De Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens (AP) staat alleen in haar strenge uitleg van de Europese privacywet AVG. Het Europese Hof van Justitie heeft besloten dat er wel degelijk louter commerciële redenen kunnen zijn om een inbreuk te maken op de privacy van burgers. De AP wilde dat uitsluiten.
Dat blijkt uit een arrest van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg van afgelopen vrijdag. Daarin velt het Hof een oordeel over hoe een Europese wet moet worden geïnterpreteerd. Deze uitspraak is gedaan op verzoek van de rechtbank Amsterdam in een slepende rechtszaak tussen de Koninklijke Nederlandse Tennisbond (KNLTB) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over handel in gegevens van tennissende Nederlanders. Mede op basis van deze bindende uitspraak van het Europese Hof moet de Nederlandse rechtbank nu nog zelf tot een oordeel komen.
Opbrengsten
Aanleiding voor het hele proces is onenigheid over een boete van 525.000 euro die de AP in 2020 heeft opgelegd aan de tennisbond vanwege het verkopen van persoonsgegevens van leden van de bond. Die boete vecht de bond aan.
Leden van tennisverenigingen zijn verplicht ook lid van de KNLTB. Die heeft, zonder daarvoor om toestemming te vragen, de persoonsgegevens van leden verkocht aan een gokbedrijf en aan een moederbedrijf van een online winkel met tennisartikelen, zodat die de leden konden benaderen met reclame. In het geval van de verkoop aan de Nederlandse Loterij Organisatie BV (NLO), de grootste aanbieder van kansspelen en casinospelen in Nederland, ging het om namen, adressen, geboortedata, (mobiele) telefoonnummers en e-mailadressen. De telefoongegevens werden verkocht voor een belactie van NLO via callcenters.
De KNLTB betoogt een ‘gerechtvaardigd belang’ te hebben voor deze datahandel, namelijk de tennissport in Nederland. Met de opbrengsten kan de bond weer leuke dingen doen voor tennissende leden. De AP legt de privacywet anders uit en zegt dat zo’n commercieel belang geen grondslag kan vormen die datahandel mogelijk maakt. „De burger staat voorop, vandaar onze principiële interpretatie van de wet waarin organisaties bijvoorbeeld nooit zonder toestemming persoonsgegevens van mensen mogen verkopen, alleen omdat ze daar geld mee kunnen verdienen”, mailt een woordvoerder van de AP in reactie op de uitspraak. „Dat is wat ons betreft nog steeds hoe het zou moeten zijn.” Omdat de ‘juridische realiteit’ anders is, zal de AP haar uitleg daarop aanpassen.
‘Eerste hoepel’
Het is voornamelijk een academische kwestie die de toezichthouder heeft proberen te voeren, zegt hoogleraar gegevensbescherming en privacyrecht Anna Berleevan de Open Universiteit. De interpretatie van de AP zou je kunnen zien als ‘wenselijk recht’, maar dat is niet hetzelfde als ‘geldend recht’ en dat is wat een toezichthouder moet toepassen. In de praktijk maakt het vermoedelijk ook weinig verschil. Het Hof heeft zich nu uitgesproken over de eerste stap in een drietrapsraket. Er volgen er nog twee en het lijkt Berlee sterk dat de tennisbond de rechtbank ervan kan overtuigen dat het recht heeft op deze manier van gegevensverwerking.
Lees ook
Beschermt de Autoriteit Persoonsgegevens privacy, of verstoort ze de vrije markt?
Zowel de AP als het Europese Hof stellen namelijk duidelijk dat voor een beroep op die commerciële belangen heel strikte voorwaarden gelden. Een bedrijf of organisatie moet bijvoorbeeld aantonen dat die commerciële doelen niet op een andere manier kunnen worden bereikt.
En vervolgens moet een rechter dat commerciële belang nog afwegen tegen het privacybelang waar inbreuk op wordt gemaakt. Hoe het Hof daar naar kijkt spreekt ook uit de uitspraak. Het wijst op het risico op gokverslaving van tennissers door marketing van een gokbedrijf. „Niet alle marketing en datahandel is nu opeens toegestaan”, benadrukt Berlee. „Helemaal niet. Je bent door een eerste hoepel van drie. Maar bij die tweede en derde ligt de lat flink hoog als je alleen een zuiver commercieel belang hebt.”
