In de anderhalf jaar sinds het besluit van het Amerikaans Hooggerechtshof om het landelijk recht op abortus in te trekken, is de babysterfte in het land fors gestegen. Het gaat om honderden méér gestorven zuigelingen, zo blijkt uit nieuw onderzoek dat maandag werd gepubliceerd in het medisch vakblad JAMA Pediatrics. Het gros van de kindjes had geboorteafwijkingen.
Na twee gerechtelijke uitspraken, in 1973 en 1992, gold er een federaal (of landelijk) recht op abortus in de Verenigde Staten. Dit werd in juni 2022 teruggedraaid met een uitspraak van het Hooggerechtshof, waarna staten zelf mochten beslissen over het al dan niet toestaan van abortus. Zo’n twintig staten, waaronder Alabama, Texas en Georgia, besloten verregaande restricties op het afbreken van zwangerschappen door te voeren.
Topje van de ijsberg
De babysterfte lag op drie meetmomenten zo’n 7 procent hoger dan voor de wetswijziging. Universitair docent epidemiologie en auteur van het artikel Parvati Singh spreekt van „het topje van de ijsberg. Sterfte is de ultieme uitkomst van welke gezondheidstoestand dan ook”. Hierdoor zullen volgens Singh dus ook meer kinderen met aangeboren of geboorteafwijkingen worden geboren.
Lees ook
Amerikaans recht op abortus blijkt toch niet onaantastbaar
Ook steeg het totaal aantal geboorten in de Amerikaanse staten die verboden of restricties op abortus invoerden. Er wordt van babysterfte gesproken als een zuigeling tijdens het eerste levensjaar komt te overlijden.