met de boodschap dat niet committeren aan Biden in feite steun voor Trump betekent.
Lees ook De ‘minste van twee kwaden’- campagne begint pas net, maar de rollen zijn ditmaal omgedraaid
Toen tijdens de corona-pandemie de wereld op de waakvlam ging, werd pijnlijk duidelijk dat zelfs een mondiale, levensbedreigende crisis niet automatisch leidt tot internationale samenwerking. De wereld had een gezamenlijke vijand, en toch zorgde iedereen op de eerste plaats voor zichzelf.
De VN-lidstaten vroegen VN-baas António Guterres toen om maar eens op te schrijven waar het met de VN, net 75 jaar, heen moest. Het werd een document dat bol stond van idealisme. Guterres pleitte voor een „inclusief multilateralisme”. Het project was voor Guterres wat de zuurdesemstarter voor anderen werd, zegt VN-kenner Richard Gowan van de International Crisis Group: zijn pandemie-hobby.
Toch kreeg de idealistische voorzet een vervolg. Maandenlang werd in New York onderhandeld over de vraag hoe je Guterres’ idealen kunt omzetten en hoe de VN zélf aangepast moeten worden aan een nieuwe wereld. Sinds de oprichting in ‘45 zijn de machtsverhoudingen in de wereld immers drastisch gewijzigd en zijn vraagstukken op tafel gekomen die er destijds niet waren, zoals ‘zelfdenkende’ wapens.
De exercitie leidde zondag tot consensus over een hervormingsagenda, waarin een kleine zestig aanbevelingen worden gedaan. Over hervorming van de Veiligheidsraad, de hervorming van de internationale financiële instellingen als IMF en Wereldbank, de gezamenlijke aanpak van AI. Over het indammen van nucleaire risico’s en het belang stelselmatig rekening te houden met toekomstige generaties en de wereld leefbaar over te dragen.
Poging tot verwateren mislukt
De aanvaarding van het document in de Algemene Vergadering is een optimistisch begin van een VN-week die vanaf maandag ongetwijfeld weer volledig gedomineerd zal worden door oorlogen en het falen van de organisatie. Het Pact had eigenlijk een bewijs van internationale solidariteit moeten worden, maar liet ook zien dat Rusland-en-vrienden weinig trek hebben in samenwerking. Moskou probeerde, met steun van onder andere Venezuela, Iran, Syrië en Wit-Rusland, het Pact op het allerlaatste moment met een amendement te verwateren. Afrikaanse landen gingen daar niet in mee en lieten met een stemming het Russische plan verijdelen.
Het Pact is niet bindend. Het zou dus zomaar op de berg niet-uitgevoerde-plannen kunnen belanden. Bovendien: is het niet wereldvreemd om juist nú te proberen het stelsel van internationaal overleg te moderniseren? Op de pandemie volgden de oorlog in Oekraïne en de oorlog in Soedan, waar de VN weinig konden betekenen. En alsof het nog niet genoeg was, leidde de schrikbarende aanval van Hamas tot een oorlog in Gaza die de VN, in elk geval tijdelijk, onderdompelden in defaitisme.
Er werden veel sarcastische grappen gemaakt over het pact. Gowan: „Eén diplomaat zei: het is alsof er een patiënt met een enorme schotwond in zijn borst wordt binnengebracht en de arts hem zegt dat hij een ander dieet had moeten volgen.” In de weken na de aanval van Hamas vroeg een diplomaat uit het Midden-Oosten zich af: Waarom praten over toekomstige generaties als in Gaza kinderen sterven?
Lange termijn
Nederland was samen met vijf andere landen een van de voortrekkers in de onderhandelingen. Terwijl Duitsland met Namibië het hele project leidde, was Nederland met Jamaica speciaal belast met een bijlage over die toekomstige generaties. Ambassadeur Joke Brandt, die eigenlijk afgelopen zomer terug zou keren naar Nederland, bleef er wat langer voor in New York. Bevonden de onderhandelaars zich niet op een andere planeet toen ze dagenlang over het Pact spraken, terwijl de VN geen antwoord hebben op drie oorlogen?
