Belgen, Duitsers, Chinezen, Portugezen – allemaal verdienen ze aan Berkellandse zonnestroom

Paul Knuvers liep, dat kun je wel stellen, op de troepen vooruit. Al in 2007 diende de bedachtzame inburgeringsdocent voor zijn partij GroenLinks een lijst met negentig klimaatvriendelijke ideeën in bij de gemeenteraad van Berkelland. Die gingen van de inkoop van 100 procent groene energie tot een gemeentelijk wagenpark op stroom en waterstof, van HR++ glas in alle kozijnen tot politietoezicht per zeppelin in plaats van per helikopter. Zijn belangrijkste voorstel: de ambitieuze fusiegemeente Berkelland moest een regionaal „koploper” worden op het gebied van duurzame energieproductie.

De lijst, waar hij weken aan had gewerkt, werd „met hoongelach” ontvangen. „Er was niet één partij voor.”

Zestien jaar later heeft Knuvers alsnog z’n zin. Berkelland telt inmiddels elf grote zonnevelden, geen van de zeven andere gemeenten in de Achterhoek wekt zoveel zonnestroom op. De afgelopen paar jaar zagen de inwoners van Borculo, Ruurlo, Neede, Geesteren en Eibergen hoe de ene na de andere akker een glanzend geschubde huid van glas en aluminium kreeg.

Toch had Knuvers zich de energietransitie heel anders voorgesteld. De meeste zonneparken binnen de gemeentegrenzen zijn – vaak al voordat de zonnepanelen lagen – doorgeschoven naar buitenlandse partijen. De stroom is verkocht aan multinationals, techgiganten en verzekeringsmaatschappijen. Belgen, Duitsers, Chinezen, Luxemburgers, Portugezen, Amerikanen – allemaal verdienen ze aan Berkellandse zonnestroom. Maar wat schieten de inwoners er mee op?

Tot nu toe weinig, blijkt uit een reconstructie van NRC. De hoop is gevestigd op de twaalfde en voorlopig laatste zonneweide. Die is van de coöperatie Berkelland Energie waarvan Knuvers bestuurslid is. Die wil „samen lokaal en met elkaar” stroom opwekken. De vrijwilligers staan klaar, de ruimtelijke plannen zijn zo goed als af – inclusief poelen voor kamsalamanders naast de zonnepanelen. Maar er is nog geen vergunning, nog geen aansluiting en nog geen geld.

Zonnepark Batendijk.
Foto Eric Brinkhorst

Mantra

Hoe het had kunnen gaan, staat in het klimaatakkoord, dat in de zomer van 2019 door het kabinet en meer dan honderd partijen werd ondertekend. „De transitie naar een CO2-vrij elektriciteitssysteem is ‘van iedereen’”, van „burgers, (netwerk)bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en de wereld van kennis en wetenschap”, staat daarin. Toenmalig minister Eric Wiebes (VVD) deed er in de bijbehorende Kamerbrief een schepje bovenop. „Iedereen moet kunnen meedoen in de transitie”, schreef hij. Mensen moesten „gezamenlijk aan de slag” om op „betaalbare”, „haalbare” en „eerlijke” manieren de energieproductie te vergroenen.

Dat mantra is nooit verdwenen uit politiek Den Haag. Afgelopen maand nam de Tweede Kamer nog een motie aan waarmee geld werd vrijgemaakt voor energiecoöperaties, om de energievoorziening „duurzaam, solidair en democratisch” te maken.

Maar de casus Berkelland laat zien hoe de energietransitie zich in een goedwillende gemeente in de praktijk voltrekt en wat de oproep van het kabinet tot gezamenlijkheid hier heeft opgeleverd. Dat is dit: chagrijnige bewoners, een overvol stroomnet, ontwikkelaars die na een paar jaar weer zijn vertrokken terwijl de miljoenenwinsten, gesuppleerd met subsidie, naar het buitenland stromen. En dat alles in een gemeente die worstelt met energiearmoede en een sterk gestegen energierekening voor eigen publieke voorzieningen.

