N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Staatsbezoek Het is al weken onrustig in Noord-Ierland, 25 jaar na het Goedevrijdagakkoord. Dinsdag vond de politie vier pijpbommen. Die worden in verband gebracht met nationalisten die maandag de politie hebben bekogeld met molotovcocktails.
De Amerikaanse president Joe Biden is dinsdagavond aangekomen in Belfast. Hij brengt een kort bezoek aan Noord-Ierland, waar hij woensdag een reeks afspraken op de agenda heeft staan. Het is al weken onrustig in het land, maar dat was voor Biden geen reden om zijn bezoek af te zeggen, zei hij volgens internationale persbureaus. De president is in Noord-Ierland om te markeren dat 25 jaar geleden het Goedevrijdagakkoord is ondertekend, waarmee een eind kwam aan de gewelddadige strijd tussen katholieke nationalisten en protestantse unionisten.
Het dreigingsniveau in Noord-Ierland was twee weken geleden al verhoogd naar ernstig — waarmee een aanslag zeer waarschijnlijk wordt geacht — nadat een politie-inspecteur was neergeschoten. In Londenderry, zo’n 110 kilometer van Belfast, vond de politie dinsdag vier pijpbommen op een begraafplaats. Dat zijn geïmproviseerde explosieven die de politie in verband brengt met de nationalisten die maandag voor onrust zorgden. Toen bekogelde een groep gemaskerde demonstranten een politiewagen met brandbommen.
Biden werd op het vliegveld van Belfast verwelkomd door de Britse premier Rishi Sunak, met wie hij woensdagochtend weer een ontmoeting heeft. Daarna spreekt de Amerikaanse president met de leiders van de vijf belangrijkste politieke partijen in Noord-Ierland. Biden sluit het bezoek af met een toespraak bij de universiteit van Ulster in Belfast. Hij reist vervolgens door naar Ierland voor een bezoek van drie dagen. Biden zal daar onder meer het parlement in Dublin toespreken en huizen van zijn voorouders bezoeken.
Verdeelde samenleving
Het Goedevrijdagakkoord hield in dat Noord-Ierland bij het Verenigd Koninkrijk bleef horen, maar dat de grenzen naar de Ierse Republiek opengingen. Het zorgde weliswaar voor een eind aan de bloedige strijd, maar de samenleving is nog altijd diep verdeeld. Scholen en wijken zijn voor het grootste deel gesegregeerd en nog altijd zijn er veel katholieke nationalisten die voor een verenigd Ierland zijn, terwijl protestantse unionisten juist bij het Verenigd Koninkrijk willen blijven.
Nog altijd zijn er kleine groepen die af en toe aanvallen uitvoeren in Noord-Ierland. De politie had eerder gewaarschuwd voor mogelijke aanslagen tijdens het paasweekend. Er zouden dreigingen zijn geweest van dissidente republikeinen.
Coalitiepartij NSC is donderdag zwaar onder vuur komen liggen over de beslissing van het kabinet om geen extra Afghaanse bewakers naar Nederland te laten komen. Tijdens een debat van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken wist NSC-woordvoerder Isa Kahraman niet uit te leggen waarom zijn partij een eerdere beslissing van het demissionaire kabinet-Rutte IV heeft herroepen.
Kahraman kwam daarmee onder vuur van zowel de linkse oppositie als voormalige coalitiepartijen van Rutte IV.
Nederland heeft vanaf 2002 militaire missies uitgevoerd in Afghanistan, waarbij vaak lokaal personeel is ingehuurd. Een commissie onder leiding van oud-topambtenaar Ruys concludeerde vorig jaar dat er onvoldoende is nagedacht over de veiligheid van Afghaanse bewakers van de Nederlandse ambassade in Kabul en de militaire bases in Uruzgan. Naar aanleiding daarvan stemde een ruime Kamermeerderheid (inclusief kamerlid Pieter Omtzigt) voor een motie van Kati Piri (GroenLinks/PvdA) om meer te doen voor Afghaanse bewakers, die sinds de machtsovername van de Taliban gevaar lopen.
‘Schaamte’
„Ik zit hier met een gevoel van schaamte”, zei buitenlandwoordvoerder Don Ceder (ChristenUnie) – die ook reserve-officier is bij de Koninklijke Landmacht. CDA-woordvoerder Derk Boswijk – ook reserve-officier – deed een persoonlijk beroep aan minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC). „De minister is een mens, en geen robot.”
