Atletiek staat of valt bij regels. Zie dan maar eens te innoveren om relevant te blijven

De geur van vers rubber hangt op het middenterrein van de grote hal in Omnisport. Op de synthetische 60-meterbaan staan links en rechts transportkoffers en pallets vol televisieschermen die nog moeten worden aangesloten. Het stof dat de werklui hebben meegebracht met hun arbeid heeft de gloednieuwe tartanvloer besmeurd; een dweilmachine is bezig met een grote schoonmaak rond de zandbak waar straks verspringers in moeten landen.

Niet alleen de blauw-oranje vloer van de atletiekhal in Apeldoorn is nieuw. Er zijn extra tribunes opgebouwd, hun metalen geraamtes steunend op de houten wielerbaan. In de nok van het stadion hangt een glanzende jumbotron – een immens videoscherm – in dezelfde ovalen vorm als de atletiekbaan.

Ook de netten hangen al van de kooi die straks de massieve kogels van kogelstoters moet opvangen. Ze zijn bevestigd aan een metalen constructie die met kabels aan het plafond hangt. Zodra duidelijk is geworden wie het verst kan stoten, tillen de computergestuurde kabels de kooi naar het plafond, zodat het zicht van het publiek niet langer wordt beperkt.

De constructie is een van de innovaties op de Europese Kampioenschappen Indoor atletiek, die deze donderdag van start gaan en waar Nederlandse favorieten als Femke Bol, Lieke Klaver en Niels Laros in actie zullen komen. Het toernooi is de aftrap van een jaar waarin er volop vernieuwd wordt om ervoor te zorgen dat de atletiek relevant blijft.

De jumbotron heeft dezelfde vorm als de atletiekbaan.
Voorbereidingen voor de persconferentie EK Indoor Atletiek 2025 in Sportcomplex Omnisport Apeldoorn.
Foto’s Wouter de Wilde

Strijd om de jonge kijkers

De sport heeft al jaren moeite zichzelf te verkopen aan (televisie)publiek en sponsoren, de Olympische Spelen in Parijs (2024) en de WK atletiek in Boedapest (2023) uitgezonderd. In de strijd om nieuwe, jonge kijkers heeft de sport „een verantwoordelijkheid om te moderniseren”, zei Sebastian Coe, de voorzitter van de mondiale atletiekbond World Athletics, vorig jaar.

Maar vernieuwen is niet altijd makkelijk. Op de afzetzone die vorige maand geïntroduceerd werd in het verspringen als alternatief voor de afzetbalk, is veel kritiek. Atleten zien het zo dicht mogelijk afzetten bij de balk als een vaardigheid die verspringers moeten beheersen. Op grote toernooien blijft de afzetbalk voorlopig de standaard.

Bij de Grand Slam Track-series – een nieuw commercieel initiatief van oud-olympisch kampioen Michael Johnson – komen lang niet alle beste atleten van de wereld opdagen; onder anderen Femke Bol doet niet mee omdat het vele reizen haar prestaties zou ondermijnen.

In Omnisport moet een van de innovaties op de EK Indoor nog worden geïnstalleerd. Langs de volledige binnenbaan van de ovalen atletiekbaan komt een strip ledlampen te liggen waarmee tijdens wedstrijden een tempo kan worden aangegeven, bijvoorbeeld dat van het wereldrecord; als het lijntje dat je bij zwemwedstrijden op televisie ziet meelopen, maar dan live. Het systeem maakt loopnummers makkelijker en spannender om te volgen, zegt Pieke de Zwart, naast algemeen directeur van de Atletiekunie voorzitter van het lokale organisatiecomité.

Maar toen zijn organisatie het idee voor de zogenoemde ‘wavelight’ indiende bij atletiekfederatie European Athletics, die haar fiat aan dit soort innovaties moet geven, hoorden ze „een diepe zucht”, zegt De Zwart. „Ze zijn bang dat zo’n tempolicht invloed heeft op wedstrijden, want in feite is het een soort verkapte haas. Ze willen absolute gelijkwaardigheid voor alle sporters.”

Uiteindelijk werd besloten dat de lichten niet aan mogen tijdens de series, maar alleen in de finale. De Zwart: „Want dat is een race op zich, waarbij de tijd ondergeschikt is aan het resultaat.”

Op de afzetzone die vorige maand geïntroduceerd werd in het verspringen als alternatief voor de afzetbalk, is veel kritiek.
De ‘wavelight’ installatie op de baan.
Foto’s Wouter de Wilde

‘Experimenteren not done

Zijn ervaring is dat sportfederaties verandering lastig vinden. „Zeker op grote eindtoernooien is experimenteren eigenlijk not done.” De Zwart heeft er wel begrip voor. „Er zitten altijd consequenties aan. Atletiek is zo’n reglementaire sport, als je dan iets invoert, kun je dat niet meer terugdraaien. Want atleten moeten hun techniek aanpassen aan de nieuwe regels.”