Uitgelezen kans

In 2015 was Berkelland toe aan een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied. Paul Knuvers, inmiddels raadslid, wist dat dit een uitgelezen kans was voor de Achterhoekse fusiegemeente met 44.000 duizend inwoners op eigen, groene energieproductie binnen de gemeentegrenzen. En dus diende hij een motie in, waarin hij pleitte voor een goed „ruimtelijk en juridisch regime” daarvoor.

De motie groeide uit tot een complete beleidsnotitie, die ruimte maakte voor zonne-energie op agrarische grond. Ook trok de gemeente een kwart miljoen euro uit voor het faciliteren van windmolens en zonnevelden. De boodschap: zonneakkers, met hun lange rijen schuin opgestelde panelen, waren welkom in het historische Achterhoekse coulissenlandschap, als het even kon gecombineerd met „schapen, of scharrelkippen of bosbessenteelt” onder de stellages, aldus de notitie.

„Maar de voorwaarden waren boterzacht”, zegt Knuvers er nu over. „Er stond in feite: ‘kom maar naar Berkelland’ en we zien wel.”

Vanaf dat moment hoorden ze op het gemeentehuis in Borculo „een zoem”, zeggen de zittende wethouder en zijn beleidsadviseur. Dat was het geluid van zonneparkbouwers die als wespen op een glas ranja afkwamen, wel veertig waren het er.

Coulissenlandschap

Toen projectontwikkelaar Sven Kamphues in 2018 samen met zijn broer het duurzame energiebedrijfje IX Zon had opgericht, kreeg hij een tip. Je moet eens in de Achterhoek gaan kijken, vertelde een relatie bij adviesbureau Pondera hem.

Met een GIS-analyse op zijn laptop – een digitale kaart met perceelgrenzen, wegen, vaarten, bebouwing, leidingen en kabels – reed Kamphues die kant op. En inderdaad: de Achterhoek was uitermate geschikt voor zonneweides. Vooral de gemeente Berkelland, die had er zin in en telde niet één, maar twee onderstations om zonneparken op aan te sluiten. Bovendien vielen de velden vol blikkerende panelen daar nauwelijks op in het met bomen omlijste coulissenlandschap.

Kamphues, 45 jaar, halflang haar, hemelsblauwe pullover, vertelt er met smaak over in een Amsterdamse koffietent. Over hoe hij ontwikkelaar van zonne- en windparken werd, over zijn vernieuwende plannen met een oude discotheek en over zijn belevenissen bij energiebedrijf Vattenfall, waar hij het vak leerde. Voor de Zweden werkte hij aan windpark Wieringermeer, het grootste van Nederland, waar honderd boeren en hun kinderen miljonair werden dankzij een hoge windmolen op hun land.

In Berkelland reed Kamphues een voor een de erven af, te beginnen van de boeren dichtbij een onderstation. Bellen werkte niet, had hij gemerkt, je moest mensen in de ogen kijken. Eén boer had hem eerst afgepoeierd aan de telefoon, maar toen hij verdwaald op diens erf belandde, bleek-ie toch geïnteresseerd.

Kamphues was niet de eerste, merkte hij. De Duitse zonneparkbouwer Kronos had een jaar eerder al lucht gekregen van het nieuwe beleid en het Nederlandse Solarfields was ook al bezig. Maar Kamphues was het succesvolst. IX Zon wist zes grondeigenaren te overtuigen hun grond te verpachten of te verkopen en ontwikkelde zo evenzoveel zonnevelden. Kronos en Solarfields kwamen tot twee locaties. Een regionale afvalondernemer regelde er één, op de lokale vuilnisbelt.