Die duiding geeft de AP zelf ook: „Uit de uitspraak van het Hof van Justitie volgt dat bij de tweede en de derde voorwaarde de belangen van de burger zwaar wegen. De AP zal hier scherp op blijven toezien.” Een belangrijk punt in de uitspraak van het Hof is ook wat mensen redelijkerwijs kunnen verwachten dat met hun gegevens gebeurt, wijst de woordvoerder van de AP. „En verwacht jij als lid van een tennisvereniging dat de tennisbond onder meer jouw telefoonnummer verkoopt aan een loterij?” De interpretatie daarvan is nu aan de Amsterdamse rechtbank.
De Arubaanse minister Glenbert Croes (Arbeid, Energie en Integratie) is dinsdag gearresteerd. Dat meldt het plaatselijke Openbaar Ministerie. In het huis van de minister is een huiszoeking verricht.
Croes, een neef van premier Evelyn Wever-Croes, is aangehouden in verband met het onderzoek Portulaca. Dit onderzoek van het OM richt zich op de illegale uitgifte van werk- en verblijfsvergunningen voor werknemers van verschillende bedrijven. Die praktijken zouden zich vanaf 2020 tot op heden hebben voorgedaan.
Eerder dit jaar vond onder meer op het ministerie van Arbeid, Energie en Integratie op Aruba een huiszoeking plaats. Ook vonden invallen plaats bij andere woningen en bedrijfspanden en werden meerdere arrestaties verricht. Croes zit vast in beperking en mag alleen nog contact met zijn advocaat hebben.
In een persverklaring benadrukt procureur-generaal Amalin Flanegin dat de arrestatie geen verband houdt met de politieke situatie op het eiland. “Politieke gebeurtenissen zijn nooit van invloed op het verloop van een strafrechtelijk onderzoek. Ook nu niet”, zegt ze. De afgelopen jaren zijn meermaals politici op Aruba aangehouden en veroordeeld vanwege corruptie.
De grote ruiten achter de drie Booking.com-beveiligers zijn ingeslagen. Zelf staan ze voor de draaideuren van het moderne Booking.com-hoofdkantoor aan de Oosterdokskade, in het centrum van Amsterdam. Ze worden dinsdag om 14.57 uur vergezeld door vijf agenten. Over drie minuten begint voor het gebouw een pro-Palestinademonstratie.
Die ingeslagen ruiten zijn restjes van een actie tegen Booking.com van een andere pro-Palestijnse groep eerder deze week. In de nacht van zondag op maandag zag een bewaker hoe zes mensen met bivakmutsen het gebouw vernielden met hamers, schreefHet Parool. Zij besmeurden het gebouw met rode verf – inmiddels al schoongespoeld – en sloegen tientallen ramen in.
Aangifte
Al jaren krijgt Booking.com – 21.600 werknemers wereldwijd, bijna 20 miljard euro omzet en met afstand de grootste hotelsite ter wereld – van alle kanten kritiek. Het bedrijf verhuurt tientallen accommodaties in Israëlische nederzettingen, die door de internationale gemeenschap als illegaal worden beschouwd, op de Westelijke Jordaanoever. Bijvoorbeeld in Kfar Adumim en Ofra. Activisten, ngo’s en ook medewerkers van het bedrijf zelf voeren de druk op voor Booking.com om daarmee te stoppen.
Zo bekritiseert mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) in een rapport uit 2018 dat het bedrijf, en ook de kleinere verhuursite Airbnb, geld verdienen aan woningen in die illegaal bezette grondgebieden met woningen die Palestijnen niet kunnen huren.
Vlak voor het verschijnen van dit HRW-rapport, stopte Airbnb met het verhuren van woningen in Israëlische nederzettingen. Booking paste toen alleen enkele beschrijvingen aan van slaapplekken op de Westelijke Jordaanoever die ten onrechte waren omschreven als liggend in Israël. Maar Booking.com bleef wel doorgaan met het verhuren ervan. Volgens het bedrijf bestaan er geen wetten die „accommodaties in Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever verbieden”, schreef het bedrijf eerder dit jaar aan NRC als reactie op de aangifte van afgelopen mei.
