De BoerBurgerBeweging en Nieuw Sociaal Contract worden onderdeel van de fractie van christendemocraten in het Europees Parlement. Nadat het CDA dinsdag officieel akkoord ging, stemde de fractie van de zogeheten Europese Volkspartij (EVP) in met hun toetreding. Daarmee komen de twee nieuwe Nederlandse partijen nu in de grootste Europese groep in het Europarlement terecht.
BBB kreeg bij de afgelopen Europese verkiezingen twee zetels, NSC één. Door zich aan te sluiten bij een Europese fractie vergroten de partijen hun invloed en maken ze ook aanspraak op meer spreektijd en ondersteuning en betere functies. Naast de twee nieuwe Nederlandse partijen, breidt de EVP ook uit met de nieuwe Hongaarse oppositiepartij Tisza en een Duitse, Sloveense en Deense partij. Daarmee groeit de EVP-fractie naar 190 zetels van het totaal van 720 zetels en is ze met enige afstand de grootste.
Dat laatste is niet onbelangrijk. Het betekent dat de christendemocraten hun invloed verder kunnen vergroten en in het Europarlement nog belangrijker zijn geworden voor het bereiken van meerderheden. Maandag bleek tijdens een topontmoeting van regeringsleiders bovendien dat de EVP met de gunstige verkiezingsuitslag in de hand aanspraak wil maken op een groter aandeel in de verdeling van de Europese topbanen. Of dat gaat lukken moet nog blijken: volgende week hakken regeringsleiders daarover een knoop door.
Kritiek op Green Deal
Als zittend EVP-lid kreeg het CDA de afgelopen weken regie over de toetreding van de twee nieuwe Nederlandse partijen. Vanzelfsprekend was die niet: vooral over toetreding van BBB liet CDA-lijsttrekker Tom Berendsen liet zich de afgelopen tijd in de media kritisch uit. In de Europese campagne zou de partij zich volgens het CDA te kritisch hebben opgesteld over onder meer zittend Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en haar ambitieuze klimaatplan, de Green Deal.
De EVP-fractie groeit naar 190 zetels van het totaal van 720 en is met enige afstand de grootste
Maar na een, volgens een verklaring van het CDA, „stevig gesprek” kan de partij toch akkoord gaan, met zowel NSC als BBB. Het CDA onderstreept daarbij wel dat beide partijen zich hebben gecommitteerd aan het politieke partijprogramma van de EVP, waarin onder meer de steun voor Oekraïne en de klimaatdoelen van Parijs vastgelegd staan.
„Alle leden van de EVP-familie zijn anders, maar je moet wel aan dezelfde kant van het touw trekken als het gaat om veiligheid, de rechtstaat of migratie”, aldus CDA-lijsttrekker Tom Berendsen in een verklaring. „Zowel NSC als BBB hebben aangegeven samen te willen werken in het belang van Nederland.”
Lees ook
Euro-kritische BBB en NSC willen nu bij de grootste fractie in Brussel – en dat lijkt ondanks CDA-kritiek te lukken
Voor de Lega-partij van Matteo Salvini, vicepremier van Italië, is Geert Wilders zondagmiddag de op-een-na-belangrijkste gast. Lega houdt zijn jaarlijkse bijeenkomst in het Noord-Italiaanse stadje Pontida en onder de radicaalrechtse partijen in Europa groeit Wilders’ gezag al jaren: eerst vooral door de bedreigingen en de extreem strenge beveiliging die hij nodig heeft, nu ook omdat zijn partij vorig jaar de grootste werd bij de verkiezingen en meeregeert. Maar wie van de Italiaanse aanhangers van Lega, er staan er zo’n tienduizend op een drassig veldje, kent hem?
Op de voorste rij is er een enkeling die over Wilders denkt te weten dat hij „dapper” is, maar niet waarom dat zo zou zijn. En ook niet uit welk land hij komt. Iemand anders zegt: „Hij wil volgens mij hetzelfde als wij.” Rond één uur klimt Wilders de trap op naar het podium, door de luidspreker wordt hij aangekondigd als een leider die „moedig het islamitisch extremisme heeft uitgedaagd dat Europa overspoelt”. En: „Hij is een strijder, hij is een van ons, hij zit in de regering.”
