Betaalbedrijf Mollie gaat voor het eerst reorganiseren

Succesvolle techstart-up Volgens oprichter Adriaan Mol is het bedrijf zich juist aan het klaarmaken voor groei. „Dan kom je ook dingen tegen die niet efficiënt meer zijn.”

Een relatief klein aandeel – „misschien 5 procent”, aldus oprichter Adriaan Mol – van de ruim zevenhonderd werknemers verliest zijn baan.
Een relatief klein aandeel – „misschien 5 procent”, aldus oprichter Adriaan Mol – van de ruim zevenhonderd werknemers verliest zijn baan. Foto ANP/ Hollandse Hoogte
Het Amsterdamse betaalbedrijf Mollie, een van de meest succesvolle start-ups van Nederland, gaat na jaren van groei reorganiseren. Dat bevestigt oprichter en grootaandeelhouder Adriaan Mol maandag na berichtgeving in het Het Financieele Dagblad.

Een relatief klein aandeel – „misschien 5 procent”, aldus Mol – van de ruim zevenhonderd werknemers verliest zijn baan. Daarbij krijgt een deel een andere functie binnen Mollie. De betrokken werknemers zijn anderhalve week geleden geïnformeerd.

Mol benadrukt dat Mollie ook onlangs nieuwe vacatures heeft geopend, voor technisch geschoolde specialisten die aan Mollies product bouwen. „We zijn het bedrijf juist aan het klaarmaken voor groei,” zegt Mol, „dan kom je ook dingen tegen die niet efficiënt meer zijn.”

Kapitaalinjectie

Adriaan Mol richtte Mollie (vernoemd naar Mols bijnaam onder vrienden) op in 2004, in eerste instantie als een sms-dienst voor bedrijven om met klanten te communiceren. Inmiddels helpt Mollie meer dan 130.000 bedrijven in Europa met het regelen van hun digitale betalingsverkeer. Dat doet het bedrijf onder meer door het faciliteren van betalen via webwinkels.

Mollie leed vorig jaar 121 miljoen euro verlies op een omzet van 123 miljoen euro. Dat geld gaat voor een groot deel op aan personeel. Vorig jaar nam het aantal werknemers van Mollie met ruim driehonderd fulltimers toe.

In juni 2021 stak een groep investeerders 665 miljoen euro in Mollie voor ruim 10 procent van de aandelen, een van de grootste investeringsrondes ooit voor een Nederlandse start-up. De kapitaalinjectie gaf Mollie op papier een waarde van 5,4 miljard euro. De investering maakte de onderneming van Mol in één klap tot een van de hoogst gewaardeerde niet-beursgenoteerde fintechbedrijven in Europa.

Het is voor het eerst sinds de oprichting dat Mollie reorganiseert. Daarmee is het Amsterdamse bedrijf geen uitzondering in de alom geplaagde techsector, waar vrijwel alle bedrijven de afgelopen twee jaar, vaak meermaals, werknemers hebben moeten ontslaan. Techbedrijven zijn door investeerders jarenlang stelselmatig hoog gewaardeerd. Door de stijgende rente is kapitaal duur geworden en zijn durfkapitalisten terughoudend om in snelgroeiende, verliesgevende techbedrijven te investeren. Deze bedrijven zijn gedwongen hun kosten omlaag te brengen en snijden daarom in hun personeelsbestand.

Lees ook dit interview met Adriaan Mol uit juni 2021: ‘Ik vind het niet leuk om de baas te zijn en ben er niet goed in’

Veteraan in de betaalsector

Als onderdeel van de groeiplannen trok Mollie twee jaar geleden de Amerikaanse topman Shane Happach aan, een veteraan in de betaalsector. Techneut Mol, die eerder in een interview met NRC stelde de baas zijn „niet leuk” te vinden en „er niet goed in te zijn” – kreeg een vrije rol waarbij hij zich met technische teams kon bezighouden. In januari dit jaar vertrok Happach weer. Hij werd vervangen door Mols rechterhand Koen Köppen, die eerder verantwoordelijk was voor Mollies technische afdeling.

Onlangs stelde Mol in een interview met tech- en mediapodcast POM dat zijn bedrijf een „grove fout” had gemaakt door „veel te snel veel te veel mensen aan te nemen”. Het maakte dat Mollie de laatste jaren „heel corporate” was geworden, volgens de eigenaar. „We hebben veel dure mensen aangenomen die een aantal jaar bij Booking of Uber hebben gewerkt. Die hebben nog nooit een klant gesproken, komen dan binnen en gaan allerlei dingen doen die nergens op slaan”, zei Mol. „Uiteindelijk draait het om het product en de klant. Ik ben ergens wel blij met die hele crisis. Daardoor luisteren mensen weer wat beter naar mij. ”