Beijing is boos over de verkoop van ‘Chinese’ havens in Panama

Als de Hongkongse miljardair Li Ka-shing had gedacht zichzelf van een kopzorg te verlossen door zijn havenactiviteiten aan het Panamakanaal te verkopen, heeft hij zich lelijk misrekend.

Deze maand maakte het conglomeraat CK Hutchison – formeel geleid door de zoon van de 96-jarige Li – bekend alle belangen in havens buiten China en Hongkong te verkopen aan een consortium geleid door de Amerikaanse vermogensbeheerder Blackrock. Behalve om twee havens in Cristóbal en Balboa, aan beide uiteinden van het Panamakanaal, ging het om activiteiten in nog eens 41 havens, verspreid over 22 andere landen. Daaronder is de containerterminal van ECT op de Rotterdamse Maasvlakte.


Lees ook

Twee ‘Chinese’ havens aan het Panamakanaal worden Amerikaans

De haven van Balboa, aan de ingang van het Panamakanaal, is door de Hongkongse exploitant aan het Amerikaanse BlackRock verkocht.

Volgens CK Hutchison ging het om een puur „commerciële transactie”. Toch lijkt de deal – ter waarde van ruim 21 miljard euro – moeilijk los te zien van uitspraken van de Amerikaanse president Donald Trump, die beweert dat China de belangrijke vaarroute tussen de Atlantische en Grote Oceaan beheerst. Trump vierde de voorgenomen verkoop dan ook als een eerste stap om het Panamakanaal „terug te pakken”. Een anonieme betrokkene zei tegen zakenkrant de Financial Times dat CK Hutchison „besefte dat dit een politiek hoofdpijndossier was”.

Maar als Li zaterdag de Hongkongse Ta Kung Pao heeft opengeslagen, zal hij zich hebben gerealiseerd dat deze hoofdpijn niet met een paracetamolletje verholpen is. „De grote ondernemers die schitteren in de annalen van de nationale geschiedenis, zijn als grote generaals, die standvastig en dapper het nationale belang beschermen”, schreef de China-gezinde krant in een vlammend commentaar. Zij „richten hun kompas op de sterren van het moederland, en delen het lot van hun volk”.

Het artikel somde een reeks van deze helden op. Zoals Zhang Jian, die eind negentiende eeuw een katoenfabriek begon in Nantong en zo mede aan de wieg stond van de industrialisering van het toen nog „arme en zwakke” China. En ook was daar Ren Zhengfei, oprichter van elektronicagigant Huawei, die met „heroïsche acties” de „technologische soevereiniteit van de Chinese telecomindustrie” heeft verdedigd toen het bedrijf werd getroffen door Amerikaanse sancties. De 96-jarige Li Ka-shing, met een geschat vermogen van ruim 34 miljard euro de rijkste man van Hongkong, hoort in dit rijtje niet thuis, is de boodschap.

Tussen twee vuren

Het commentaar werd nog dezelfde dag integraal overgenomen op de website van het Bureau voor Hongkongse en Macaose Zaken in Beijing. Dat gebeurde ook met een eerder artikel waarin „volkomen begrijpelijke” afwijzende reacties van Chinese internetgebruikers werden aangehaald op de deal. Die zou onder Amerikaanse druk tot stand zijn gekomen en een gevaar vormen voor de Chinese scheepvaart en voor China’s wereldwijde infrastructuurproject, de ‘nieuwe zijderoute’. CK Hutchison zou nog eens goed over de verkoop na moeten denken.

Volgens analisten probeert Beijing op deze manier druk op Li uit te oefenen om de verkoop af te blazen. Dat is niet eenvoudig, volgens Lau Siu-ka, verbonden aan een Hongkongse denktank. „Hij zit tussen twee vuren en kan het nooit goed doen”, citeert de South China Morning Post hem. Vasthouden aan de verkoop brengt CK Hutchison in conflict met China, waar het grote financiële belangen heeft. Blaast het de deal wel af, dan loopt het juist gevaar door mogelijke Amerikaanse strafmaatregelen.

Ook voor Beijing zelf is het voorzichtig manoeuvreren, denkt Lau. Als het beeld ontstaat van een politieke ingreep in een zakelijke overeenkomst, schaadt dat volgens hem het investeringsklimaat in Hongkong. „Dat zal Beijing niet willen.”

Een andere mogelijkheid is dat Beijing de verkoop juridisch aanvecht. Aangezien de activiteiten van CK Hutchison in China en Hongkong buiten de deal vallen, is onduidelijk of dat mogelijk is.

Een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken wilde op vragen daarover tijdens een persconferentie dinsdag niet ingaan. „Laat me benadrukken dat China in algemene zin sterk gekant is tegen […] economische dwang, hegemonie en treiterij”, zei ze slechts.