Afgelopen dinsdag stemde een meerderheid van de Tweede Kamer tegen een plenair debat over de Afghaanse bewakers. Tijdens het commissiedebat van donderdag bleek echter een meerderheid van de Kamer ontevreden over de ambtelijke stukken waarom de commissie had gevraagd. De Vaste Commissie Buitenland van de Tweede Kamer zal daarom volgende week opnieuw samenkomen om te debatteren over de kwestie.
De financiële plannen van het kabinet leken na de onderhandelingen in augustus waterdicht. Op Prinsjesdag liep minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) lachend met zijn koffertje de grote debatzaal van de Tweede Kamer binnen. Om zijn begroting en de Miljoenennota zat een strik: hij was klaar. Tenminste, dat dácht hij. Want hoewel Heinen voor de begroting steun lijkt te krijgen, blijken de toekomstplannen nog een gevoelig los einde te hebben.
Tweede Kamerlid Tjebbe van Oostenbruggen van coalitiepartij NSC was namelijk „onaangenaam verrast” door een bezuiniging op ontwikkelingshulp. Dat zei hij tijdens het jaarlijkse debat over de begroting met de minister van Financiën woensdag en donderdag.
De coalitiepartijen zijn overeengekomen dat het kabinet meer dan 2 miljard bezuinigt op ontwikkelingshulp. Maar daar bovenop, bleek uit de begroting, snijdt het kabinet meer, ook komende jaren. Het laat namelijk een tientallen jaren oude norm los waarmee de uitgaven aan ontwikkelingshulp gekoppeld zijn aan de grootte van de economie. Dáár heeft NSC niet mee ingestemd, zegt Van Oostenbruggen.
Waarom levert dit een extra bezuiniging op? De economie groeide in de economische voorspellingen van het Centraal Planbureau afgelopen augustus. Daarom heeft het kabinet tijdens de onderhandelingen kort voor Prinsjesdag bijvoorbeeld extra geld moeten bijleggen voor Defensie om aan de NAVO-norm van 2 procent van de economie te voldoen. Voor ontwikkelingshulp gold een norm van 0,7 procent van de economie. Ontwikkelingshulp kon daarom in augustus ook aanspraak maken op extra geld.
Minister Reinette Klever (PVV), die over ontwikkelingshulp gaat, heeft verwijzend naar de norm tijdens de onderhandelingen in de ministerraad afgelopen augustus ook om meer geld gevraagd. Dat financiële probleem is volgens bronnen rond het kabinet op voorspraak van minister Heinen opgelost door te zeggen: laten we die norm loslaten, in ieder geval voor 2025.
Nachtelijk overleg
Dat is best uitzonderlijk. De norm is in 1972 afgesproken bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en is later bevestigd door de Verenigde Naties. Nederland heeft zich daar sindsdien altijd aan gecommitteerd en kwam lang uit boven de 0,7 procent, zegt Peter Ras, woordvoerder van Oxfam Novib.
Het kabinet Rutte I en II schroefden dat tot ver onder de 0,7 terug. Rutte III en Rutte IV gaven weer iets meer uit aan ontwikkelingshulp, tot 0,66 procent, zegt Ras. Maar uitgaven aan ontwikkelingshulp bleven, ook bij dat terugschroeven, verbonden aan de economische groei. Vervolgens werden de bezuinigingen daarvan afgetrokken. Dit kabinet lijkt nu dus helemaal te willen afstappen van de koppeling, waardoor minister Klever niet automatisch aanspraak zou kunnen maken op extra geld als de economie groeit.
Het punt van Van Oostenbruggen is: op het volledig loslaten van de norm hebben de partijen die dit kabinet steunen in de Tweede Kamer nooit een akkoord gegeven. NSC en BBB zeggen allebei dat daar tijdens de coalitieonderhandelingen geen afspraken over zijn gemaakt.
En, zegt de NSC’er: tijdens de nachtelijke bijpraatsessies eind augustus op het ministerie van Financiën over de begroting, heeft de minister de aanwezige Kamerleden van de coalitiepartijen daar ook niet op gewezen. Hij wil daarom weten: heeft de minister van Financiën hier dan steun voor bij ándere partijen?
Heinen keek fronsend toe vanuit het ministersvak. Op donderdag gaf hij een ingewikkeld antwoord. Hij kon niet garanderen dat het budget voor ontwikkelingshulp automatisch gekoppeld blijft aan de ontwikkelingen van de economie. En simpel omschreven zei hij ook: als je wél zou koppelen, dan moeten we daar geld voor vinden bij de volgende momenten als we daarover beslissen. Oók in komende jaren.
