„Ze doorbrak het glazen plafond en werd het gezicht van een wereld die gedomineerd werd door mannen.” Met deze woorden kondigde de nieuwszender ABC News het overlijden aan van de Amerikaanse tv-journalist en kijkcijfercanon Barbara Walters. Ze overleed vrijdag op 93-jarige leeftijd overleed. Bij ABC News werkte ze het grootste gedeelte van haar werkzame leven.
Walters begon daar in 1976 en werd de eerste vrouwelijk presentator van een avondnieuwsprogramma dat landelijk werd uitgezonden. Drie jaar later presenteerde ze 20/20, een onderzoeksjournalistiek programma. In 1999 keken zo’n 74 miljoen kijkers naar Walters tijdens haar interview met Monica Lewinsky over de affaire met toenmalig president Bill Clinton. Walters vroeg Lewinsky wat ze haar toekomstige kinderen zou vertellen over de affaire, waarop Lewinsky antwoordde: „Mama heeft een grote fout gemaakt.” Walters: „En dat is het understatement van het jaar.”
In 1997 lanceerde ze The View, waarin een vast panel van vrouwen de actualiteit besprak. Ze presenteerde het programma tot 2014.
Tijdens haar carrière interviewde Walters onder meer Fidel Castro, de Egyptische president Sadat en de Russische president Vladimir Poetin. Aan laatstgenoemde vroeg ze of hij ooit iemand opdracht had gegeven voor moord. Vanaf de jaren 70 interviewde ze elke Amerikaanse president en first lady, waarbij ze persoonlijke vragen zelden schuwde. In haar ruim vijftig jaar durende loopbaan won ze 12 Emmy-awards. (NRC)
Bij een frontale botsing tussen een brandstoftruck en een andere vrachtwagen zijn zondag in Nigeria zeker 48 mensen om het leven gekomen. Als gevolg van het ongeluk explodeerde de tankwagen. Het incident vond plaats in de buurt van de plaats Agaie, zo’n 177 kilometer ten westen van hoofdstad Abuja.
De truck vervoerde naast brandstof ook vee. Zeker vijftig dieren werden levend verbrand, aldus de lokale autoriteiten. In eerste instantie meldde de rampendienst volgens persbureau Reuters dat 30 lichamen geborgen waren, later werd dat aantal opgehoogd naar 48. De slachtoffers zijn meteen begraven in een massagraf.
Ongelukken met brandstoftrucks komen regelmatig voor in Nigeria. Doordat het land niet over een goede spoorinfrastructuur beschikt, vindt het vervoer grotendeels plaats op de weg. Alleen al in 2020 waren er 1.531 ongelukken met brandstoftrucks, waarbij in totaal 535 doden en 1.142 gewonden vielen.
Het ongeluk van zondag behoort tot de meest dodelijke ongelukken met brandstoftrucks. Mohammed Bago, gouverneur van de staat Niger, roept weggebruikers op „altijd voorzichtig te zijn en de verkeersregels te volgen, om levens en eigendommen te beschermen”.
Een vingertje in de lucht, even zwaaien en daarna een glimlach: de winst is binnen. Primoz Roglic eindigde deze zondag als tweede in de slottijdrit naar Madrid en verzekerde zich daarmee van de eerste plek in het eindklassement van de Vuelta. Ben O’Connor (tweede) en Enric Mas (derde) eindigden ook op het podium.
Het is de vierde keer dat de Sloveen Roglic (34) de Ronde van Spanje wint – eerder deed hij dat al in 2020, 2021 en 2022. De rode trui veroverde hij afgelopen vrijdag op O’Connor; in de loeizware laatste bergetappe van zaterdag en de tijdrit op zondag bleef hij moeiteloos overeind. Roglic is nu mede-recordwinnaar van de Vuelta, samen met de Spanjaard Roberto Heras.
Voor de start van de Vuelta waren er twijfels over de vorm van Roglic, al gold hij als belangrijkste favoriet voor de eindzege. Veel successen had hij dit seizoen nog niet geboekt, pech gehad des te meer: een val in het Baskenland in het voorjaar, afgestapt in de Tour de France nadat een slecht aangeven vluchtheuvel hem een gebroken ruggenwervel had bezorgd. Was hij voldoende hersteld van zijn kwetsuur?