De bijeenkomst draait deze zondag vooral om de dreigende veroordeling van Salvini: het openbaar ministerie van Palermo heeft vorige maand zes jaar cel tegen hem geëist omdat hij als minister van Binnenlandse Zaken in 2019 een schip had tegengehouden met 147 migranten aan boord. Het schip kon daardoor dagenlang niet aanleggen in een veilige haven. Rond het podium in Pontida hangen borden met de tekst ‘Het verdedigen van de grenzen is geen misdaad’ en veel Lega-aanhangers dragen linten met ‘ik sta naast Salvini’. De ene na de andere gast op het podium betuigt die steun ook en als iemand weet hoe het is om als politicus in de rechtbank te staan, is het Wilders, die om zijn ‘minder-minder’-uitspraak werd veroordeeld voor groepsbelediging.
‘Ik hou van je’
Wilders begint in het Italiaans, hij zegt: „Matteo, mijn vriend, ik hou van je.” De Lega-fans vinden dat mooi, ze juichen. Daarna spreekt hij Engels en door de luidsprekers klinkt een vrouwenstem die dat onmiddellijk vertaalt. Ze praat vaak door hem heen en zijn geluid wordt dan weggedraaid. Het effect is dat Wilders’ woorden een beetje ielig klinken. De gebaren die hij maakt vallen ook lang niet altijd gelijk met de vertaalde woorden waar ze bij horen.
De vertaalster aarzelt als ze Wilders Lombardije „een stad” hoort noemen die „negen eeuwen” geleden een eed had gezworen „om te vechten voor de vrijheid”. Lombardije is geen stad maar een regio, hij bedoelt de Eed van Pontida die gemeenten in Lombardije in 1167 hadden gezworen om te vechten tegen het Heilige Roomse Rijk. Wilders vindt dat op deze zondag een nieuwe eed moet worden gezworen: „Dat alle Europese patriotten zich zullen scharen aan de zijde van Matteo Salvini.”
‘Salvini zal sterker worden’
Dan zegt Wilders dat „ze” in Nederland hém „ook wilden tegenhouden”. Hij noemt niet de rechtszaak tegen hem, hij zegt alleen: „Maar dat is niet gelukt en ik ben sterker dan ooit. Ze proberen Matteo Salvini te stoppen, maar dat zal niet lukken. Hij zal sterker worden dan ooit.” De Italianen klappen. Dat doen ze ook als hij net als de andere gasten begint hij over de „illegale massamigratie”.
En dan lijkt het erop alsof hij alvast de ‘asielcrsis’ omschrijft die PVV-minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie de komende weken juridisch probeert te onderbouwen: „Onze samenlevingen kunnen het niet meer dragen, we hebben niet genoeg huizen voor onze eigen mensen. Het kost miljoenen per jaar. Er is een constante dreiging van binnenlands terrorisme en de criminaliteit neemt toe.”
‘Orbán, Orbán, Orbán’
Het applaus verandert nog één keer in gejuich bij de zin: „Wij zullen ons nooit laten overheersen door het islamitisch radicalisme”. Maar dat „de zon gaat schijnen in Europa”, door de ene na de ander overwinning van radicaal-rechtse partijen, doet het publiek zichtbaar niets. „Wij zijn aan het winnen”, roept hij. Geen reactie. Wilders praat nog een paar minuten door, maar het publiek lijkt toe te zijn aan de hoofdgast: de Hongaarse premier Viktor Orbán. Hij stapt het podium op met zijn rechterhand op zijn hart en de Lega-aanhangers roepen „Orbán, Orbán, Orbán”.
Viktor Orbán praat het langst van iedereen, meer dan twintig minuten, maar het publiek lijkt alles wat hij zegt even geweldig te vinden. Misschien ook omdat hij het handiger aanpakt met de vertaling: Orbán heeft een tolk meegenomen, een oudere man, die naast hem staat en steeds wacht tot Orbán vindt dat het tijd is voor de Italiaanse versie van zijn zinnen. Dan stopt Orbán. Door hém praat niemand heen. En wat misschien ook helpt: Matteo Salvini zelf staat, zichtbaar voor iedereen, op de trap naar het podium. Hij luistert en wacht, hij is na Orban aan de beurt.
‘Clowns’
Wilders had gezegd dat hij niets moet hebben van „de zelfhaat van de woke-elite”. Orbán begint over het huwelijk: „Wij staan niet toe dat het een soort grapje is, wij staan niet toe dat mensen die van hun gezin houden worden gereduceerd tot clowns. Zonder gezin is er geen toekomst.” In zijn land, zegt hij, staat in de grondwet dat het huwelijk „bestaat uit een man en een vrouw”.