Brandt: „Dat zie ik echt niet zo. Je moet onderscheid maken tussen wat je kunt op de korte termijn én wat je kunt bijdragen aan die hele ingewikkelde processen op de lange termijn. We zijn ook gewoon dagelijks bezig met de vraag hoe we nu wél hulp in Gaza krijgen, dat er weer vrachtwagens naar Soedan gaan. Lost dat het politieke probleem op? Nee. Red je er mensenlevens mee? Ja.”
Maar ze herkent de scepsis. Soms moest ze aan haar broer uitleggen dat ze urenlang niet bereikbaar was omdat ze moest onderhandelen over iets waar hij van zegt: ‘wat heb het voor nut’?
„Je kunt heel somber zijn over de tijd waar we in zitten. En ik moet zeggen dat mij ook af en toe wel de moed een beetje in de schoenen zinkt. Er is nauwelijks zicht op een oplossing voor Gaza en nauwelijks zicht op een oplossing voor Oekraïne, en laten we niet vergeten: er is nauwelijks zicht op een oplossing voor Soedan. Toch heeft het werk hier me gesterkt in de overtuiging dat we moeten proberen er met zijn allen uit te komen. Ook al is het soms twee stappen voorwaarts, drie stappen achterwaarts.”
,,Alle 193 landen hebben het afgelopen jaar de tijd, energie en middelen gevonden om veel in dit proces te steken”, zegt ze. „Als het Pact er ligt is dat toch een teken: we moeten het doen, we moeten dit systeem sterker maken.”
Ook Gowan ziet het Pact als een teken dat verreweg de meeste VN-leden ondanks alles toch hechten aan het multilaterale overleg. „In een tijd dat de sfeer rond de VN zo negatief is, is het feit dat landen bijeenkomen en dertig pagina’s kunnen vullen met waar ze het over eens zijn, ook is veel daarvan niet origineel, zegt iets. Het is een teken dat er een brede consensus is om te proberen het multilaterale systeem overeind te houden. Ik denk dat veel landen hebben doorgezet omdat ze dachten: we moeten laten zien dat we op zijn minst érgens toe in staat zijn.”
‘Kijk! Je kunt deze walvis haarscherp zien. Onze drone filmt dit op vijftig kilometer afstand,” pronkt Leandro Pienaar, hoofd bedrijfsontwikkeling van wapenproducent Milkor, terwijl hij op het scherm van zijn telefoon wijst. Pienaar zit met de militair attaché van Senegal in Zuidelijk Afrika, kolonel Alexis Vasse, in het grondstation van de nieuw ontwikkelde drone, de Milkor 380.
Eén wand van de container is bedekt met beeldschermen, het bedieningspaneel ervoor is gevuld met joysticks en knoppen. Vlak ernaast in de tot expositieruimte omgetoverde hangar staat de drone zelf. Met een lengte van 9 meter en een spanwijdte van bijna 19 meter neemt het onbemande vliegtuig een imposante plek in tijdens de tweejaarlijkse AAD defensiebeurs op de luchtmachtbasis Waterkloof in Pretoria. De Mozambikaanse minister van Defensie wint ondertussen met zijn delegatie informatie in over de drone en de pantserwagen ernaast.
In de stoel van de Senegalese kolonel zat een dag eerder nog de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa, geflankeerd door minister van defensie Angie Motshekga en commandant der strijdkrachten Rudzani Maphwanya. Het drietal had net de defensiebeurs geopend om steun te betuigen aan de Zuid-Afrikaanse defensie-industrie. Die is van groeiend economisch belang. Zuid-Afrika exporteerde in 2023 voor 7,1 miljard rand aan wapens (bijna 365 miljoen euro), bijna 55 procent meer een jaar eerder.
Hoewel het daarmee de grootste wapenexporteur van het continent is, leven er zorgen. Staatsbedrijf Denel, Zuid-Afrika’s grootste wapenproducent, verkeert in grote financiële problemen. De kasplunderingen bij staatsbedrijven en systematische corruptie onder de voormalig president Jacob Zuma hebben de wapenbouwer bijna te gronde gericht. De staat moest in 2021 bijspringen met een schuldverlichting ter waarde van omgerekend zo’n 165 miljoen euro en in 2022 met een som van zo’n 175 miljoen euro voor een herstructureringsplan. Van de meer dan 15.000 werknemers die het in 1992 had, zijn er nog 1.655 over.
