Babylon: een dynamische, uitputtende ondergangsfantasie van Hollywood

Recensie

Film

Hollywoodepos Dat het gedurfde, bij vlagen briljante ‘Babylon’ op een financieel fiasco afstevent, versterkt de melancholie op dit uitzinnige epos over het gouden Hollywood.

Het eerste uur van Babylon is een gekkenhuis van groteske, massale ‘set pieces’.
Het eerste uur van Babylon is een gekkenhuis van groteske, massale ‘set pieces’.

Foto Scott Garfield

Stel: je filmt een zelfmoord. Een man trekt zich somber terug in zijn hotelkamer. Sluit de deur. Na vijf seconden hoor je een pistoolschot. Je kan ook – zoals in Babylon – de deur van die hotelkamer op een kier laten, met inkijk op gang en badkamer. Gerommel in een bureaula, buiten beeld. De man loopt met het pistool de badkamer in. Na vijf seconden het schot: bloed en hersenweefsel spat op een witte muur.

In Babylon verlaat Damien Chazelle de less is more-aanpak van astronautenfilm First Man en musical La La Land. Less is a bore: hier gaat hij vol voor het exces, al blijft zijn grondtoon melancholiek. Dit komische epos is een stoomwals van een film, dynamisch en wervelend op het uitputtende af, in alles overdreven. Maar ook gedurfd en vaak briljant.

189 minuten is aan de lange kant, scènes en personages neigen naar cartoonesk, met name Margot Robbie als dwangmatig manische ‘flapper’ Nellie LaRoy, alias ‘Wild Child’. Brad Pitt speelt de pretentieuze – „In Europa hebben ze fucking Bauhaus” – en altoos benevelde ‘romantic lead’ Jack Conrad. Jovan Adepo zwarte trompetist Sidney Palmer die in een wrange scène blackface moet omdat hij in het spotlight voor zijn jazzband te wit oogt. Tobey Maguire maakt van een gangsterbaas een creepy junkie-vampier.


Lees ook een profiel van regisseur Damien Chazelle: Ambitie op de grens van zelfvernietiging

Het zijn amalgamen van historische personen, uitvergroot tot archetypes: de hoer van Babylon, de vallende ster. Het pandemonium van Hollywood bekijken wij door de verbaasde ogen van alleman Manny Torres (Diego Calva). Hij maakt nuchter carrière binnen het studiosysteem, maar is reddeloos verliefd op de ongrijpbare Nellie LaRoy.

Het eerste uur van Babylon is een gekkenhuis van groteske, massale ‘set pieces’. Een woeste orgie met groepsseks en olifant. Een hectische draaidag in een droge vallei waar talloze stille films tegelijk worden geschoten: pikante western, jungle-avontuur, Aziatisch mysterie, middeleeuwse veldslag. Figuranten worden gewelddadig. Een pindavrouw deelt amfetamine uit.

Babylon moet vallen: dit is ondergangsepos. Stille film maakt in 1927 plaats voor geluidsfilm, hedonisme voor het morele keurslijf van de Hays Code in 1930. In zo’n revolutie rollen koppen. Nellie LaRoy moet haar vulgaire accent lozen en een nette societydame worden: onbegonnen werk. Jack Conrad klinkt van de ene dag op de andere dag potsierlijk. Ontucht gaat letterlijk ondergronds, verdwijnt in een lugubere, perverse mijnschacht geëxploiteerd door de maffia: „de anus van de stad”. Zo gaat dat met nieuwe preutsheid.


Lees ook: Wie is wie in Babylon?

Minus de zonde, de coke en het bloot biedt Babylon in grote lijnen het verhaal van musical Singin’ in the Rain (1952): ook hier een komische scène over acteurs die zich geen raad weten met de muisstille, bewegingloze discipline van de ‘sounds stage’, waar je exact op je kruisje moet staan voor de microfoon en de geluidsman de nieuwe dictator is. Ook op de filmset volgt op de vrolijke chaos verkramping.

Een fraaie, gedurfde vondst zit in de epiloog, waar Babylon associatief in eigen staart bijt. Manny keert in 1952 als toerist terug naar Los Angeles en ziet in een bioscoop Singin’ in the Rain: nu als een van de ‘kakkerlakken’ die vanuit het donker gluren naar de onsterfelijke goden van licht. Manny droomt ter plekke een soms bijna abstracte hommage aan Hollywood bij elkaar; alsof de ouverture van Walt Disneys Fantasia nog even achter de film wordt geplakt.

Babylon is een wonderlijke, fatalistische ondergangsfantasie. Wij weten dat Hollywood uit zijn as herrees. Keer op keer zelfs. Een extra melancholiek randje: geen studio steekt straks nog 80 miljoen dollar in zo’n excessieve, persoonlijke film als Babylon, dat afstevent op een financieel fiasco. Loden jaren liggen in het verschiet. Maar ooit gaat de zon weer op.

Babylon komt 19 januari in de bioscoop.