Het is alsof de Lega-kiezers al de hele ochtend op díe boodschap hebben gewacht, ze juichen hard. En nog harder als hij zegt dat „de vader een man” is en „de moeder een vrouw”. „Dat blijft zo, ook al maakt links er een scène over.”
Het publiek begint weer zijn naam te roepen, Obán glimlacht.
Het ‘watermeloenen-incident’ – dat was hét absolute dieptepunt in het debat over Gaza en Israël, vindt universitair docent en expert op het terrein van het Israëlisch-Palestijnse conflict Peter Malcontent van de Universiteit Utrecht.
Op 18 september 2024, tijdens de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen, trakteerde de Partij van de Dieren op de fractiekamer op watermeloen. Partijleider Esther Ouwehand plaatste een foto ervan op X. Het was geen willekeurige snack: met zijn groene schil en rode vruchtvlees – de kleuren van de Palestijnse vlag – is de watermeloen een nationaal symbool geworden voor Palestijnen. Maar Dilan Yesilgöz zag er nog veel meer in. De watermeloen, zo kapittelde de VVD-leider Ouwehand, is een „hondenfluitje voor Hamas-aanhangers”. Ouwehand reageerde woedend: „Feitenvrij ophitsen!”
De woordenwisseling tussen Yesilgöz en Ouwehand is een goede samenvatting van de bedroevende staat van het debat in Nederland, vindt Malcontent. In 2018 schreef hij het boek Open Zenuw, een historische beschouwing van het Nederlandse denken over Israël en Palestina. Na het begin van de Gaza-oorlog begon hij aan een nieuw hoofdstuk, voor een nieuwe editie. Malcontent las Kamerbrieven, keek debatten terug, en analyseerde tweets en interviews van Kamerleden. De onderzoeker, die toch als geen ander weet hoe hoog de emoties rond Israël kunnen oplopen, was geschokt.
Malcontent zag debat na debat vastlopen, onoverbrugbare standpunten en politici die elkaar te pas en te onpas beschuldigen van antisemitisme of racisme. „De manier waarop sommige partijen het debat over de Gaza-oorlog voeren gaat soms alle perken te buiten.”
Israëlische vlag
Na de terroristische aanval van Hamas-strijders van 7 oktober 2023, waarbij zij bijna 1.200 Israëliërs doden en honderden anderen ontvoeren, reageert demissionair Mark Rutte razendsnel. Het eerste telefoontje dat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu krijgt op die noodlottige dag, komt uit Den Haag. Rutte vertelt hem dat Nederland achter het Israëlische „recht op zelfverdediging” staat. Nog dezelfde ochtend wappert de Israëlische vlag bij het ministerie van Algemene Zaken op het Binnenhof.
Nederland behoort tot de trouwste bondgenoten van Israël. De Holocaust (ruim 100.000 Nederlandse joden werden gedeporteerd) speelt daarbij een belangrijke rol, net als de christelijke snit van veel partijen in Den Haag. Ook aan de linkerkant van het politieke spectrum is er van oudsher grote steun. „De PvdA heeft van oudsher een band met Israël”, zegt buitenlandwoordvoerder Kati Piri. „Vergeet niet dat daar de eerste veertig jaar links aan de macht was.”
Die vanzelfsprekende steun voor de Joodse staat is wel aan het afbrokkelen. Het Israël van Netanyahu is niet langer een underdog die het opneemt tegen de hele Arabische wereld, maar een tot de tanden toe bewapende bezettingsmacht. In veel West-Europese landen is inmiddels sympathie voor het lot van de Palestijnen gegroeid,
ziet Piri. „Als je kijkt naar opiniepeilingen in Nederland en Duitsland zie je dat de bevolking veel kritischer is over Israël dan de regering.”
Humanitair oorlogsrecht
In het demissionaire kabinet spelen ook andere overwegingen. Premier Rutte is de gedoodverfde kandidaat om de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO te worden, en de stem van de Amerikaanse president Joe Biden geeft daarbij de doorslag. De VS blijven pal achter Israël staan, ook als binnen enkele weken duizenden Palestijnen gedood zijn door Israëlische bombardementen en de Gazastrook is afgesneden van water, elektriciteit en voedsel. Met de blokkade schendt Israël het humanitair oorlogsrecht, zo constateert de afdeling internationaal recht van het ministerie van Buitenlandse Zaken in een interne nota, waarover NRC in november schrijft.