Wat ook meespeelt, is dat European Athletics voorzichtig moet zijn in haar uitlatingen; ze vertegenwoordigt meer dan vijftig landen met uiteenlopende standpunten. In de praktijk blijkt de internationale federatie dan vaak welwillender dan ze zich voordoet, zegt De Zwart. „Je moet als organisatie het spel meespelen en dan toch je eigen plan moet trekken. Uiteindelijk wordt dat wel geaccepteerd en vinden ze het fantastisch.”

De Europese atletiekbond moet de reputatie van de sport beschermen, legt hoofd communicatie Peter Sanderson uit. „We staan als sport bekend om onze accuratesse, onze timing, ons streven naar perfectie. Een honderdste van een seconde kan het verschil maken tussen een wereldtitel of geen wereldtitel. Dus voordat we iets doorvoeren, moeten we er absoluut zeker van zijn dat het perfect kan worden uitgevoerd.”

Buzz creëren

Voor Nederland biedt de vernieuwingsdrang in de atletiek een mogelijkheid voor onderscheiding, zegt Niels Markensteijn van TIG Sports, dat al jaren veel grote sporttoernooien in het land helpt organiseren, waaronder de EK Indoor atletiek. „Als je sportevenementen wil binnenhalen, heb je te maken met buitenlandse concurrentie”, zegt Markensteijn. „Wij zijn niet het land met de grootste stadions of de grootste begroting, dus we moeten creatief zijn om buzz te creëren.”

Het drijvende stadion dat voor het WK beachvolleybal in 2015 in de Hofvijver in Den Haag werd gebouwd, is daar een voorbeeld van, zegt Markensteijn. En de laatste keer dat Nederland een internationaal atletiektoernooi organiseerde, de EK (outdoor) van 2016 in het Olympisch stadion in Amsterdam, deed de organisatie óók iets bijzonders: de kwalificaties voor het speerwerpen en kogelstoten vonden plaats op het Museumplein.

Nóg een innovatie die de Atletiekunie vrijwel direct aanvroeg bij European Athletics: de toevoeging van de gemengde 4×400 meter, een discipline waarop Nederland in Parijs olympisch kampioen werd. „We hebben in Nederland een focus op de 400 meter en op de estafettes, we zijn er goed in, dus dat wilden we graag laten zien”, zegt algemeen directeur De Zwart. De organisatie kreeg toestemming en heeft de finale van het loopnummer geprogrammeerd op de eerste dag. „Daarop stonden alleen kwalificatiewedstrijden gepland. Nu staat er een finale gepland en is het aantrekkelijk voor het publiek ook voor donderdag kaartjes te kopen.”

Tribunes staan op de wielerbaan tijdens het EK Indoor Atletiek 2025.
Foto Wouter de Wilde

Middenterrein is ‘heilig’

In het midden van het middenterrein in Omnisport zijn recht omhoog de knipperende blauwe lichtjes te zien aan de achterkant van de 684 schermen die samen het beeld van de 6.500 kilo wegende jumbotron vormen. Een manier om toeschouwers tijdens het toernooi te vermaken; een speerpunt van organisator TIG Sports. „De beleving van het publiek vinden wij heel belangrijk. Daarom besteden we veel aandacht aan aankleding, promotie en entertainment”, zegt Markensteijn. Zo zal er deze EK een lichtplan zijn waarmee bepaalde disciplines letterlijk worden uitgelicht.

Maar niet alle vormen van entertainment zijn toegestaan. De Zwart vertelt dat hij graag een zanger of een band had willen laten optreden op het middenterrein tijdens „dode momenten” in het programma. „We hadden het al helemaal uitgedacht, wisten welk nummer we als anthem wilden, maar het middenterrein bleek een no-go-area.”

Dat deel van de baan is „heilig” omdat de meeste wedstrijden daar plaatsvinden, zegt Sanderson van European Athletics. „We proberen het middenterrein zo vrij mogelijk te houden. Een indoortoernooi heeft een ongelooflijk strak schema, daarom waren we bang dat de aanwezigheid van artiesten en de logistiek daarvan invloed zou hebben op de wedstrijden zelf.” Hij sluit niet uit dat het er in de toekomst wel van komt. „Zolang we maar kunnen garanderen dat de competitiestandaard hetzelfde blijft.”

Vernieuwing in de sport kost altijd tijd, zegt De Zwart. „Tot iedereen inziet dat iets nieuws geen kwaad kan.” Neem die optilbare kooi voor de kogelstoters. „Ik stoorde me daar al jaren mateloos aan, dat je door netten naar de 60 meter sprint moet kijken.” Tot De Zwart een keer bij een wedstrijd in Engeland zag hoe de kooi zo het plafond in werd getild.

De Zwart eiste dat de kooi weg moest voor zijn eigen toernooi. Het kostte veel geld – voor aanpassingen in het plafond van Omnisport – en planning omdat er straks twintig vrijwilligers moeten klaarstaan om de netten vast te maken aan het geraamte voordat het de lucht in wordt getild. Maar European Athletics zag in hoe het de sportbeleving van het publiek verbeterde – en ging meteen akkoord.