Bachvereniging laat zien waar Bach de mosterd haalde

Recensie

Muziek

Klassiek Zelfs Bach verzon niet alles zelf. De Nederlandse Bachvereniging laat in ‘Bach’s fusion’ horen waar de beroemde componist zijn ideeën vandaan haalde.

De Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Shunske Sato tijdens de uitvoering van ‘Bach’s Fusion’.
De Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Shunske Sato tijdens de uitvoering van ‘Bach’s Fusion’.

Foto Simon van Boxtel

J.S. Bach was natuurlijk geniaal, maar hij bedacht niet alles zelf. Sterker nog, hij maakte graag ‘covers’ van muziek van collega’s uit heel Europa, met name Italië. In Bach’s fusion laat de Nederlandse Bachvereniging horen waar Bach zijn inspiratie haalde: bij Vivaldi bijvoorbeeld, maar ook bij de in Deventer geboren orgelimprovisator Johann Adam Reincken. Komende weken is de Nederlandse Bachvereniging (NBV) met het programma op tournee.

Het concert werd geleid door Shunske Sato, die bezig is aan zijn laatste seizoen als artistiek leider van de NBV. Toen hij in 2018 aantrad, was dat enigszins verrassend – Sato, sinds 2013 veelgeroemd concertmeester van het gezelschap, bezat weinig directie-ervaring. Zijn eerste Matthäus-Passion, vorig jaar, was wisselvallig. Maar in Bach’s fusion leidt Sato met de viool in de hand en is hij in zijn element.

De opzet van het programma is sterk: we horen niet Bach zelf, maar de muziek die hem inspireerde. In het programmaboekje (online in te zien) staat precies welke composities Bach op het werk van zijn collega’s baseerde en het loont de moeite die vooraf te beluisteren. Nodig is het niet, want de stukken kunnen prima op zichzelf staan.

Hoogtepunt

Het Dubbelconcert in d klein, RV 565 van Vivaldi is meteen een hoogtepunt: prachtig zoals de lijnen van solisten Sato en Lidewij van der Voort zich verstrengelen en het ensemble meeslepen in hun intense dialoog. Minder bekend zijn de vioolconcerten van Johann Ernst von Sachsen-Weimar, een componerende hertog aan wiens hof Bach diende, en van de Venetiaan Benedetto Marcello. Van al deze concerten maakte Bach klaviertranscripties.

In het geval van Albinoni ging hij anders te werk: op een thema uit diens Triosonate in b klein schreef Bach een compleet nieuwe fuga. Het thema heeft een opvallend chromatisch dalend lijntje van het soort waar Bach wel raad mee weet. Sato en co verweven beide werken: ze spelen de vierdelige sonate van Albinoni, met op de plek van het tweede deel Bachs enorm uitgesponnen fuga. Het effect is geweldig, juist doordat de klankwerelden zo totaal verschillend zijn. Bachs montere wildgroei ligt ingebed door de compacte, breekbaar-weemoedige deeltjes van Albinoni.

Het opvallendste moment komt na de pauze, als Bach zélf opeens de inspiratiebron is geworden. Mozart bewerkte een fuga (BWV 878 in E groot, uit het tweede boek van Das Wohltemperierte Klavier) voor strijkkwartet, en de schok van het klassieke idioom is groot . Het heerlijke Vioolconcert in E groot, BWV 1042 van de meester zelf klinkt daarna vreemd vertrouwd.


Lees ook: Geen dag zonder Bach


Klassiek Bekijk een overzicht van onze recensies over klassiek