N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Inventarisatie De eerste zes maanden van dit jaar vroegen zo’n 519.000 mensen asiel aan in de EU, Noorwegen en Zwitserland. Veruit de meeste asielaanvragen, bijna een derde, werden in Duitsland gedaan.
Het aantal asielaanvragen in de eerste helft van dit jaar in de Europese Unie, Noorwegen en Zwitserland is met ruim een kwart gestegen in vergelijking met dezelfde periode afgelopen jaar. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het asielagentschap van Europese Unie.
De eerste zes maanden van dit jaar werden in de 29 geïnventariseerde landen zo’n 519.000 asielaanvragen geregistreerd. Dat is het hoogste aantal sinds 2015, het jaar van de Europese migratiecrisis die voornamelijk door het conflict in Syrië tot stand kwam. Het asielagentschap voorspelt dat — indien de huidige trend zich doorzet — het aantal aanvragen aan het einde van het jaar de grens van één miljoen kan bereiken. In 2015 vroegen 1,3 miljoen mensen asiel aan, een jaar later 1,2 miljoen. Afgelopen jaar kwam de teller op 994.945 ingediende aanvragen.
Volgens de cijfers werden de meeste aanvragen ingediend door Syriërs, Afghanen, Venezolanen, Turken en Colombianen. Die groep maakt bijna de helft — zo’n 44 procent — uit van de verzoeken. Veruit de meeste asielaanvragen werden in Duitsland gedaan (30 procent). Ook Spanje en Frankrijk ontvingen een groot deel van de aanvragen: 17 en 16 procent.
Het agentschap stelde ook vast dat het aantal dossiers dat wacht op een beslissing met een derde toenam ten opzichte van afgelopen jaar. Zo’n 41 procent van de mensen die asiel aanvroegen, kregen bij hun eerste poging een positief antwoord.
Met zijn Poolse achtergrond wordt agent Dominik vaak ingezet bij overlast door arbeidsmigranten uit zijn vaderland. Overlast? Uitbuiting zul je bedoelen.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
Maarten Martens, coach van AZ, zoekt even naar de juiste omschrijving. Het is zaterdagavond, in de persruimte van het stadion van AZ. Zijn ploeg heeft net met 2-1 verloren van titelverdediger PSV. Hij probeert uit te leggen wat hun noodplan was. Want wat kan je nog doen, na 11 minuten met 10 man tegen het in de Eredivisie oppermachtige PSV?
Het moment duurt nog geen seconde – maar zal de rest van de avond bepalen. Linksback David Møller Wolfe dekt de diepgaande PSV-middenvelder Guus Til aan de buitenkant, waar in de jeugd al wordt geleerd dat je dat aan de binnenkant moet doen. Noa Lang geeft een steekpass, niet perfect op maat op Til, maar goed genoeg om Møller Wolfe aan het twijfelen te brengen. De jonge Noorse verdediger pakt Til even bij zijn bovenlichaam, de PSV’er gaat makkelijk naar de grond: rood Møller Wolfe.
Bij AZ keken ze uit naar dit duel. Hoewel drie keer op rij verloren, bestond er een „goed gevoel” in de spelersgroep, vertelt AZ-aanvoerder Jordy Clasie later op de avond. „We wilden ons revancheren.” Ze kiezen voor een defensieve aanpak: vijf verdedigers, bij balbezit van PSV. En in de omschakeling wil AZ profiteren van de ruimte achter de aanvallend ingestelde backs van PSV. Het duel, de koploper tegen de nummer drie, geldt als de eerste serieuze test voor PSV in de competitie.
Zoals vorig seizoen FC Twente-uit, in november 2023, ook werd gezien als de eerste grote krachtmeting. Toen kwam PSV na 25 minuten tegen tien man te staan en won het eenvoudig. Nu gaat het ongeveer ook zo: na 22 minuten leidt PSV met 0-2. „Met tien man, duurt een wedstrijd dan nog heel erg lang”, zegt Clasie.