Ook de Nederlandse ambassade in Tel-Aviv is kritisch, zo meldt NRC. In een vertrouwelijke militaire analyse schrijft de ambassade dat Israël doelbewust burgerinfrastructuur in Gaza aanvalt. Deze aanpak verklaart het „hoge aantal doden in Gaza” en vormt volgens critici „een schending van internationale verdragen en oorlogswetten”.
Ook na de publicaties in NRC verandert het demissionaire kabinet niet van houding: Rutte blijft benadrukken dat Israël het recht heeft op zelfverdediging en weigert de bondgenoot publiekelijk aan te spreken. Over Israëlische schendingen van het oorlogsrecht moet de rechter maar oordelen, verdedigt Rutte zich.
Dat is juridisch onhoudbaar, zo stelt hoogleraar Internationaal Recht André Nollkaemper.
„Er is brede consensus dat Israël zich schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht.” Zwijgen daarover is „laf”, zegt Nollkaemper: als landen aanwijzingen hebben voor schendingen, dan dienen ze meteen in actie te komen om verdere schendingen te voorkomen. „Dat is waar het internationale rechtsstelsel op is gebaseerd.” De Amsterdamse hoogleraar geeft er tekst en uitleg over in een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer in december 2023. Voor een groot deel van de Kamer zijn de adviezen van de experts echter aan dovemansoren gericht. Op 22 november heeft PVV overtuigend de verkiezingen gewonnen. PVV-leider Geert Wilders – die als 17-jarige werkstudent in een Israëlische kibboets werkte – heeft zijn carriere gebouwd op het aanvallen van de islam, die Wilders beschouwt als een ‘gevaarlijke ideologie’. Op rechts worden de studentenprotesten op Nederlandse universiteiten tegen het geweld in Gaza al snel gelijkgesteld aan steun voor de fundamentalistische en terroristische Hamas-beweging. De BBB maakt zich meer zorgen over het groeiend aantal antisemitische incidenten in Nederland dan om de tienduizenden burgerslachtoffers in Gaza. BBB-kopstuk Mona Keijzer wijst in een talkshow met een beschuldigende vinger naar Nederlandse moslims: „Jodenhaat is bijna onderdeel van de islamitische cultuur.”
Katalysator van spanningen
De oorlog in Gaza wordt zo een katalysator van de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Nederland, ziet Kati Piri: „Voor extreem-rechts is steun voor Israël vooral ook een stok om moslims mee te slaan.”
Volgens Peter Malcontent is het politieke debat inmiddels nauwelijks representatief voor het maatschappelijke klimaat. „Natuurlijk zijn er extreme pro-Palestijnse groepen in de Nederlandse samenleving, en heel extreme pro-Israëlische facties. Maar waar de kwestie vooral een open zenuw is, is in Den Haag. Daar bestrijden partijen elkaar zo’n beetje op leven en dood als het gaat om dit thema.”
Daarbij is het niet alleen rechts dat de toon zet. Een van de luidste stemmen in het debat is Stephan van Baarle, de nieuwe fractievoorzitter van Denk. Van Baarle gebruikt elke gelegenheid aan om de oorlog in Gaza aan de orde te stellen – of het nu gaat om een debat over de volgende EU-top of de Algemene Politieke Beschouwingen.
„Van Baarle kan sinds 7 oktober alleen nog maar over dit thema praten”, zegt Peter Malcontent. „En bij hem gaat het ook echt alleen maar om wat Israël de Palestijnen aandoet.”
Van Baarle vind dat niet meer dan logisch. „Ik kom op voor het internationale recht en baseer me op de rapporten van de VN. Als ik benoem dat harde maatregelen genomen moeten worden tegen de criminele regering van Israël, dan is dat niet radicaal: dat is feiten benoemen.”
De bijdragen van Denk lokken steevast een reactie uit van Chris Stoffer, fractievoorzitter van de SGP. Volgens Stoffer is er in de Tweede Kamer te weinig aandacht voor het feit dat „Israël vecht voor zijn bestaansrecht”. Het nieuwe kabinet-Schoof zou daar veel duidelijker over zou moeten zijn: „Ik vind het nu nog iets te veel twee kanten op leunen.”