Naast de HRW hekelt ook Amnesty International de activiteiten van Booking.com. En afgelopen mei deden de Nederlandse mensenrechtenorganisatie The Rights Forum en de Palestijnse ngo Al-Haq en twee andere ngo’s aangifte. Zij beschuldigen Booking.com ervan geld te verdienen door het „witwassen van winsten uit oorlogsmisdrijven” en het „injecteren van de opbrengsten in het Nederlandse financiële systeem”. Het Openbaar Ministerie doet nog onderzoek naar een eventuele vervolging.
Getrommel
Om 15.03 uur gaat de eerste Palestijnse vlag omhoog voor het hoofdkantoor van Booking. En een wit spandoek met zwarte letters: genocide is not a holiday. Vanuit het glazen gebouw kijken enkele medewerkers naar de demonstratie beneden.
„Booking you can’t hide, you are supporting apartheid”, roept Janna Lenders, een vrouw van ergens eind twintig, activist en woordvoerder van de actie, extra hard door de megafoon om boven het getrommel uit te klinken. Zo’n twintig demonstranten roepen haar na.
Het is stiller dan de initiatiefnemers hoopten. Ze denken dat dit komt omdat een dag eerder, op 7 oktober, al veel demonstranten de straat opgingen. Op die dag was het precies een jaar geleden dat Hamas Israël aanviel, waardoor vervolgens het geweld in Gaza escaleerde.
Van binnenuit
Kritiek op Booking.com is ook van binnenuit te horen. Het bedrijf heeft veel jonge, politiek betrokken werknemers. Voor het hoofdkantoor, om 15.50 uur, komt een Booking.com- werknemer met een rugzak van het bedrijf het kantoor uit gelopen. Hij haalt een Palestijnse vlag uit zijn tas en sluit zich aan achter een lang wit spandoek van de demonstranten. Van zijn werkgever mag hij niet praten met de pers.
Hij is niet de enige medewerker die moeite heeft met het beleid van het bedrijf. Dit speelt al jaren. In juni 2021 ondertekenden ruim tweehonderd van hen een brief, waarin ze het management opriep om te stoppen met zakendoen in de nederzettingen. „Wat is ons mensenrechtenbeleid nog waard als we adviezen negeren van ’s werelds meest gerespecteerde mensenrechtenorganisaties?”, stond in de brief.
Maar Booking.com-topman Glenn Fogel veegde de brief van zes alinea’s resoluut van tafel. De missie van Booking was „om iedereen te helpen om de wereld te ervaren”, zo meldde Fogel aan zijn personeel. Daarin maakt de hotelsite nu eenmaal geen enkel onderscheid. Een woordvoerder van Booking.com reageerde nu niet op vragen van NRC.
Hebben deze demonstraties in Amsterdam zin? In al die jaren heeft Booking.com zich – ondanks alle felle kritiek – niet teruggetrokken uit de illegale nederzettingen. „Het is het enige wat ik van buitenaf kan doen”, zegt demonstrant Tobias Hofland, een man ergens eind twintig. Hij komt maandelijks naar een pro-Palestina-demonstratie. Vandaag hoopt hij dat de actie leidt tot gesprekken tussen Booking.com-medewerkers bij de koffieautomaat.
8 oktober was overigens geen willekeurig geprikte dag voor deze bijeenkomst. Dinsdag vierde Booking Holdings, het moederbedrijf waar Booking.com onder valt, Global Ethics Day. Tijdens dit jaarlijks terugkerende evenement wordt binnen het bedrijf gesproken over thema’s als mensenrechten, diversiteit en duurzaamheid.
De Nobelprijs voor Natuurkunde gaat dit jaar naar twee wetenschappers die aan de wieg stonden van de kunstmatige intelligentie. Een verrassende keus, vinden veel AI-wetenschappers. Hoewel AI een belangrijke ontwikkeling is die volop in de belangstelling staat en een grote invloed heeft op de wetenschap, is niet meteen duidelijk wat het te maken heeft met natuurkunde. Is dit een creatieve oplossing om deze prestigieuze prijs uit te reiken aan de computerwetenschap, die geen eigen Nobelprijs heeft?