Een van die boeren was Ronald Harkink. Die zag zijn toekomst als agrariër in Berkelland somber in, omdat hij zijn koeien niet meer op het pachtland van zijn buren mocht laten lopen. Daar kwam een zonneweide van IX Zon, van Kamphues dus. Uit nood verkocht Harkink ook de zeventien hectare akkers van zijn familie aan Kamphues en vertrok met de opbrengst naar Canada. Kamphues: „Dat was best moeilijk voor hem en de omgeving, hij was verknocht aan de boerderij, en zijn zoon wilde hem daar opvolgen. Maar we hebben alle belangen kunnen verenigen, en uiteindelijk kunnen de buren ook leven met het resultaat.”


Lees ook
Grote zonneparken komen er in Overijssel niet meer bij, als het aan de provincie ligt


Laatste zonnepark

„Ik heb alle snelle zonnejongens aan mijn keukentafel gehad,” zegt Paul Knuvers in een T-shirt in een oude bouwkeet aan de Needse Tolweg in Geesteren. „De gemeente stuurde ze door naar de energiecoöperatie waar ik bestuurder ben. De ontwikkelaars wilden dat wij onze naam aan hun projecten zouden verbinden, om hun zonnepark legitimiteit te geven. Maar wij plakken niet zomaar onze naam ergens op, we willen het van onderop doen.”

Aan de muren hangen vergeelde kaarten, de ramen kijken uit op een paar pinken in een trapweide langs de weg. Vanuit hier hoopt coöperatie Berkelland Energie met 125 leden het zonnepark een paar honderd meter verderop te realiseren, om de stroom tegen kostprijs aan omwonenden te leveren.

Berkelland Energie wist nog net op tijd toestemming te regelen voor zonneweide Twijggraven, het twaalfde en voorlopig laatste zonnepark in Berkelland. Dat moet verrijzen op een stuk nat grasland van een boer uit de buurt. De gemeente, overvallen door de grote animo, stelde begin 2020 aanvullende eisen. Zonneweiden mochten samen niet meer dan 140 hectare landbouwgrond beslaan en moesten voortaan vergezeld worden van extra natuurontwikkeling en betere landschappelijke inpassing. Intussen waren de inwoners van Berkelland door de vele commerciële projecten sceptisch geworden. Tegen een ander groen project kwam een fietsprotest.

De ontstane situatie en het tanende enthousiasme voor Twijggraven noemt Knuvers „kut met peren”.

Zijn coöperatie was kansloos tegenover de commercie, zegt Knuvers. „We werken met veel vrijwilligers, we gaan niet zo snel. We vergaderen, we zoeken consensus.” Even trok de coöperatie op met Solarfields, om samen iets te doen. „Wij zijn nog voor hun project de deuren langsgegaan om steun te organiseren, maar toen het puntje bij paaltje kwam zijn zij zonder ons verder gegaan. We gaan trager, we kunnen niet ineens een paar miljoen op tafel leggen om ons in te kopen.”

In het klimaatakkoord staat dat ontwikkelaars moeten „streven naar 50 procent participatie” door de lokale bevolking. Dat is veel te vrijblijvend, zegt Knuvers. „Nu kan zo’n partij langskomen bij ons en na één gesprek zeggen: we hebben écht gestreefd, maar het is niet gelukt.”

Zonnepark aan Ruilverkavelingsweg NeedeIn aanbouw
Foto Eric Brinkhorst

Zwijgcontract

Toen vastgoedman Norbert ter Mors, oud-directeur van grote makelaarsbedrijven als DTZ Zadelhoff en Colliers, en zijn vrouw, kunstenaar, in 2010 hun riante woning en drukke leven in Amsterdam-Zuid inruilden voor de rust van een oude Achterhoekse boerderij, was er geen vuiltje aan de lucht. Zijn buren boerden, terwijl Ter Mors de oude hoeve en de stallen in Neede verbouwde tot een witgestuukte en energieneutrale woning, met een rustgevend, museaal karakter. Vanuit de keuken, de woonkamer, de slaapkamer en het atelier van zijn vrouw is er een prachtig uitzicht op de omliggende landerijen.

