Bendes in Haïti proberen de macht te grijpen nu de omstreden premier in het buitenland is

In Haïti lijkt een criminele couppoging gaande, nu bendes sinds vorige week met geweld druk zetten op de omstreden premier Ariel Henry om niet terug te keren van een buitenlandse reis.

Zondag bestormden gewapende bendes in de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince de grootste gevangenis, waardoor bijna vierduizend gedetineerden konden ontsnappen. Donderdag zaaiden ze al grote onrust door de internationale luchthaven, de politieacademie en politiebureaus onder vuur te nemen en vier agenten te doden.

Henry verliet het land vorige week om in Kenia een akkoord te bezegelen over de komst van een internationale vredesmacht naar Haïti. In 2022 verzocht hij de Kenianen om de Haïtiaanse politie te komen helpen de orde te herstellen in het land. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties gaf in oktober groen licht voor zo’n missie en ook de Bahama’s, Bangladesh, Barbados, Benin en Tsjaad zullen personeel leveren. Door de toenemende onveiligheid en politieke instabiliteit is het echter onzeker of en wanneer de internationale macht in het Caraïbische land actief kan worden.

Het afgelopen jaar is het aantal moorden meer dan verdubbeld en begin dit jaar voerden bendes het geweld verder op. Donderdag zei voorman Jimmy Chérizier (alias ‘Barbecue’) van de machtige bendefederatie ‘G9’ dat het doel van de nieuwe geweldsronde is dat Henry definitief wegblijft uit Haïti.

De premier leidt het landsbestuur sinds de huurmoord op president Moïse in 2021. Henry, slechts enkele dagen voor die moordaanslag tot premier benoemd, talmt sindsdien met het uitschrijven van nieuwe verkiezingen, wat de verdenking voedt dat hij de macht niet meer wil inleveren.

Zondag riepen de autoriteiten voor 72 uur de noodtoestand uit. De politie is opgedragen „alle middelen” te gebruiken om tussen 6 uur ’s avonds en 5 uur ’s ochtends een avondklok te handhaven en overtreders op te pakken.