Bewoners van de portiekflat in de Rotterdamse wijk het Nieuwe Westen waar dinsdagochtend een brand uitbrak na een explosie kunnen voorlopig niet naar huis. Dat heeft een woordvoerder van de gemeente Rotterdam dinsdagmiddag laten weten tegenover persbureau ANP. Het gaat om zo’n veertig bewoners van veertien woningen in het pand.
De brand ontstond dinsdagochtend rond 04.30 uur in een pand aan de Allard Piersonstraat. ,,We zoeken een donker geklede man die wegrende in de richting van de Beukelsdijk”, schrijft de politie op X. De politie gaat ervan uit dat de man het pand opzettelijk binnendrong om daar het explosief te plaatsen en meldt getuigen op zich te melden. Van de dader ontbreekt vooralsnog elk spoor.
Bij de ontploffing en de brand werden twee mensen naar een ziekenhuis gebracht omdat ze rook hadden ingeademd. Een derde persoon werd ter plekke nagekeken door ambulancepersoneel. Vorig jaar vonden er twee explosies plaats in dezelfde straat, waarvoor meerdere verdachten werden aangehouden. Een woordvoerder van de politie laat tegenover persbureau ANP weten het ,,onwaarschijnlijk” te achten dat de ontploffing van dinsdag verband houdt met de twee incidenten van vorig jaar.
De geëvacueerde bewoners zijn in een nabijgelegen sporthal opgevangen. De gemeente kijkt of er onderdak voor hen moet worden geregeld. Het lukte NRC dinsdagmiddag niet om de gemeente telefonisch te bereiken.
‘Een lerende organisatie.’ Zo noemen veel bedrijven zich graag. Maar hoe breng je dat in de praktijk? Op weinig plekken is leren zo verweven met het werk als in een opleidingsziekenhuis. Ik liep een dagje mee met de internisten van het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) in Den Haag om de kunst af te kijken.
Kwart over acht. De overdracht van de afdeling interne geneeskunde gaat van start. De nachtploeg mag naar huis, de dagploeg begint. In de vergaderzaal zitten dertig medici rond een groot scherm. Hierop verschijnt alle informatie over de nieuwe patiënten van de afgelopen nacht.
De arts-assistent van de nachtdienst doet verslag. Vier opnames deze keer. Daardoor kan elke casus uitgebreid besproken worden. Meestal zijn het er tien of meer, dan ligt het tempo hoger.
„Wat zien we?” Internist Herman Hofstee leidt de vergadering en vuurt vragen af op zijn collega’s. Het gaat over een foto van lymfecellen. Eerst mogen de co-assistenten reageren, daarna de arts-assistenten. Af en toe laat hij een collega-specialist iets uitleggen: „Waarom kiezen we voor deze behandeling?” Het is overleg en onderwijs tegelijk.
Na de overdracht, om negen uur, is er nog een kwartiertje voor de ‘co’s’. Zijn er vragen? Begrijpen ze alle vaktermen? Wat willen ze onthouden? „De kunst is om voortdurend in te spelen op wat mensen al weten én nog moeten leren”, zegt Hofstee.
Wat zie je verder op zo’n dag? Een beknopt overzicht:
-Voorbereiding. Hofstee en collega’s leiden co-assistenten en jonge artsen op. Daartoe laten ze zich regelmatig trainen: hoe draag je vaardigheden over, hoe creëer je leermomenten in het werk?
-Voorbeeldgedrag. Senior-artsen doen handelingen voor, leggen uit wat ze doen en waarom.
-De bal rondspelen. Tijdens overleggen kan iedereen vragen stellen en kennis delen. Of het nu gaat om de overdrachten, een korte stand-up of een multidisciplinair overleg rond complexe casussen.
-Natuurlijke leermomenten. Een internist bezoekt met co’s en assistenten een patiënt; daarna volgen direct vragen. Wat weet je nu? Wat wil je onderzoeken? Jonge artsen noteren daarnaast zelf dagelijks op een A4’tje wat ze willen leren.
-Persoonlijke begeleiding. Als jonge arts krijg je een vakinhoudelijke supervisor, een mentor die met je praat over je ontwikkeling en een buddy die praktische vragen kan beantwoorden.
-Praatjes. Collega’s verzorgen wekelijks korte colleges tijdens de overdrachten en langere op woensdag- en donderdagmiddag. In deze ‘praatjes’ worden in razend tempo bijzondere casussen en wetenschappelijk onderzoek besproken.