Toch kwam Roglic, zeker in de laatste week, bovendrijven als de sterkste en meest constante renner onder de favorieten – en dus was hij de terechte winnaar. In geen enkele etappe kwam hij in de problemen, op enkele korte ogenblikken van zwakte na. Wanneer het bergop finishte, en dat was vaak, eindigde hij consequent bij de besten.
Roglic – dit jaar voor het eerst koersend voor de Duitse Bora-ploeg – beschikte deze Vuelta ook over het sterkste team. Toen drie van zijn helpers in de laatste bergetappe moesten afstappen (een „ziektegolf”, aldus Bora-ploegleider Patxi Vila – naar verluidt was het voedselvergiftiging), bleek Roglic het ook grotendeels in zijn eentje af te kunnen.
Met zijn sterke tijd in de slottijdrit heeft hij ook definitief afgerekend met het ‘spook van de Belles Filles’. In de Tour de France van 2020 verloor Roglic op de voorlaatste dag de gele trui aan zijn landgenoot Tadej Pogacar, in een tijdrit naar de Planche des Belles Filles in de Vogezen. Vorig jaar deed hij in de Giro al aan de nodige traumaverwerking door de Welshman Geraint Thomas op vergelijkbare wijze te onttronen. Met de sterke slottijdrit in Madrid lijkt hij het trauma definitief te hebben afgeworpen.
2De coup van Ben O’Connor
Hij was er zelf verbaasd over, Ben O’Connor. Halverwege de eerste week veroverde de Australische renner na een lange solovlucht de leiding in het algemeen klassement. Zijn voorsprong was dermate ruim – bijna vijf minuten – dat het Roglic meer dan twee weken kostte om de rode trui weer in handen te krijgen. Als O’Connors ploeg Decathlon AG2R hun kopman niet zo halfhartig terzijde had gestaan, was hij een serieuze kanshebber geweest voor de eindzege.
De coup van O’Connor was kenmerkend voor deze Vuelta. Het waren drie onvoorspelbare weken: geen enkele ploeg was in staat de koers te controleren en geen enkele renner was écht dominant – het tegenovergestelde van de Giro d’Italia en de Tour de France van dit jaar, waarin Tadej Pogacar zijn concurrenten verpletterde. Het leverde een spannende en attractieve Vuelta op: vluchters konden vaak de etappe winnen en de verschillen in de top van het klassement waren klein. Aan het begin van het slotweekend had rodetruidrager Roglic slechts vierenhalve minuut voorsprong op de nummer vijf in het algemeen klassement.
Hoe die open koers te verklaren valt? Om te beginnen door het ontbreken van de grote renners die dit seizoen kleurden: Remco Evenepoel, Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar. De Vuelta was daardoor, met alle respect, een duel tussen the best of the rest. Dat heeft ook te maken met de plek van de Vuelta in de wielerkalender: de laatste grote ronde, na een vol seizoen, en dit jaar ook nog Olympische Spelen. Veel renners waren simpelweg moe – en dan worden de verschillen vanzelf kleiner.
Het parcours zelf zal ook een rol hebben gespeeld. De Vuelta kent traditiegetrouw veel bergetappes en steile beklimmingen – en dat was dit jaar niet anders. Maar liefst negen ritten hadden een finish bergop, met monsterlijke cols als de Alto de Hazallanas (7 kilometer aan 9,5 procent gemiddeld), de Picón Blanco (louter ‘rode’ en ‘ zwarte’ stroken) en de Cuitu Negru (percentages tot aan 24 procent). De renners stonden soms praktisch stil, maar het was een genot om naar te kijken.
3Een revelatie uit Spanje: Pablo Castrillo
Een prachtig gezicht: Pablo Castrillo die bij de finish op de monsterlijke Cuitu Negru zijn armen triomfantelijk de lucht in stak. De Spaanse klimmer (23), rijdend in dienst van de kleine Kern Pharma-ploeg, won zijn tweede etappe in drie dagen – en brak daarmee door op het hoogste niveau. El gigante inesperado de la Vuelta, zo noemde de Spaanse krant El Pais hem: de onverwachte kei van de Vuelta.
Elke grote ronde levert een ontdekking op. Deze Vuelta was dat Castrillo, die volgens ingewijden inmiddels een contract getekend heeft bij de grote Ineos-ploeg. Maar hij was niet de enige. De piepjonge Brit Max Poole (21) viel op door zijn aanvalslust en volharding: in de slotweek was hij bijna dagelijks mee in een ontsnapping, hij werd twee keer derde en een keer tweede. En dan was er de Duitser Florian Lipowitz (23), die zich bergop ontpopte tot meesterknecht van Roglic en en passant zevende werd in het eindklassement.