John Hopfield (91) en Geoffrey Hinton (77) ontvangen de Nobelprijs voor fundamentele ontdekkingen en uitvindingen die kunstmatige intelligentie – of machine learning – met kunstmatige neurale netwerken mogelijk maken. Volgens het Nobelcomité heeft dit werk een natuurkundig tintje omdat de wetenschappers voor het ontwikkelen van de bouwstenen van AI-modellen gebruikten die geïnspireerd zijn op natuurkundige systemen.
Kleine kinderen
Dankzij de kunstmatige neurale netwerken die Hopfield en Hinton ontwikkelden in de jaren tachtig, kunnen computers op een compleet nieuwe manier taken leren. Waar traditionele computerprogramma’s stap-voor-stap instructies nodig hebben, zoals bij een recept, kunnen AI-systemen leren van voorbeelden, zoals kleine kinderen dat ook doen.
Zo kunnen ze problemen aanpakken die te vaag zijn om beschreven te worden in een stapsgewijze instructie, zoals het herkennen van katten op verschillende foto’s en tekeningen. Hierdoor kunnen machines nu beelden herkennen, maar ook lopende zinnen vertalen en zelfs redelijk normale gesprekken voeren. En in de wetenschap is AI van onschatbare waarde omdat zij in staat is om enorme hoeveelheden data te categoriseren en analyseren.
De ontwikkeling van kunstmatige neurale netwerken die de basis vormen van de huidige AI begon in de jaren veertig vanuit een fascinatie voor de werking van het menselijk brein. Het brein bestaat uit een netwerk van hersencellen – neuronen – die onderling verbonden zijn. Als we iets nieuws leren, bijvoorbeeld wat een kat is, dan worden de verbindingen tussen de neuronen die betrokken zijn bij het herkennen van een kat sterker, terwijl verbindingen tussen neuronen die daar niet belangrijk voor zijn zwakker worden.
Wetenschappers probeerden dit neurale netwerk van ons brein te simuleren met computers. De neuronen zijn dan knooppunten die een bepaalde waarde kunnen hebben – zoals 1 of 0 – en ertussen liggen verbindingen die sterker of zwakker kunnen worden.
Dit nabootsen van het brein met computers bleek complex en de interesse zwakte af. Tot de jaren tachtig. Toen kreeg John Hopfield, een natuurkundige die zich al lange tijd bezig hield met biofysica, interesse in het onderwerp. In 1982 ontwikkelde hij een kunstmatig neuraal netwerk dat patronen kan onthouden en reproduceren, zoals het brein herinneringen opslaat en kan oproepen.
Mini-magneetjes
Voor het ontwikkelen van dit kunstmatige netwerk liet Hopfield zich inspireren door een natuurkundig systeem, namelijk gedrag dat optreedt in magnetische materialen door het magnetische moment van atomen – spins geheten. Wat er gebeurt met een materiaal als die spins elkaar beïnvloeden, kun je beschrijven met een natuurkundig model.
Dat model gebruikte Hopfield in een computer met onderling verbonden knooppunten waarbij de verbindingen sterker of zwakker kunnen zijn, net zoals in een brein. Met behulp van het model kon dit netwerk verschillende patronen onthouden die werden ingevoerd, zoals bepaalde letters. Als het netwerk vervolgens een wazige letter te zien kreeg, waaruit bijvoorbeeld stukjes misten, dan kon het netwerk achterhalen om welke letter het ging en die letter produceren. Dat kwam doordat hij herkende op welk van de letters – en dus patronen – uit zijn geheugen de wazige vorm het meest leek.
Dit lijkt nog niet erg indrukwekkend, maar Hopfield ontwikkelde dit netwerk in 1982. Dat was het jaar waarin de floppydisk in zwang raakte en de eerste personal computer van IBM geïntroduceerd werd. Toen al demonstreerde Hopfield een neuraal netwerk met dertig knooppunten. Hij wilde de werking ook graag met honderd knooppunten laten zien, maar de computers die hij tot zijn beschikking had konden dat niet aan. Dat staat in schril contrast met vergelijkbare AI-modellen van tegenwoordig die biljoenen verbindingen tussen knooppunten hebben.