Veel voormalige Denel-ingenieurs werken inmiddels bij private wapenproducenten zoals Milkor. Nu het staatsbedrijf nauwelijks meer financiering heeft voor de ontwikkeling van nieuwe wapens, neemt de private defensie-industrie een steeds prominentere rol in. Leandro Pienaar van Milkor prijst intussen zijn drone verder aan: „Als het systeem een boot of een tank ziet, scant het direct de omgeving en laat het zien of er nog meer van in de omgeving zijn.” De Senegalese militair attaché kijkt aandachtig naar de schermen en knikt. „Als jullie mij vandaag nog een e-mail sturen met de informatie waar ik om gevraagd heb, dan kan ik de zaken regelen.” Senegal is de op twee-na grootste importeur van wapentuig in Sub-Sahara Afrika.
Terwijl de Senegalese militair attaché het grondstation uitloopt, gooit hij nog wat extra gewicht in de schaal: „Het komt rechtstreeks van president Bassirou Diomaye Faye. Die heeft mij gestuurd om defensiematerieel te kopen.” Die boodschap valt bij de mensen van Milkor in vruchtbare aarde. Met alle egards benadrukt Pienaar de mail te sturen en biedt en passant zijn potentiële klant een uiteenlopende reeks extra’s aan, van gratis wapens tot golfdagen en speciaal bier.
Made in South-Africa
Hoewel de ‘380’ van de particuliere wapenbouwer Milkor nog maar een jaar geleden zijn eerste testvlucht maakte, zijn er al vijf drones in dienst bij de Zuid-Afrikaanse luchtmacht. Verder levert Milkor toestellen aan Saoedi-Arabië en heeft het een licentie om de drone lokaal te produceren. Ook lijkt een deal met de Verenigde Arabische Emiraten aanstaande en zijn er vergaande gesprekken met de Democratische Republiek Congo.
In een Afrikaanse samenwerking kunnen we elkaar als broeders sterker maken. Plus: deze wapens zijn minder duur en de kwaliteit is bijna net zo goed
Ook opereert Milkor buiten het Afrikaanse continent. Onlangs startte het een divisie in het aan Oekraïne grenzende Polen, een strategische keuze om een betere band te creëren met de NAVO en Europese lidstaten. Het ogenschijnlijke succes van de 380-drone is volgens Juandré de Bruyn, de algemeen directeur van deze Poolse divisie, te danken aan de Zuid-Afrikaanse ervaring en kennis op het gebied van onbemande vliegtuigen. „Ons leger maakt al sinds de jaren ’80 gebruik van drones, ver voordat andere landen dat deden. Staatsbedrijf Denel ontwierp toen de Seeker-drone en die kennis is goud waard. Veel van de ontwikkelaars van de Seeker hebben bij ons in dienst aan de 380 gewerkt.”
Ten tijde van de Apartheid maakte de Seeker zijn eerste vlucht. Het toenmalige regime was voor de bewapening grotendeels op zichzelf aangewezen vanwege een internationale boycot, maar vocht in die jaren een oorlog in Angola, Namibië en Zambia. Eind jaren ’70 werd besloten om op grote schaal eigen wapens te ontwikkelen en te produceren. „Zuid-Afrika heeft sinds die tijd waardevolle technische kennis opgedaan om wapens te maken van hoogwaardig staal uit onze mijnen”, zegt defensie-analist Helmoed-Römer Heitman. „Op de schepen en de vliegtuigen na zijn bijna alle wapens en het materieel van ons leger gemaakt in Zuid-Afrika.”
Lees ook
de wereld gaf nog nooit zo veel geld uit aan wapens
Problemen bij staatsbdrijf
Op een veld naast de landingsbaan even verderop dreunt een harde knal. Een team van de Zuid-Afrikaanse luchtmobiele brigade heeft een explosief tot ontploffing gebracht. Even later ontsteken de soldaten een groene rookfakkel om hun positie te laten zien aan de rondcirkelende helikopters. Eén van de vier Oryx-transporthelikopters nadert het team. Toekijkende militairen, defensie ambtenaren en diplomaten grijpen hun telefoons om te filmen hoe een touw uit de door Denel geproduceerde helikopter zakt. „Dit is een uiterst gevaarlijke manoeuvre die we alleen uitvoeren als de helikopter niet kan landen,” galmt het uit de speakers. Zes Rooivalk gevechtshelikopters, tevens van Denel, bulderen in koppeltjes voorbij ter bescherming. Terwijl leden van de luchtmobiele eenheid nog in het touw hangen, stijgt de Oryx weer op. Het publiek is zichtbaar onder de indruk.