Van Baarle en Stoffer – die als voormannen van kleine fracties veel vergaderingen bijwonen – zetten veel debatten op scherp. En als de emoties weer eens oplopen, raken de middenposities vaak buiten beeld, zo zegt Kati Piri. Binnen het samenwerkingsverband tussen GroenLinks en PvdA wordt er verschillend over Israël gedacht, maar de indruk bestaat soms dat de fusiepartij alleen de Palestijnse zaak behartigt. Onterecht, zegt Piri. Zo diende GroenLinks-PvdA weliswaar met D66 een motie in om geen ‘offensieve’ wapens meer aan Israël te leveren, maar stemde de fusiepartij tégen een motie van Denk, SP en de Partij voor de Dieren voor een volledig wapenembargo – dat bijvoorbeeld leveringen voor Israëls ‘Iron Dome’ zouden blokkeren. „Dergelijke nuances krijg je als kiezer echter niet mee in alle ophef op sociale media”, zegt Piri.
Onthouding in de VN
Het kabinet-Schoof is begin juli nog maar nauwelijks aangetreden of Wilders twittert dat Jordanië „de enige Palestijnse staat” is. Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) moet met zijn Jordaanse ambtsgenoot bellen om uit te leggen dat Nederland de tweestaten-oplossing nog altijd ziet als de beste manier om het Israëlisch-Palestijnse conflict te beslechten.
Een jaar na 7 oktober is de oorlog in Gaza overgeslagen naar Libanon, en dreigt een grootschalige oorlog met Iran, waarbij ook de VS betrokken zouden kunnen raken. Terwijl de Franse president Emmanuel Macron oproept tot het staken van alle wapenleveranties aan Israël, procedeert de Nederlandse Staat voor de Hoge Raad tegen de uitspraak van het Haagse Hof om geen F-35-onderdelen naar Israël te leveren. Het Internationaal Strafhof heeft een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen zowel Benjamin Netanyahu als het de leiding van Hamas, het Internationaal Gerechtshof waarschuwt voor mogelijke genocide in Gaza. Nederland – gastheer van beide internationale gerechtshoven – onthoudt zich echter nog steeds van stemming bij VN-resoluties die Israël veroordelen. Nederland, zo waarschuwt Kati Piri, komt steeds geïsoleerder te staan. „Onze internationale geloofwaardigheid is tot op het nulpunt gedaald.” Dat is niet handig voor de Nederlandse diplomaten die landen in de Global South moeten overhalen om Oekraïne te steunen in zijn strijd naar Rusland. Nederlandse ambassadeurs in Noord-Afrika en het Midden Oosten waarschuwden daar vorig jaar al voor in een memo aan Den Haag: „Naarmate de oorlog voortduurt heeft de terughoudendheid van het Westen om Israël op geloofwaardige wijze aan te spreken op de humanitaire catastrofe in Gaza steeds meer (potentiële) consequenties voor onze positie.”
Het debat in Nederland, zo zegt André Nollkaemper, „is volledig bevroren.” Twee weken geleden keek de hoogleraar toevallig naar het vragenuur in de Tweede Kamer, waar Israël weer eens ter sprake kwam. De hoogleraar hoorde exact dezelfde argumenten de revue passeren als een jaar gelden: „Het is een droevige constatering, maar hoe meer het conflict escaleert, hoe irrelevanter de Nederlandse positie wordt.”
Ook Peter Malcontent is pessimistisch. „Beide partijen hebben zich zo diep ingegraven dat ze elkaar niet eens meer willen horen. Wat voor boodschap geef je daarmee af aan de samenleving?”
Een onemanshow van Mathieu van de Poel, een winnende sprint-à-deux van Marianne Vos tegen wereldkampioene op de weg Lotte Kopecky. Het derde WK gravel in Leuven kon zich geen mooiere winnaars wensen. Met twee van de veelzijdigste wielrenners die nu ook in deze jonge wielerdiscipline voor het eerst de regenboogtrui mochten aantrekken.
Voor Vos (37), die in juli nog zilver won in de olympische wegwedstrijd in Parijs, was het in totaal al haar veertiende wereldtitel. Eerder werd ze drie keer wereldkampioen op de weg, twee keer op de baan en liefst acht keer in het veldrijden. Maar ondanks de ongeëvenaarde reeks successen die ze sinds 2006 al behaalde, noemde Vos haar eerste WK-winst op gravel in een flashinterview na afloop „heel bijzonder”.