Sinds een jaar of vijf is het gedaan met de rust in zijn noaberschap. De ene buurman wil een varkensflat en verderop moeten er molens van 250 meter hoog komen. „Ik kwam hier voor m’n rust”, zegt Ter Mors. „Maar inmiddels procedeer ik vaker dan in Amsterdam.”

In 2018 stond er – uit het niets – een Duitser op het erf van Ter Mors. Of-ie binnen mocht komen. Aan de keukentafel had de man één simpele mededeling. Op het grasland van de buren, pal naast het huis, ging zijn bedrijf Kronos Solar een zonnepark neerleggen. Ter Mors kon ter compensatie een paar zonnepanelen krijgen, of gratis stroom, of geld.

Kronos is „een langetermijnpartner voor landeigenaren en gemeenten”, liet de directeur van Kronos in diezelfde periode optekenen in dagblad Tubantia. Het ging Kronos niet om het leegvreten van de subsidieruif voor zonne-energie, zoals de regionale krant suggereerde, maar om het „sociaal rendement”. „We bedenken concepten die voordelen bieden voor lokale bewoners en organisaties.”

Norbert ter Mors kan er in het najaar van 2023 nog om grinniken. „De gemeente geloofde dit nog echt ook. Maar ik heb lang genoeg in het vastgoed gezeten om te weten hoe het gaat. Dit is pure projectontwikkeling. Je regelt land, een langjarige subsidie, de contracten, en dat pakket verpats je aan de hoogste bieder. Zelf ga je er tussenuit, met een paar miljoen op zak.”

En de buren? „Die houd je aan het lijntje en probeer je af te kopen.”

Voor dit soort trucs is Ter Mors juist niet naar de Achterhoek verhuisd. Hij wil geen zonneweide in zijn uitzicht. De vaststellingsovereenkomst die Kronos opstuurde, heeft hij nooit ondertekend. Hij heeft ’m wel bewaard. Daarin schrijft Kronos dat hij 10.000 euro kan krijgen voor een afscheiding of een schutting, als hij belooft zich nooit meer „tegen het Zonnepark te verzetten” of „mededelingen te doen waardoor hij Kronos en/of het Zonneparkproject in diskrediet zou kunnen brengen.” Het is gewoon een zwijgcontract, zegt Ter Mors. „Als ik teken, mag ik niks meer tegen m’n buren zeggen.”

Zonnepark Berkelland, Geesteren
Foto Eric Brinkhorst

De bezwaren van Ter Mors en zijn buren sneuvelden uiteindelijk eind 2022 bij de Raad van State. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat de procedures correct waren doorlopen. Ter Mors probeerde er nog een wal van twee meter hoog uit te slepen, maar daar gaf de gemeente geen vergunning voor. De zonneparkbouwer wil wel een rij struiken aanplanten.

Ter Mors las op internet ook het recente bericht dat Kronos was overgenomen door de Portugese energiemultinational EDPR, die de stroom van de twee Berkellandse velden – hop, pats – verkocht aan techbedrijf Google. Aan de twee velden (samen goed voor „9.000 huishoudens”, aldus de Portugese site) is voor de komende vijftien jaar maximaal 15 miljoen euro aan overheidssubsidie toegekend. Het frustreert Ter Mors. „Voor wie doen we dit?”

Dat de boeren hun land ter beschikking stellen, snapt hij wel. „De buurman krijgt straks 7 mille per hectare, per jaar. Zonder dat-ie iets hoeft te doen. Dat is een paar keer meer dan wat gewassen opbrengen. Dat is een onweerstaanbaar bod.” Maar dat de gemeente dit allemaal maar laat gebeuren, snapt hij niet. „Die moeten toch voor hun inwoners opkomen?”

De Duitse directeuren van Kronos willen geen toelichting geven op hun activiteiten in de Achterhoek. Het Nederlandstalige deel van hun website is op zwart gezet en zij verwijzen voor vragen naar de nieuwe Portugese eigenaar.