En toch ook een revelatie, al was hij al bekend bij het wielerpubliek: Ben O’Connor. Twee weken lang verdedigde hij met ongekende taaiheid – en weinig steun van zijn ploeggenoten – zijn rode trui. Toen hij hem uiteindelijk kwijt was aan Roglic, bleef hij met de sterksten mee bergop rijden. Dankzij een sterke slottrijdrit eindigde hij, na een vierde plaats in de Giro en de Tour, voor het eerst in zijn carrière op het podium van een grote ronde.
4Abandono Wout van Aert
Lijkbleek zat Wout van Aert in de kofferbak van zijn ploegleiderswagen, zijn rechteronderbeen helemaal rood van het bloed. Hij was in de zestiende etappe ten val gekomen in de afdaling van de Collada Llomena en met zijn knie tegen een rotswand geklapt. Niet veel later kwam de officiële mededeling: abandono Van Aert. Het seizoen is voor hem ten einde, zo bleek twee dagen later.
Hoeveel pech kan een renner hebben? Eerder dit seizoen was de Belg Van Aert al maandenlang uitgeschakeld, na een zware val in de voorjaarskoers Dwars door Vlaanderen. Na een moeilijke Tour de France had hij in de Vuelta eindelijk zijn oude vorm hervonden: op het moment van zijn val had hij twee dagen in de rode trui gereden, drie etappes gewonnen, de eindzege in het sprintklassement veilig gesteld en droeg hij ook nog eens de bolletjestrui voor beste klimmer.
De opgave van Van Aert vormde de apotheose van een ongekend pechjaar voor zijn ploeg Visma-Lease A Bike. Vorig seizoen won de Nederlandse formatie alle drie de grote rondes, dit jaar was er vrijwel uitsluitend rampspoed. De ‘horrorcrash’ van Jonas Vingegaard in het Baskenland die hem zijn topvorm in de Tour de France kostte. Sprinter Olav Kooij die al na een week de Giro moest verlaten met koorts. De jonge Belg Cian Uijtebroeks die wegens ziekte afstapte in de Giro én de Vuelta. Titelverdediger Sepp Kuss die in deze Vuelta een bijrol speelde: hij werd veertiende.
Het was sowieso niet de Vuelta van de Nederlanders: geen etappezeges, geen opzienbarende ontsnappingen. Visma-veteraan Robert Gesink (38) nam afscheid als profrenner zonder zich te hebben onderscheiden; de enige serieuze klassementsrenner Thymen Arensman – eerder dit jaar nog zesde in de Giro – stapte na anderhalve week af met corona. Eén lichtpuntje was er wel: de andere Nederlandse wielerploeg, DSM-Firmenich, koerste deze Vuelta aanvallend – zie Max Poole – en behaalde met de Tsjech Bavel Bittner een ritzege.
Hij deed open in zijn badjas, toen drie ambtenaren hem zijn ontslagbrief overhandigden. Onaangekondigd en onverwacht. Ze stonden voor zijn voordeur, waar geen naambordje op staat. „Dat was best eng”, zegt Matej Drlicka, tot begin augustus de directeur van het Nationaal Theater in Slowakije.
Een dag later ging het ontslag van de directeur van het Nationaal Kunstmuseum van Slowakije een stuk vriendelijker. Naast een ontslagbrief kreeg Alexandra Kusa – tot dan veertien jaar directeur van het instituut – een bos bloemen. Als dank voor bewezen diensten. „Ik had mijn badjas al klaargelegd”, grapt Kusa.
De ontslagen van Drlicka en Kusa zijn de meest prominente in een reeks zuiveringen van de Slowaakse cultuursector. Eerder werd al een handvol directeuren van kleinere instellingen weggestuurd, en een heel ambtenarendepartement binnen het Ministerie van Cultuur op straat gezet. Ook valt de verdeling van honderden miljoenen euro aan cultuursubsidies niet meer onder een onafhankelijke commissie maar onder een politieke.
Autoritaire agenda
Sinds premier Robert Fico in oktober voor de vierde keer aan de macht kwam als premier, probeert hij Slowakije naar zijn hand te zetten. Als eerste doekte hij het kantoor van de speciale openbaar aanklager op die onderzoek deed naar corruptie van Fico en zijn compagnons. Daarna werd de publieke televisie opgeheven en vervangen door een politiek gestuurde omroep. Vervolgens zijn verschillende voor corruptie veroordeelde zakenmensen vrijgelaten uit de gevangenis.
