‘Beau Is Afraid’: vleesgeworden castratieangst

Recensie

Film

Horrorkomedie In Ari Asters ‘Beau Is Afraid’ wandel je door een drie uur durende vleesgeworden angststoornis, die even absurd is als adembenemend. Horrorvoer voor psychoanalytici.

In een lang, geanimeerd stuk in het midden van Beau Is Afraid doorloopt Beau een heel mensenleven.
In een lang, geanimeerd stuk in het midden van Beau Is Afraid doorloopt Beau een heel mensenleven.

Het is allemaal de schuld van mamma – dat is meteen aan het begin van Ari Asters nieuwe film Beau Is Afraid wel duidelijk. En daarmee ook waar hij zijn inspiratie vandaan haalt. Want dat gedoe met moeders en vaders, met oedipuscomplexen en castratieangsten, dat is volkomen verknoopt met de geschiedenis van de westerse verteltradities en veel ouder dan Sigmund Freud, die er zijn psychoanalyse op bouwde. We bevinden ons kortom op bekend terrein. En dat is maar goed ook. Want alles wat Aster verder met die thema’s doet is zo absurd en adembenemend, zo barok, pompeus en over the top, dat we onze aandacht er hard bij nodig hebben. Het gaat van humor tot horror, van live action tot animatie. Asters film is ambitieus, een doolhof van ontdekkingen, een op hol geslagen ritje door een spookhuis van slimmigheden.

Misschien is het trouwens wel allemaal de schuld van pappa. Die overleed toen hij Beau Isaac Wasserman verwekte tijdens de huwelijksnacht, waardoor Beau met een schuldcomplex en een panische angst voor seks werd opgevoed. De Wasserman-mannen sterven als ze klaarkomen, was de boodschap van zijn moeder. Het leven als vleesgeworden emasculatie.

Het kan ook nog dat het helemaal de schuld van niemand is. Dat Beau aan mentale aandoeningen lijdt die Aster gebruikt om een metaforisch kleed te weven. Zijn angst, paranoia, contactstoornissen en introversie volgens de regisseur manieren om de tijd waarin we leven te beschrijven? Je kunt met deze film alle kanten op.

Parade van groteske figuren

Het in vier delen en uiteenlopende stijlen en genres vertelde Beau Is Afraid begint als de middelbare Beau op het punt staat naar zijn moeder te vertrekken voor de viering van haar onfortuinlijke huwelijksdag, maar om tal van redenen zijn huis niet uitkomt. De nieuwe medicijnen die zijn psychiater hem heeft voorgeschreven doen de wereld golven en deinen. Ruimtes dijen onverklaarbaar uit. De buitenwereld is een post-apocalyptische nachtmerrie waar een parade van groteske figuren hem de weg verspert. Er rent een naakte seriemoordenaar door de straten, Beaus appartement wordt opgegeten door een spinnenplaag, en het defecte neonlicht van de seksclub aan de overkant knippert aan en uit: Erectus Ejectus, Erectus Ejectus.

Beau is gevangen in een hallucinatie zonder begin of eind. Is het allemaal maar een metafoor voor agorafobie? Je zou de (ingebeelde?) reis die Beau vervolgens naar zijn ouderlijk huis onderneemt een geïmplodeerde Odyssee kunnen noemen. Beau heeft tal van vreemde ontmoetingen, ook met vroegere versies van zichzelf tijdens deze reis naar binnen, dwars door de bewustzijnslagen die Freud en Jung id, ego en superego of het bewuste ik en het (collectief) onderbewuste noemden. Het enige wat al die verhaaltjes bij elkaar houdt is het fenomenale acteerwerk van Joaquin Phoenix. Dit is meer dan wat dan ook zíjn film. Al is het soms een mysterie wat hij nou precies aan het spelen is.

Ari Aster is zonder meer een originele filmmaker. Zijn vorige innovatieve horrorfilms Hereditary en Midsommar brachten hem een grote schare fans. Beau Is Afraid is een beetje een ‘ijdelsheidsproject’. Je zou ook kunnen zeggen dat de film past in het rijtje recente egoportretten van grote filmmakers als Alejandro González Iñárritu’s Bardo of Noah Baumbachs Don DeLillo-verfilming White Noise. Allemaal mannen van middelbare leeftijd in de war, die hun privileges dreigen te verliezen. Zeg dan maar eens dat film níét de barometer van het culturele onderbewuste van onze tijd is!

https://www.youtube.com/watch?v=cLPv3W0jRwg
Lees ook een profiel van de regisseur van ‘Beau Is Afraid’: De duistere geest van Ari Aster

Mannen in de war

Tegelijkertijd is het goed om op te merken dat er de ene na de andere mainstreamfilm over mannen in crisis uitkomt, terwijl het voor vrouwen en al die andere ondergerepresenteerde stemmen nog steeds moeilijk blijft om een plek te vinden om hun verhalen te vertellen.

Dus waarmee laat een film als Beau Is Afraid ons als toeschouwers achter? Gesteld dat je niet halverwege de draad kwijtraakt of je interesse verliest, want Aster tart ons tot het uiterste met zijn drosteblikjes. Alles verwijst naar iets, van de posters en lichtreclames op straat, tot de schilderijen aan de muur. Soms is de film daardoor te slim en daarmee afstandelijk voor z’n eigen bestwil. Heel misschien steken we er ook nog iets uit op over de angststoornis die onze tijd is. De mogelijkheden zijn legio.

We mogen puzzelen. En overdonderd raken door het spektakel van dit psychoanalytische droomballet vol moederloeders en penismonsters. Maar om echt te kunnen meevoelen, gruwen en begrijpen hoe complex en destructief (aangeprate) schuldgevoelens kunnen zijn, is soms wat meer rust nodig om bij een personage stil te mogen staan.