Kronos is en blijft „een topontwikkelaar” met een „sterke focus op de Nederlandse markt,” mailt Rúben Reis Marques Bicho, de merk- en communicatiemanager van EDPR na enig aandringen vanuit Madrid. „Natuurlijk hebben we Berkelland bezocht en zijn wij volledig betrokken.” EDPR werkt „nauw samen met inwoners en autoriteiten”, schrijft hij, met als doel: „een positieve coëxistentie tussen de zonneparken en de gemeenschap”.

Concreet betekent dat: voordelige zonnepanelen voor circa veertig omwonenden, een samenwerking met scholen „over ecologie en diversiteit” en de aanplant van 4.000 nieuwe plantjes „in plaats van de 2.000 die waren voorzien”, schrijft Bicho. Op de vraag waarom Kronos buren zwijgcontracten wil laten tekenen, geeft hij geen antwoord. Dat EDPR op z’n eigen website suggereert dat duizenden Berkellandse huishoudens stroom krijgen van het zonneveld is volgens hem een manier om de complexe elektriciteitsmarkt „van context te voorzien” en „begrijpelijk” te maken. In werkelijkheid is de stroom aan Google verkocht „vanwege de financiële haalbaarheid”.

Lucratieve handel

Hoe lucratief deze handel is, staat in het persbericht dat EDPR uitbracht toen het in de zomer van 2022 70 procent van de aandelen in Kronos kocht, voor 250 miljoen euro. Omgerekend betalen de Portugezen zo’n 45 miljoen euro aan de Duitse directeuren voor de circa twintig Nederlandse zonneparken van Kronos. Bicho bestrijdt deze schatting, maar wil niet zeggen wat het bedrag dan wel is, omdat dit „marktgevoelige informatie betreft”.

Ook de andere zonneparken in Berkelland gingen financieel in de overdrive. Neem zonnepark Dievelman, ontwikkeld door Sven Kamphues van IX Zon op de grond van de naar Canada geëmigreerde boer Harkink. Kamphues kocht de 17 hectare in oktober 2021 voor 2,1 miljoen van Harkink en haalde via crowdfunding nog eens 2,4 miljoen euro op als overbruggingsfinanciering voor de uitkoop van de boer.

Zodra alle vergunningen en contracten rond waren en hij 15 jaar stroomsubsidie had binnengehaald, verkocht IX Zon het park aan Chint Solar, onderdeel van de Chinese Chint-groep, die de eerste paal sloeg. De Chinezen kochten nog twee velden in Berkelland en legden daar „in een treintje” panelen op, zegt hoofd business development Sofian Eljarroudi. Nog geen jaar later verkocht Chint Solar de parken aan de Duitse investeringsgigant CEE, die op het veld van Harkink een hypotheek van 8,7 miljoen euro vestigde. De drie Berkellandse zonnevelden werden ondergebracht in het Luxemburgse beleggingsvehikel CEE Renewable Fund 7 waarin voor een half miljard euro aan zonneparken is samengebracht als groene investering voor bijvoorbeeld pensioenfondsen. Eljarroudi: „Vorig jaar waren de stroomprijzen hoog. Veel investeringsfondsen waren op zoek naar zonneparken.”

Kamphues van IX Zon haalt zijn schouders op over het miljoenenbal. Hij is trots op wat hij „als kleine ontwikkelaar” in Berkelland heeft kunnen doen. Maar hij ziet ook dat het veel moeilijker is geworden om nieuwe zonnevelden te ontwikkelen. De geschikte en betaalbare akkers zijn vergeven, de weerstand van gemeentes en omwonenden is sterk gegroeid, de subsidieregelingen zijn voorlopig uitgeput, het net zit vol.

Batterijen, daar ziet hij nog wel brood in. En duurzame datacentra. Zo probeert hij een oude Leidse disco te transformeren tot het meest duurzame datacentrum van Nederland.