Bij de Denel-stand legt ingenieur Sid Singh van de Aeronautics-tak uit hoe belangrijk de Rooivalk en de Oryx zijn voor het bedrijf. „Dankzij de onderhoudscontracten die we met de Zuid-Afrikaanse krijgsmacht hebben voor de Oryx en de Rooivalk overleeft Denel Aeronautics.” Het bedrijf heeft een plan ingediend bij Defensie voor een nieuwe versie van de verouderde Rooivalk. „Dat zou Denel er weer bovenop kunnen helpen, want ook in het buitenland is er interesse voor dit pronkstuk van de Zuid-Afrikaanse wapenindustrie” meent Heitman, „maar het is de vraag of onze defensie geld heeft voor zo’n duur project.”
Dit jaar geeft Zuid-Afrika 0,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uit aan defensie, omgerekend circa 2,5 miljard euro. Ter vergelijking, de NAVO, waar Zuid-Afrika geen lid van is, hanteert een richtlijn van 2 procent. Nederland komt daar met 2,05 procent dit jaar net boven. Veel vertrouwen in de politiek hebben de Zuid-Afrikaanse bedrijven op deze beurs niet. „De infrastructuur van het land ligt in puin, daar geeft de regering prioriteit aan,” analyseert Singh.
Diplomatieke rel
Hoewel wapenfabrikanten uit veel verschillende landen aanwezig zijn op wapenbeurs AAD, ontbreken de grote spelers uit de Verenigde Staten. ’s Werelds grootste wapenexporteur, normaal sterk vertegenwoordigd, is dit jaar op drie kleine bedrijven na afwezig – naar verluidt vanwege een politiek dispuut om een bilaterale overeenkomst. Deze overeenkomst, die niet is verlengd, schept het kader waarbinnen Amerikaanse militairen in Zuid-Afrika mogen opereren. De Zuid-Afrikaanse krijgsmacht beweert echter dat de VS hebben verzuimd om de vereiste landingsrechten aan te vragen.
Deze kwestie volgt op een eerdere diplomatieke rel tussen beide landen over het afmeren van een Russisch schip in de Zuid-Afrikaanse kustplaats Simonstad, waar een grote marinebasis is gelegen. In mei 2023 beschuldigde de Amerikaanse ambassadeur Reuben Brigety Zuid-Afrika ervan wapens op het schip te hebben geladen die vervolgens naar Rusland zijn gebracht.
Hoewel de VS wereldwijd de grootste wapenexporteur zijn, is Rusland de grootste wapenleverancier voor Afrika. Volgens cijfers van het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) kwam over de periode 2019-2023 was 24 procent van de door Afrika geïmporteerde wapens van Russische makelij, gevolgd door de VS (16 procent) en China (13 procent).
Russen prominent aanwezig
De Russische wapenbedrijven zijn dan weer wel prominent aanwezig op deze beurs. Er zijn verschillende stands waar bommen, raketten, drones en pantservoertuigen worden aangeprezen. Vooral bij die machinegewerenproducent Kalasjnikov, bekend van de AK-47, lijken de zaken goed te lopen. Op twee wanden hangt een uitgebreid arsenaal aan machinegeweren en handvuurwapens. Als mobiele telefoons in een elektronicazaak zijn de wapens met een spiraaldraad aan de wand vastgemaakt, zodat klanten de geweren kunnen pakken, doorladen en aanleggen – zonder ermee vandoor te gaan.
Een verkoper haalt verschillende pistoolmitrailleurs van wand en laat een klant zien hoe ze doorladen. De man wil, behalve dat hij Zuid-Afrikaan is, niets kwijt over zijn identiteit. De verkoper wimpelt moeilijke vragen af. „De situatie in de wereld is op dit moment erg ingewikkeld, dus ik kan echt niets zeggen.”