-Formeel onderwijs. Online cursussen, trainingsdagen en congressen zijn verplicht. Elk jaar maak je kennistoetsen om opleidingspunten te sparen. Uiteindelijk mag je meebeslissen over nieuwe kennis en kunde die wordt overgedragen.
Het lijkt op het klassieke gildesysteem. Oud en jong, werken en leren, basiskennis en het nieuwste onderzoek, alles loopt door elkaar bij de internisten in het HMC. Hofstee: „Je hebt een vak dat draait om kennis en kunde. Dat wil je delen, doorgeven aan de volgende generatie. Dat is wat iedereen hier bindt.”
Aanstaande moeders én vaders met een gezond gewicht hebben een grotere kans op een zwangerschap dan mensen met overgewicht of obesitas. Met elk punt op de BMI-schaal boven de gezonde range neemt die kans af – ook bij mannen. En vrouwen met overgewicht of obesitas hebben een bijna anderhalf keer grotere kans op een miskraam. Dat schrijven Rotterdamse onderzoekers deze week in het medisch tijdschrift JAMA Network Open.
Het zijn enkele uitkomsten uit het langjarige onderzoek Generation R van het Rotterdamse Erasmus MC.
Dat programma onderzoekt de groei, ontwikkeling en gezondheid van kinderen in Rotterdam. „Tussen 2002 en 2006 is de eerste lichting ouders ingestroomd”, vertelt kinderarts Vincent Jaddoe van het Erasmus MC, onderzoeksleider van de nieuwe studie. „Zij kregen bij elkaar bijna tienduizend kinderen, die nu volwassen zijn. Dat onderzoek liet zien dat factoren in de vroege zwangerschap heel bepalend zijn voor de ontwikkeling en gezondheid van kinderen. Sinds 2017 onderzoeken we, in het nieuwe programma Generation R Next, ook het belang van de fase vóór de zwangerschap.”
Vierduizend
Aan dit recentere onderzoek, wereldwijd het eerste in zijn soort, deden bijna vierduizend aanstaande ouderparen mee. Ze werden gevolgd vanaf het moment dat ze zwanger probeerden te worden. „We wisten al wel uit eerder onderzoek dat overgewicht en obesitas samengaan met een lagere vruchtbaarheid”, vertelt Jaddoe. „Maar dit is de eerste studie die jarenlang een hele bevolkingsgroep volgde, dus niet alleen stellen die al zijn doorverwezen, omdat ze moeilijk zwanger werden. We onderzochten de héle BMI-range. En dus ook de rol van de aanstaande vaders. Daarover is nog veel te weinig bekend.”
De BMI (bodymassindex) kijkt naar je gewicht in relatie tot je lengte. Bij volwassenen in de vruchtbare leeftijd ligt een gezonde BMI tussen de 18,5 en 25. Dat betekent dat iemand die 1 meter 70 lang is, tussen de 54 en 72 kilo weegt. Boven de 72 kilo heeft deze persoon overgewicht; boven de 87 kilo obesitas.
Opvallend is ook vrouwen met ondergewicht maar liefst 88 procent meer kans hebben op vruchtbaarheidsproblemen
De onderzoekers gebruikten twee maten voor vruchtbaarheid: de kans dat je in de volgende maand zwanger wordt en de kans dat je na twaalf maanden nog niet zwanger bent (dan spreken wetenschappers van vruchtbaarheidsproblemen). Bij vrouwen daalt die maandelijkse zwangerschapskans met zo’n 2 procentpunt voor elk punt op de BMI-schaal boven de 25; bij mannen met ongeveer 1 procentpunt. Uiteindelijk hebben vrouwen met overgewicht ongeveer 30 procent meer kans op vruchtbaarheidsproblemen, en met obesitas ongeveer 60 procent. Voor mannen geldt dat laatste ook.
„Vooral die uitkomsten bij mannen zijn opvallend”, zegt Jaddoe. „Uit kleinschalige studies weten we al wel dat bij veel mannen met obesitas het sperma afwijkend is. Dat zit hem in het aantal zaadcellen en mogelijk in het functioneren daarvan. Maar ook in de samenstelling van de vloeistof eromheen.” Nu blijkt dus dat bij mannen metéén buiten de gezonde BMI-range de zwangerschapskans al afneemt – dus niet alleen bij obesitas. „We zijn wel benieuwd waar hem dat precies in zit”, zegt Jaddoe. „Dat gaan we in Generation R Next verder onderzoeken.”
