Baanbrekend en invloedrijk songschrijver van The Band

Necrologie

Robbie Robertson (1943 – 2023), gitarist, componist Robbie Robertson was de songsmid achter de beste liedjes van de legendarische muziekgroep The Band. Solo werd hij een gevierd Hollywood-componist voor films van Martin Scorsese. Robertson overleed 9 augustus na een lang ziekbed.

Robbie Robertson en Elvis Costello tijdens een optreden in het Waldorf Astoria Hotel in New York in 2006.
Robbie Robertson en Elvis Costello tijdens een optreden in het Waldorf Astoria Hotel in New York in 2006. Foto Mike Segar/ REUTERS

Het is een a-typische popsong, maar typerend voor de stijl van songschrijver Robbie Robertson: het uiterst zwoele ‘Somewhere Down the Crazy River’ (1988). Met lage stem vertelt Robbie Robertson de coupletten en zingt hij de refreinen ineens uitbundig: rare ontmoetingen, flarden van gesprekken, rode neon, warme nachten in het Arkansas uit zijn jaren als jongvolwassene. Bedwelmend hoe hij je meesleept langs observaties en gedachten.

Robertson overleed woensdag op zijn tachtigste in Los Angeles, na een lang ziekbed. Als muzikale storyteller kon hij beeldend meevoeren. Groot werd hij als gitarist en songwriter van de legendarische Canadees-Amerikaanse rockformatie The Band, met nummers als ‘The Weight’, ‘The Night They Drove Old Dixie Down’ (over de Amerikaanse burgeroorlog), ‘The Shape I’m In’ en ‘Ophelia’.

De in Toronto, Canada geboren Robbie Robertson raakte al vroeg in zijn jeugd geïnteresseerd in muziek via de radio – als een blok viel hij voor rock-’n-roll en hij speelde gitaar zolang hij zich kon herinneren. In zijn levendig beschreven, met vele anekdotes gevulde autobiografie Testimony (2016), maar ook in de muziekdocumentaire Once Were Brothers (2020), waarin hij een eloquent verteller is, is de levensloop van Robertson goed te volgen. Er zijn de herinneringen aan rockabillyster Ronnie Hawkins, in wiens band The Hawks Robertson tussen 1958 en 1963 begon als jonge gitarist. Daarna is het ruim baan voor zijn tijd met Bob Dylan. Die wilde midden jaren zestig graag van zijn softe folk-imago af en zocht met The Hawks een stevig geluid.

Robbie Robertson in 1974 tijdens een optreden in Madison Square Garden in New York.
Foto Gijsbert Hanekroot

Onderlinge chemie

Ruim vier jaar vormden ze Dylans begeleidingsband, onder andere tijdens zijn eerste roemruchte ‘elektrische’ tournee in 1966. Dylans poëtische aanpak zou van grote invloed worden op hun latere eigen band.

In The Band, vijf muzikanten van wie er drie zongen, draaide het om onderlinge chemie. Robertson haalde in interviews graag terug hoe haast telepathisch ze elkaar konden vinden en hoe gefocust ze, afgesloten van de buitenwereld, hun songs konden smeden. In een roze geschilderd huis (als de Big Pink gedoopt) in het plaatsje West Saugerties, New York maakten ze muziek in de kelder. Niet alleen Dylans befaamde The Basement Tapes (ze zouden pas in 1975 officieel verschijnen, eerder kwamen ze ‘illegaal’ uit op zogeheten witte albums) zijn er geboren. Maar ook hun eigen debuut, het later als meesterwerk erkende Music from Big Pink (1968). De hoes werd geschilderd door Dylan.

Later volgde het baanbrekende album, simpelweg getiteld The Band (1969). De ongrijpbare titel dikte het mysterie aan. Want wie waren die muzikanten (naast Robertson: zanger-pianist Richard Manuel, zanger-bassist-violist Rick Danko, toetsenist Garth Hudson, zanger-drummer Levon Helm) in gedateerde kleding met hun sepia gekleurde, aardse klanken? Met de wortels in blues, country, folk en gospel waren het rootsrockpioniers. Voorlopers in het genre americana. Gitarist Robertson schreef het overgrote deel van de liedjes.

Als klassiekers gingen ze de boeken in, liedjes als het nog altijd indrukwekkende ‘The Weight’. Al hier kleuren de woorden de beelden: een reiziger ontmoet in Nazareth, Pennsylvania steeds weer nieuwe mensen, maar het is een soms raadselachtige tekst met Bijbelse referenties. In het heilzame koorrefrein („Take a load off, Fanny/ Take a load for free/ Take a load off, Fanny/ And, and, and you put the load right on me”) komt alles samen: harmonie en ontlading.

Botsen van ego’s

Hoewel nooit een groot commercieel succes is ‘The Weight’ door veel pop- en jazzartiesten gecoverd en geïnterpreteerd. De versie van Aretha Franklin (ze had er de grootste hit mee) is buitengewoon. Maar van Diana Ross, Joe Cocker tot Cassandra Wilson: het nummer bleef impactvol.

Dat Robertson, onder meer geïnspireerd door personages in de surrealistische films van Luis Buñuel, vaak de schrijfcredits van The Band kreeg, was een ergernis van de andere bandleden. Ook zij droegen veel bij. Het was een klassiek botsen van ego’s dat, naast gedoe met verslavingen, het soort bittere onmin opleverde dat de band uiteindelijk opbrak.

The Last Waltz was in 1976 een groots afscheidsconcert in San Francisco, dat gevat is op een album en in een door Martin Scorsese geregisseerde concertfilm. Met hem raakte Robertson goed bevriend. Solo is hij veel soundtracks van Scorsese-films gaan componeren, zoals Shutter Island, Gangs of New York en The Wolf of Wall Street. Met Eric Clapton maakte hij ‘It’s in the Way That You Use It’ voor de film Color of Money.

In een statement zei regisseur Scorsese dat Robertsons muzieks „uit het hart van dit continent, zijn tradities, tragedies en vreugde” leek te komen. Robbie Robertson heeft de soundtrack voor Scorseses Killers of the Flower Moon nog net kunnen voltooien.

https://www.youtube.com/watch?v=DGDFvxalpjk&list=OLAK5uy_ncrJ9dsn5JiOz-PFi5eRTSTY3QMML2Rjo