De Senegalese militair attaché Vasse is blij dat de Russen zijn gekomen om het gat op te vullen na „het verlies” van de Amerikanen. „Je hebt hier de Russen, de Chinezen en de Turken en ze hebben allemaal enorm veel wapentuig meegenomen, van vliegtuigen tot handwapens. En ze stellen nog minder voorwaarden bij de verkoop van hun wapens ook.”
Als het aan kolonel Vasse ligt, koopt zijn land vooral Zuid-Afrikaanse wapens. „In een Afrikaanse samenwerking kunnen we elkaar als broeders sterker maken. Plus, deze wapens zijn minder duur en de kwaliteit is bijna net zo goed.” De Senegalese militair loopt terug naar de Leandro Pienaar en zijn collega’s van Milkor om ze de hand te schudden. Voor hij vertrekt herinnert Vasse de mannen aan hun eerdere aanbod bij de drone. „Ik speel trouwens geen golf en drink geen bier – maar vergeet dat proefpakket van wapens niet op te sturen.”
Weinig mensen zullen de verkiezingen voor een nieuw deelstaatparlement in Brandenburg, komende zondag, zo gespannen tegemoet zien als kanselier Olaf Scholz (SPD). Net als bij de deelstaatverkiezingen in Thüringen en in Saksen eerder deze maand staat de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) in de peilingen op forse winst. Als de AfD ook in Brandenburg de grootste partij wordt, komt de toch al wankele positie van Scholz verder onder druk te staan.
De SPD is vanouds sterk in de deelstaat die Berlijn omkranst. Sinds de Duitse eenwording wordt Brandenburg geregeerd door sociaal-democraten, sinds elf jaar door de SPD’er Dietmar Woidke. Maar nu dreigt de SPD deze thuiswedstrijd te verliezen, en volgens de regionale SPD zitten de schuldigen in Berlijn.
Dietmar Woidke verzocht Scholz nadrukkelijk om zijn gezicht niet te laten zien tijdens de verkiezingscampagne, terwijl Scholz in de Brandenburgse hoofdstad Potsdam woont. Woidkes plaatsvervanger riep zelfs de SPD’ers in Berlijn op om niet in talkshows te verschijnen, omdat de optredens van sommigen „ondraaglijk” zouden zijn. Woidke heeft aangekondigd dat hij het bijltje erbij neergooit als de SPD niet de grootste partij wordt. Kort voor de verkiezingen staat de SPD op zo’n 25 procent in de peilingen, de AfD op zo’n twee procentpunten meer.
Wissel
Al na de verkiezingsuitslagen in Thüringen en Saksen, waar de SPD uiterst magere resultaten behaalde, klonk grote ontevredenheid over de sociaal-democraten in Berlijn, maar met het oog op de verkiezingen in Brandenburg werd de kritiek niet al te openlijk geventileerd. Na die verkiezingen zal dergelijke discretie verdwijnen. En Woidke heeft goede reden om zijn moeizame verkiezingscampagne te wijten aan Olaf Scholz: volgens een peiling vindt de helft van de Brandenburgers Woidke een goede minister-president. Ze zouden opnieuw op hem stemmen, ware het niet dat de SPD in Berlijn er volgens de kiezers een puinhoop van maakt. Volgens een recente peiling van de ZDF is 77 procent van hen ontevreden over het werk van Scholz.
Een jaar voor de Bondsdagverkiezingen, die gepland zijn in september 2025, is de deelstaatverkiezing in Brandenburg de laatste barometer voor de landelijke verkiezingen. Mogelijk zijn ze al beslissend voor Scholz’ politieke toekomst. In de SPD gaan stemmen op om hem als lijsttrekker voor de volgende verkiezingen te vervangen, naar voorbeeld van de presidentskandidatenwissel bij de Amerikaanse Democraten. Veel SPD-Bondsdagleden vrezen voor hun baan, als in 2025 slechts tweederde of minder van de huidige fractie wordt herkozen. SPD-coryfee Franz Müntefering zei in de krant Tagesspiegel dat het lijsttrekkerschap nog niet vaststaat. Maar net als in de VS is het ook in Duitsland zeer ongebruikelijk om een zittend regeringsleider onder druk te laten afzien van zijn lijsttrekkerschap.