Het is zeer de vraag of Heinen voldoende steun heeft voor het loslaten van de koppeling. De ChristenUnie heeft namelijk een motie klaarliggen waarin het oproept om de 0,7-procentsnorm te behouden. De motie is ook ondertekend door GroenLinks-PvdA, D66, CDA, SGP en Volt. Ook SP, Partij voor de Dieren en Denk zullen de motie naar verwachting steunen.
Als NSC dinsdag ook voor de motie stemt, ziet Heinen een meerderheid tegenover zich. Het is nog niet duidelijk hoe NSC dinsdag zal stemmen. Van Oostenbruggen zegt tegen NRC de motie eerst met zijn fractie te willen bespreken.
Btw-verhoging
Het kán, als de minister van Financiën het slim speelt, ook een kans zijn. Voor de begroting van 2025 heeft het kabinet in de Eerste Kamer nog geen meerderheid. Heinen is in de augustusonderhandelingen de christelijke partijen al tegemoetgekomen door de versobering van de giftenatrek deels terug te draaien. Als hij een oplossing weet te vinden voor de 0,7-procentsnorm, heeft hij op nog een punt geluisterd naar de christelijke partijen.
Verder verliepen de financiële beschouwingen rimpelloos. Op andere punten van de begroting hield de coalitie het front wel gesloten. Begrotingsaanpassingen leken niet mogelijk. Voor de oppositiewens om de btw-verhoging op onder andere boeken en cultuur terug te draaien, is vooralsnog geen geld gevonden. Als dat wel gevonden wordt, dan hebben de coalitiepartijen afgesproken dat ze het alle vier eens moeten zijn met de herkomst van het geld.
Een aantal partijen was ontevreden over de economische voorspellingen van het CPB. Die laten vaak een negatief beeld zien, zeggen partijen, maar achteraf valt dat vaak mee. Eind september bleek bijvoorbeeld dat Nederland, in tegenstelling tot eerdere verwachtingen, meer geld ontvangt dan het uitgeeft. Heinen reageerde dat Nederland beter raamt dan andere landen en wijst erop dat we door de coronapandemie uit economisch lastig voorspelbare jaren komen. Hij werkt aan een manier om realistischer te begroten en stelt daarvoor een „expertgroep” op.
Lees ook
Kabinet wil snoeien in ontwikkelingshulp: ‘Als iets wordt wegbezuinigd, is de kans heel klein dat het terugkomt’
Ajax heeft in zijn tweede wedstrijd in de Europa League geen vervolg kunnen geven aan de eerdere klinkende start in het toernooi. In Tsjechië werd het 1-1 tegen Slavia Praag. De Amsterdammers speelden het laatste kwartier met tien man na een rode kaart voor verdediger Youri Baas.
Trainer Francesco Farioli moest puzzelen voor de wedstrijd, nadat Jordan Henderson, Kian Fitz-Jim en Bertrand Traoré zich in de ziekenboeg meldden, waar onder meer Wout Weghorst, Steven Berghuis en Sivert Mannsverk al in zaten. Kristian Hlynsson en Branco van den Boomen kregen daardoor een kans in de basis.
Ondanks een fel begin van Slavia Praag waren de eerste kansen voor Ajax-spits Brian Brobbey, die het vizier niet op scherp had staan. Branco van den Boomen had dat wel: hij benutte in de 18e minuut een penalty nadat rechtsbuiten Christian Rasmussen in het strafschopgebied onderuit werd gehaald. Slavia Praag kreeg steeds meer de controle over de wedstrijd, al resulteerde dat voor rust niet in grote kansen. Brobbey had nog wel de mogelijkheid op de 0-2, maar schoot naast.
Overleven in Praag
De tweede helft werd overleven voor Ajax: Slavia Praag zette de bezoekers constant onder druk en het lukte de Amsterdammers niet om daar onderuit te voetballen. Hoe beperkt de keuzes voor trainer Farioli waren, bleek toen vleugelverdedigers Owen Wijndal en Anton Gaaei werden ingebracht voor buitenspelers Mika Godts en Christian Rasmussen.
De boomlange invaller Tomas Chory kopte niet veel later de gelijkmaker binnen, en toen Youri Baas zijn tweede gele kaart kreeg, kon Ajax al helemaal niet meer dan proberen tegen te houden. De Tsjechen kwamen echter niet meer tot grote kansen en Ajax zal tevreden zijn met het gelijkspel, het hoogst haalbare in Praag.