Doorzichtige procedures

D66-wethouder Hans van der Noordt in Berkelland worstelt met het groene dossier, zegt hij eerlijk. De voormalig gemeentesecretaris en interim-manager erfde de duurzame-energieportefeuille van zijn voorgangers – inclusief de boze inwoners die geen zonneweide meer kunnen zien. Hij ontvangt de journalisten op het gemeentehuis in Borculo, samen met zijn beleidsadviseur Matthew Vuijk, die de komst van de parken begeleidde.

Ja, Van der Noordt is trots op de bijdrage van Berkelland aan de energietransitie. Zijn gemeente steekt met kop en schouders boven de buurgemeentes uit. „Toch hebben we gezegd: 140 hectare zonneweides is voorlopig genoeg.”

Het steekt Van der Noordt dat de gemeente en haar inwoners zelf geen gebruik kunnen maken van alle lokaal opgewekte groene stroom. Hij houdt zijn twee handen boven zijn werktafel. „We hebben hier mensen die hun energierekening niet kunnen betalen. Met de ene hand steunt de overheid die mensen, via het prijsplafond en de energietoeslag. Met de andere hand geeft diezelfde overheid buitenlandse bedrijven veel geld, om op de akkers in Berkelland stroom op te wekken, die ze dan weer met winst doorverkopen. Dan denk je: waar zijn we mee bezig?”

Beleidsadviseur Vuijk moet bedenken hoe het eerlijker kan. Ook hij is trots op wat de gemeente heeft bereikt. Er staat nu een professionele organisatie die doorzichtige procedures hanteert. Maar hij ziet ook dat de lokale bevolking er geen enkel aandeel in heeft. „In 2018 was het vooral: de markt moet het doen. Participatie konden we niet afdwingen. Nu zeggen we: lokaal eigendom. Maar hoe leg je dat precies op?”

Vuijk wil vanaf nu daar verregaande afspraken over maken met ontwikkelaars van zonneparken. De enige met wie hij dit gesprek nog kan voeren, is coöperatie Berkelland Energie. De commerciële partijen zijn al lang vertrokken – en bijna alle velden in buitenlandse handen. Van der Noordt zint intussen op een plan om de gemeente mede-eigenaar te maken van groene projecten, zodat zij lokaal opgewekte stroom tegen „een eerlijke prijs” kunnen leveren aan bijvoorbeeld de bibliotheek en het zwembad.

Na het gesprek in de bouwkeet worden de verslaggevers langs de elf hectare landbouwgrond bij Nederbiel geloodst, waar zonnepark Twijggraven moet komen. Voormalig gasmarktanalist Maroeska Boots wijst de weg. Zij is met Paul Knuvers een van de initiatiefnemers van het coöperatieve project.

Het zonnepark ligt straks verscholen, zegt ze. Ze wijst op het bosje aan de overkant, de bomenrij, het struweel. „Je ziet het straks bijna niet.” Bij de aanleg krijgt de beek langs het perceel bovendien vlakke oevers voor natuurontwikkeling.

Wordt Twijggraven de laatste zonneweide van Berkelland? Of vist de coöperatie alsnog achter het net? Het stroomnet van beheerder Liander in de Achterhoek zit ramvol, het is onzeker of er een aansluiting is. „We hopen dat de uitbreidingen van Liander voldoende zijn om over een paar jaar een aansluiting te kunnen bemachtigen”, zegt Boots optimistisch.

Als het nog kan. Afgelopen maand, kort na het bezoek aan Berkelland, lieten demissionaire ministers Rob Jetten (Klimaat, D66) en Hugo de Jonge (Ruimtelijke Ordening, CDA) aan de Tweede Kamer weten dat het vanaf 1 januari 2024 klaar moet zijn met zonneweides op agrarische grond – die is te schaars. Dat kan betekenen dat het laatste, en enige coöperatieve, project van Berkelland ’t niet haalt.

Paul Knuvers geeft niet op. „De energietransitie is nog niet af en wij zijn van de lange adem. Maar voor nu? Voor nu hebben de grote jongens ons het gras voor de voeten weggemaaid.”

Reageren? [email protected]