Lees ook
WHO: een op zes mensen worstelt met onvruchtbaarheid
Ondergewicht
Opvallend is ook dat óndergewicht invloed heeft op de vruchtbaarheid. Vrouwen met ondergewicht hebben maar liefst 88 procent meer kans op vruchtbaarheidsproblemen – veel meer dus dan vrouwen met obesitas.
„Ons onderzoek laat zien dat een gezond gewicht bij zowel vrouwen als mannen al vóór de kinderwens belangrijk is”, vat Jaddoe samen. „Uiteraard voor henzelf, maar dus ook voor de kansen op een gezonde zwangerschap.” Niet onbelangrijk, merkt hij op, want zo’n 40 procent van de mensen in deze leeftijdscategorie is te zwaar en 10 procent heeft ondergewicht.
Er zijn al wel programma’s die stellen helpen een gezond gewicht te bereiken of te behouden, zodra ze in een traject van vruchtbaarheidsbehandeling zitten, benadrukt Jaddoe. „Maar deze studie laat zien dat dit al daarvóór van belang is. Dat kan enorm veel positieve effecten hebben op de toekomstige ouders en hun kinderen. En het kan helpen de kosten te beperken die gepaard gaan met vruchtbaarheidsbehandelingen.”
De nieuwe wet die de belasting over vermogen moet gaan regelen, wordt wederom met een jaar uitgesteld. Ambtenaren op het ministerie van Financiën hebben geen mogelijkheid om de nieuwe wet zorgvuldig voor te bereiden, omdat zij te veel tijd kwijt zijn aan het compenseren van gedupeerde vermogenden. De nieuwe wet zal daarom op zijn vroegst in 2028 kunnen ingaan. Het uitstel kost de schatkist in 2027 naar verwachting nog eens 2 miljard euro door misgelopen belastinginkomsten.
Dat staat in een zogenoemde beslisnota die afgelopen dinsdag naar de Tweede Kamer is gestuurd. De nota maakt deel uit van een reguliere Kamerbrief over de voortgang van de zogenoemde herstelwet. Die moet aangepast worden nadat de Hoge Raad afgelopen juni oordeelde dat de manier waarop vermogenden gecompenseerd werden voor te veel betaalde belasting ondeugdelijk was.
Het is de zoveelste tegenslag in het dossier-box 3, zoals de heffing op vermogen heet. De oorspronkelijke wet, die vanaf 2017 de belasting op vermogens regelde, werd al in december 2021 buiten werking gesteld door de Hoge Raad. Belastingplichtigen hadden zich succesvol verzet tegen de wijze waarop de fiscus de hoogte van de aanslag vaststelde. Die hield geen rekening met het werkelijke rendement op sparen en beleggen en ging ook nog eens uit van een verdeling van het vermogen die niet op de werkelijkheid gebaseerd was. De Hoge Raad oordeelde dat de wet discrimineerde en in strijd was met de mensenrechten, omdat deze het eigendomsrecht van mensen aantastte.
Herstelwet onderuit
De vorige staatssecretaris van Financiën, de CDA’er Marnix van Rij, bedacht daarop een herstelwet om gedupeerde vermogenden te compenseren. Maar ook die werd onderuitgehaald door de hoogste rechter. Inmiddels is de rekening van de herstelbetalingen in box 3 opgelopen tot bijna 14 miljard euro, zo bleek uit de Miljoenennota de eerder deze week werd gepubliceerd. De kosten van het herstel zijn zo hoog, dat het kabinet besloten heeft de staatsschuld deels te laten oplopen om gedupeerden te kunnen betalen.
Uit de nota van de ambtenaren blijkt nu dat de tegenvallers met de herstelwet dusdanig veel beslag leggen op onder meer de IT-capaciteit van de fiscus dat er geen ruimte is om aan de nieuwe wet door te werken. De geplande invoeringsdatum voor de Wet werkelijk rendement wordt derhalve een jaar doorgeschoven, tot 2028.
Uit de nota van de ambtenaren blijkt tevens dat de huidige staatssecretaris van Financiën, NSC’er Folkert Idsinga, zich niet direct wil neerleggen bij nieuw uitstel. Al in de zomer heeft hij opgeroepen om in elk geval aan een ‘Plan B’ te werken. Dat zou in plaats van de nieuwe wet met een hele andere oplossing kunnen komen, die wél per 1 januari 2027 in werking kan treden. Er wordt gedacht aan het beginnen met een forfaitaire (fictieve) heffing en dan langzaam doorgroeien naar werkelijk rendement.