Herkenning
Geoffrey Hinton bouwde voort op het werk van Hopfield. Hoewel hij een achtergrond heeft in de cognitieve psychologie en computerwetenschap, paste Hinton ook natuurkunde toe in zijn werk. Hij gebruikte ideeën uit de statistische fysica. Die beschrijft systemen met veel dezelfde elementen, zoals moleculen in een gas.
In 1985 publiceerde Hinton een artikel waarin hij een netwerk presenteerde met de naam Boltzmann-machine, naar de statistisch fysicus Ludwig Boltzmann. Dit netwerk gebruikt het Hopfield-netwerk als basis, maar heeft een extra laag van het neurale netwerk. Dat zorgt ervoor dat de Boltzmann-machine afbeeldingen kan herkennen en classificeren, nadat het getraind is met een reeks afbeeldingen. Als het verschillende foto’s en tekeningen van katten te zien heeft gekregen, kan het dus op een nieuwe foto een kat herkennen.
De eerste versie van de Boltzmann was nog tamelijk traag. Maar Hinton heeft niet stilgezeten en heeft zijn leermachine verder verbeterd. Tegenwoordig vormen nieuwe versies van Boltzmann-machines een onderdeel in een groter AI-netwerk. Ze zijn bijvoorbeeld te vinden in systemen die films of series aanraden op basis van waar iemand eerder naar keek.
Inspirerend
Hoogleraar Max Welling van de Universiteit van Amsterdam was drie jaar lang postdoc-onderzoeker bij Hinton en werkte met hem aan het verbeteren van deze leermodellen. „Het was heel inspirerend om met hem te werken”, vertelt Welling. „Maar mensen die heel briljant zijn, zoals Hinton, denken vaak heel anders dan anderen. Het was daarom soms een uitdaging om te achterhalen was hij bedoelde.”
Welling is erg enthousiast over de Nobelprijs. „Het is fantastisch voor ons veld.” Hoewel hij het verrassend vindt dat de Nobelprijs voor Natuurkunde naar AI-onderzoek gaat, ziet hij het verband wel. „AI is een onderzoeksveld dat geïnspireerd wordt door de natuurkunde en waarvan de toepassingen vervolgens weer veel invloed hebben op het natuurkundeonderzoek. Het heeft misschien wel meer invloed op dat onderzoek dan enige andere ontdekking. Het wordt door de hele natuurkunde gebruikt, van materiaalonderzoek tot het visualiseren van een zwart gat.”
Ook hoogleraar Wilfred van der Wiel van de Universiteit Twente is enthousiast. „Deze twee wetenschappers hebben cruciale bijdragen geleverd aan het veld. Hopfield was een van de eersten die de natuurkunde en neurale netwerken zo verbond en Hinton heeft ontzettend veel bijgedragen aan de ontwikkeling van AI de afgelopen decennia.”
ChatGPT
Sommige andere AI-onderzoekers zijn verrast dat deze natuurkunde-prijs naar AI gaat. Hoewel beide laureaten zich lieten inspireren door de natuurkunde voor de ontwikkeling van hun netwerken, is het toch vooral een ontwikkeling in de computerwetenschap. En hoewel het een enorm belangrijk hulpmiddel is geworden in de natuurkunde, kun je hetzelfde zeggen voor andere wetenschappen, zoals de geneeskunde en scheikunde, vindt hij. Het is, zoals hoogleraar Frank van Harmelen van de Vrije Universiteit van Amsterdam mailt, „een beetje een malle zet van het Nobelcomité”. Toch is het volgens Van der Wiel vooral ook „een mooie duw in de rug” voor het vakgebied.
En de AI-chatbot ChatGPT? Die reageerde desgevraagd koeltjes op een felicitatie: „Dank je! Maar ik heb geen Nobelprijs gewonnen – ik ben gewoon hier om te helpen en te chatten. Wat zou je graag willen bespreken?”