De 59-jarige Fico, die de verkiezingen won met de belofte om militaire hulp aan Oekraïne te stoppen, werd in mei neergeschoten in het provinciestadje Handlová. Hij overleefde de aanslag. Sindsdien geeft hij de oppositie, journalisten en alles wat progressief is de schuld van de moordaanslag.
De nieuwe minister van Cultuur, voormalig tv-presentator Martina Simkovicová, en haar rechterhand Lukas Machala voeren Fico’s autoritaire agenda in razend tempo uit. Simkovicová was voor haar ministerschap presentator bij een complotkanaal en is uitgesproken tegen vluchtelingen en pro-Russisch. Ze werd een paar jaar geleden genomineerd voor ‘homofoob van het jaar’ door het Slowaakse Instituut voor Mensenrechten. Machala gelooft dat de aarde plat is. Hun visie op cultuur? „Slowaakse cultuur en geen andere cultuur.”
De ontslagen in de cultuursector en de opheffing van de publieke omroep leidden de afgelopen weken tot grote protesten. Mensen binnen de cultuursector spreken van „een bloedige zomer” en vrezen nog veel meer ontslagen. Donderdag gingen honderden mensen in de cultuursector én op het ministerie van Cultuur in staking.
‘Belangenverstrengeling’
Hoewel Kusa net ontslagen is als directeur van het Nationaal Kunstmuseum loopt ze er nog altijd rond. Op een dinsdagavond eind augustus geeft ze een lezing. „Natuurlijk was het ontslag een klap in mijn gezicht”, zegt ze, zittend op het terras van het museum in Bratislava. Achter haar wapperen honderden handgeschreven steunbetuigingen voor de ingang van het museum. „Ik zag het ontslag aankomen. De situatie is niet zo erg als onder het communisme, toen werden we in de gevangenis gezet. Nu slechts ontslagen.”
De nieuwe directeur is al aangesteld. Anton Bittner, een financieel manager zonder enige kunstachtergrond. „Hij mailde mij dat hij aanwezig zal zijn bij mijn lezing en vroeg of ik me wel wilde gedragen”, vertelt Kusa. „Uiteraard zal ik me gedragen”, zegt ze glimlachend.
Lees ook
Politiek veteraan Fico begon net met het uitvoeren van zijn autoritaire agenda in Slowakije
De reden voor haar ontslag? Er zou onder meer sprake zijn van „twijfels over belangenverstrengeling” en „twijfels over besteding van geld”, aldus het ministerie. Theaterdirecteur Drlicka zou „politiek activistisch” zijn, wat volgens het ministerie „gevaarlijk [is] in de context van de gebeurtenissen van een paar maanden geleden” – doelend op de moordaanslag op Fico.
Achter deze beschuldigingen – overigens zonder doorslaggevend bewijs – gaat volgens de directeuren een andere reden schuil. „Het Nationaal Theater is een fort van vrijheid dat zich altijd uitspreekt over politieke veranderingen”, zegt Drlicka. „Politici zijn bang voor acteurs, die bekend zijn bij het grote publiek en zich durven uit te spreken. Met mijn ontslag wil de huidige regering laten zien dat ze niet bang is.”
De situatie is niet zo erg als onder het communisme, toen werden we in de gevangenis gezet. Nu slechts ontslagen
Kusa: „De regering wil ons neerzetten als dieven en angst zaaien door te laten zien dat ze iedereen kan beschuldigen van iets. Ze zien zichzelf als koningen en keizers van dit land.”
‘Perverse scènes’
Volgens Bohunka Koklesova, rector van de Kunstacademie in Bratislava, moet de situatie in Slowakije niet licht worden opgevat. De rector, die onderzoek deed naar kunst onder het totalitarisme, ziet daar parallellen mee: „Totalitaire regimes willen de cultuursector onder controle hebben, omdat cultuur vrij is om de politiek en maatschappij te bekritiseren”, zegt Koklesova. „En dat is precies wat deze minister doet: het vernietigen van deze vrije stem.”