Voor Van der Poel (29) staat de teller bij de profs op acht wereldtitels: een op de weg, zes in het veld en nu ook een op gravel. „De wereldtitel op de weg schat ik net wat hoger in”, sprak Van der Poel zondag na afloop bij de Belgische tv-zender Sporza. De manier waarop hij vorig jaar in Glasgow na een val alsnog wereldkampioen op de weg werd, is voor de eeuwigheid. „Maar ik ben wel blij met deze”, vervolgde hij. „Die had ik nog niet. Leuk om weer een andere regenboogtrui in de collectie te hebben.”
Genieten van mooie routes
Binnen drie edities staat het WK gravel begin oktober prominent op de wielerkalender. Gravelen, een kruising tussen wegwielrennen en mountainbiken, werd de laatste jaren snel populair onder wielertoeristen. Genieten van mooie routes over deels onverharde wegen midden in de natuur stond voorop, presteren kwam erbij. Inmiddels hebben ook de profrenners en de fietsindustrie de jonge discipline ontdekt. Sinds 2007 rijdt het peloton de Strade Bianche over de witte grindwegen in Toscane, een koers die in no time uitgroeide tot klassieker. En dit seizoen scoorde de primeur van een gravelrit in de Tour de France direct hoge kijk- en waarderingscijfers, met een spectaculaire strijd tussen de favorieten voor de eindzege,
Ook het WK in België was reclame voor gravelen. Prachtige bospaadjes, grindweggetjes langs het spoor, kasseiklimmetjes in het historische centrum van Leuven, gravel tot in het stadspark. Steeds weer draaien en keren, op en af, grote publieke belangstelling. Liefhebbers – met onder meer de Finse Formule 1-coureur Valtteri Bottas en de Nederlandse gravelbondscoach en oud-prof Laurens ten Dam – reden op hetzelfde parcours als de profs. En zowel bij de mannen (185 kilometer) als de vrouwen (138 kilometer) boeide de wedstrijd vrijwel vanaf het begin „Dit is geen hobby meer, dit is koers”, constateerde de Vlaamse tv-commentator José De Cauwer.
Van der Poel, in 2022 achter de Belg Gianni Vermeersch en de Italiaan Daniel Oss al eens derde op het WK gravel in het Italiaanse Veneto, imiteerde in Leuven de indrukwekkende manier waarop Tadej Pogacar vorige week in Zürich naar de wereldtitel op de weg reed. Met een aanval op meer dan 110 kilometer voor de finish dunde hij de voorste groep uit. Vijftig kilometer verder volgde een nieuwe demarrage, waarna de zeven sterksten vooraan overbleven. Van der Poel, vorige week zelf derde bij het WK op de weg, reageerde soepel toen de Belg Florian Vermeersch wegreed. Om de Belg dertien kilometer voor de eindstreep in Leuven met een onnavolgbare versnelling te lossen.
Tweestrijd
„We hebben supergoed samengewerkt maar ik wilde toch niet op mijn sprint vertrouwen”, vertelde Van der Poel na afloop. Sprinten op een gravelfiets, met bredere banden en een wat andere geometrie, is volgens de winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix nog iets anders dan op zijn vertrouwde wegfiets. Ook al bewees Van der Poel in het verleden zijn veelzijdigheid door ogenschijnlijk moeiteloos over te stappen van weg- naar crossfiets en zelfs de mountainbike. Toch zag hij een sprint met Vermeersch als risico. „Mijn benen deden ook zeer.”
Een dag eerder werd een spannende tweestrijd tussen Vos en Kopecky juist wel beslist in een sprint. Zonder de vorige wereldkampioenen Pauline Ferrand-Prévot en Kasia Niewiadoma was Vos vanaf het begin mee met elke serieuze aanval. Uiteindelijk kon alleen Kopecky haar tempo aan. De twee pakten minuten voorsprong op de eerste achtervolgers, van wie Lorena Wiebes derde zou worden.
Vooraan probeerde Vos anderhalve kilometer voor de finish een ultieme aanval, maar Kopecky gaf geen krimp. Vos kroop in het wiel van de Belgische om haar op het Leuvense asfalt in de laatste meters voorbij te sprinten. „Leuk om samen met Kopecky te racen. Ze is zo sterk en werd vorige week nog wereldkampioene op de weg. Mooi dat het lukte in de sprint.”