Conflicten in coalitie
De voornaamste kritiek op Scholz, van zowel partijgenoten als van kiezers, is dat hij onvoldoende de leiding neemt. Dat uit zich voor de Duitse burger in het voortdurende conflict in de coalitie van SPD, Groenen en FDP. Op geen enkel dossier lijken de drie partijen het eens te worden zonder eerst openlijk en langdurig te ruziën. Met name de Groenen en de liberale FDP, die ideologisch het verst uit elkaar liggen, lijken elkaar geen enkele concessie meer te gunnen. Scholz laat zijn coalitiepartners rustig begaan – alsof hij denkt dat hij er als lachende derde electorale winst mee kan behalen.
Maar de houding van Scholz, wiens rol er uit bestaat om de strijdende Groenen en FDP weer met elkaar aan tafel te krijgen, is volgens veel van zijn partijgenoten veel te passief. De sociaal-democratische plannen waarmee Scholz in 2021 werd verkozen, waaronder betaalbare woningen en vaste pensioenen, komen maar mondjesmaat van de grond. Door het SPD-bestuur wordt Scholz nu openlijk gedwongen om in het resterende jaar de SPD-agenda door te zetten.
Met argwaan bekeken
De kritiek uit de eigen partij weegt des te zwaarder omdat Scholz door een groot deel van de sociaal-democraten altijd al als technocraat werd beschouwd en met enige argwaan bekeken.
Scholz deed in 2019 vergeefs een gooi naar het partijvoorzitterschap. In 2020 werd hij lijsttrekker van de partij, omdat hij als minister van Financiën in het laatste kabinet Merkel relatief bekend was en bovendien op veel ervaring kon bogen. „Wie leiding bestelt, krijgt leiding”, recyclede Scholz in 2021 een slogan die hij eerder gebruikte om burgemeester van Hamburg te worden. In 2021 won Scholz de Bondsdagverkiezingen tegen alle verwachtingen in, mede dankzij ongelukkige campagnes van zijn concurrenten Armin Laschet (CDU) en Annalena Baerbock (Groenen).
Als kanselier zou Scholz tenminste de nodige ervaring en politiek vakmanschap kunnen laten zien, was de overtuiging van SPD’ers en ook Scholz’ eigen pitch. Maar partijgenoten én kiezers twijfelen nu juist daaraan. Voor een voormalig minister van Financiën was het oordeel van het constitutioneel hof in Karlsruhe, dat de eerste begroting van de coalitie als onwettig bestempelde, een pijnlijke afgang. Ook in de begroting voor 2025 ontbreken nog zo’n 12 miljard euro.
Symbolische grenscontroles
Vorig jaar verkondigde Scholz dat hij „grootscheeps” uitgeprocedeerde asielzoekers wilde laten uitzetten. In augustus pleegde juist een asielzoeker die uitgezet had moeten worden een dodelijke aanslag in Solingen, waarop de regering Scholz enigszins symbolische grenscontroles invoerde. Ook economisch loopt het niet goed: van de G7-landen herstelt Duitsland het langzaamst van de corona-dip. Om concurrerend te blijven moet Europa fors investeren, verkondigde oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank Mario Draghi twee weken geleden, en hij leek daarmee niet in de laatste plaats Duitsland te bedoelen. Maar onder Scholz en diens conservatieve minister van Financiën Christian Lindner (FDP) zullen zulke investeringen niet plaatsvinden.
„Ik wil vechten”, zei Scholz onlangs in een interview bij tv-zender ZDF. Niet dat Scholz zich erg onder de indruk toont van de alomtegenwoordige kritiek: hij denkt dat hij het tij binnen een jaar nog kan keren. De christen-democraten benoemden deze week CDU-voorzitter Friedrich Merz tot lijsttrekker, in de peilingen ligt de CDU op royale winst. Maar Merz is grillig, maakt nogal eens verbale uitglijders, en heeft anders dan Scholz geen enkele regeringservaring. Mogelijk denkt Scholz dat hij stoïcijns moet afwachten. Dat zijn concurrenten het net als in 2021 voor zichzelf zullen verbruien en hij uiteindelijk toch weer komt bovendrijven.