Toch houdt theaterdirecteur Drlicka hoop: „De regering kan de komende drieënhalf jaar tot aan de volgende verkiezingen doen wat ze wil. Het zal zwaar worden, maar kunst en cultuur zullen deze periode overleven. We hebben ondergronds gewerkt tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog en tijdens het communisme. De wereld was voor Slowaakse kunstenaars nooit makkelijk.”
Dat de nieuwe regering zich niettemin onverslaanbaar voelt, blijkt uit twee andere recente gebeurtenissen. Een viceminister stond tijdens een toneelvoorstelling op en onderbrak deze vanwege de „perverse scènes”. Diezelfde viceminister zette een lokaal museum onder druk om het beeld van een knielende man te vervangen door een kom rogge. Deze Stefan Kuffa is net als de minister van Cultuur lid van de SNS-partij – een ultranationalistische coalitiegenoot in Fico’s regering, die met 5 procent van de stemmen net de kiesdrempel haalde tijdens de parlementsverkiezingen.
De wereld was voor Slowaakse kunstenaars nooit makkelijk
Weingen binnen de cultuursector verwachten dat de staking en protesten tot grote veranderingen zullen leiden, maar de stakers hopen wel dat deze leiden tot ontslag van cultuurminister Simkovicova. Onlangs stelde die een oude vriendin aan als nieuwe directeur van een kinderbibliotheek „omdat ze zelf kinderen heeft”. Maar de woede van theaterdirecteur Drlicka richt zich vooral op haar rechterhand Lukas Machala. „Hij is echt gevaarlijk, de Joseph Goebbels van Slowakije”, noemt Drlicka hem. „Hij wil de Slowaakse cultuur doodmaken.”
Hoewel minister Simkovicova inzet op traditionele Slowaakse cultuur, is ze ook in die kringen niet heel populair. Toen ze onlangs bij een folkloristisch festival aanwezig was werd ze uitgefloten door het publiek. Een interviewverzoek van NRC weigerde minister Simkovicova.
Bij de gratis lezing van Kusa voor het Nationaal Kunstmuseum is de nieuwe directeur Anton Bittner zoals aangekondigd aanwezig. Een paar honderd mensen zijn op komen dagen, luisterend in de patio naar Kusa onder een warme avondzon. Bittner loopt er eenzaam rond, geflankeerd door een bodyguard met wie hij af en toe een praatje maakt.
Gevraagd naar zijn plannen zegt hij dat hij „slechts de man van de cijfers is”. Van kunst heeft hij geen verstand, bevestigt hij.
Hij begint over brandgevaar bij dit aantal bezoekers en vindt eigenlijk dat de mensen een kaartje hadden moeten kopen. Dagelijks loopt hij aan het einde van de dag langs de kassa en vraagt hij hoeveel kaartjes er verkocht zijn. „Bij vijfhonderd krijgen ze een ijsje.” Waarom vijfhonderd? „Dat is een mooi rond getal”, zegt Bittner. In reactie op de opmerking dat de kassa-medewerkers weinig invloed hebben op het aantal bezoekers haalt hij zijn schouders op.
Lees ook
De toekomst van de Slowaken is in één klap veranderd
Hoop
Even verderop voor het Ministerie van Cultuur zijn dagelijks mensen van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat aan het protesteren. Zo ook Zuzana Wienk, die net uitgescholden werd door een voorbijganger. „Hij schreeuwde dat de cultuursector alleen op geld uit is”, zegt Wienk. Het is de retoriek van de regering, die tweespalt wil creëren tussen de ‘hardwerkende Slowaak’ en de ‘culturele elite in Bratislava die alleen maar zijn hand ophoudt’.
Toch blijft Wienk hoop houden. Ook al protesteert ze al sinds 2006 tegen de verschillende regeringen van Robert Fico. „Ik houd het vol omdat ik besef dat de verandering misschien niet tijdens mijn leven zal plaatsvinden – net als dat gold voor onze ouders tijdens het communisme”, zegt Wienk. „Maar zoals Vaclav Havel zei: hoop is niet de overtuiging dat iets goed zal aflopen, maar de zekerheid dat iets zin heeft, ongeacht hoe het afloopt. Daarom blijf ik demonstreren.”
En dan loopt Machala opeens voorbij, de rechterhand van de minister. „Opstappen”, roepen de demonstranten naar hem. „Gaat nooit gebeuren”, roept hij terug. Vragen van NRC wil hij niet beantwoorden. „Sorry, geen tijd. Ik heb veel werk”, zegt hij. De volgende ontslagen voorbereiden, grappen de demonstranten.