Dit scenario is getraind
Toch is dit scenario getraind bij AZ, in de voorbereiding op dit seizoen: wat doen ze als ze een rode kaart krijgen? Er zijn zaterdag dan ook weinig aanwijzingen nodig vanaf de zijkant. De speelwijze wordt automatisch omgezet naar 4-4-1: vier verdedigers, vier middenvelders en één aanvaller. Compact en dicht op elkaar, en dan af en toe uitbreken via de snelle buitenspelers Ruben van Bommel en Ernest Poku – is het idee.
De praktijk is lastiger. AZ is in die eerste fase slecht georganiseerd: PSV slaat twee keer toe in de tien minuten na de rode kaart. AZ verdedigt te „passief”, volgens Clasie. Bij de 0-1 staat PSV-spits Luuk de Jong tussen drie AZ-spelers, maar volleert simpel binnen, via het bovenbeen van middenvelder Sven Mijnans. Die wordt kort daarop gewisseld voor verdediger Denso Kasius, die links achterin de positie van Møller Wolfe opvult. Dat kan niet voorkomen dat opnieuw Til te veel ruimte krijgt, voorafgaand aan de 0-2 van Lang.
Hoe zorg je als trainer nog voor geloof en energie in een wedstrijd die al gespeeld lijkt? De oplossing van AZ-coach Martens is niet alledaags, namelijk: door de tegenstander „in slaap te wiegen”. Doel van AZ is: het tempo eruit halen.
Als ze agressieve druk op PSV zouden gaan zetten, hebben zij „te veel” kwaliteit om te profiteren van de ruimtes die dan vrijkomen. „Dan is de kans heel groot dat ze de derde goal maken.” Met hoge intensiteit spelen, zou fysiek ook lastig zijn. „Omdat we in eerste helft al 35 minuten veelal achter de bal hebben aangerend.”
Houd het achterin zo lang mogelijk dicht, zegt Martens in de rust tegen zijn ploeg. Probeer in de wedstrijd te blijven ‘hangen’. Het klinkt misschien vreemd, maar Martens wil niet té snel de aansluitingstreffer maken, legt hij na afloop uit. „Want dan hebben zij nog veel tijd om weer te gaan versnellen.”
Deel twee van zijn plan, is om pas in het laatste deel van de wedstrijd om te schakelen van de defensieve 4-4-1-formatie naar het aanvallendere 4-3-2. „En dan in de eindfase toeslaan”, zegt Martens. Clasie: „Proberen ergens een gelukje mee te pikken”.
Rommelig PSV
Wat AZ helpt, is het rommelige spel van PSV. Martens staat in de 55ste minuut fanatiek te klappen, waar PSV-coach Peter Bosz boos is over een onzorgvuldige pass van verdediger Olivier Boscagli op invaller Ivan Perisic. Bosz ergert zich kapot over het gebrek aan intensiteit in de tweede helft. „Laag tempo, alles ging terug”, zegt hij na afloop. „Ik vond het niks.” Precies wat Martens wil – de energie uit het duel halen.
Al creëert zijn ploeg nauwelijks iets. Tot de 90ste minuut – dat ene momentje waar AZ op hoopt. Johan Bakayoko heeft net een kans op 0-3 gemist, als invaller Kasius zomaar kan opstomen over de linkerflank. Via de onderkant van de rechtervoet van Armando Obispo, schiet hij raak. Drieënhalve minuut is er dan nog te spelen – wat de meest opwindende van de wedstrijd zullen worden.
De tribunes zijn al voor een deel leeggelopen, als fans ‘alles of niets’ zingen. De lange, 20-jarige verdediger Maxim Dekker gaat mee naar voren als stormram. „Misschien kan je toch nog voor stress zorgen bij hun achterin”, zegt hij later.
Martens stuurt ook keeper Rome-Jayden Owusu-Oduro naar het front als AZ mag ingooien. Het zal toch niet gaan gebeuren? Maar het blijft 1-2. Beschroomd zal Møller Wolfe op tv nog excuses aanbieden aan zijn ploeggenoten en de fans van AZ.
Het onderzoek duurde nog geen week, maar weinig experimenten uit de wetenschapsgeschiedenis zijn zo tot de populaire cultuur doorgedrongen als het Stanford Prison Experiment. Boeken, documentaires en speelfilms zijn er gemaakt over dit geesteskind van sociaal psycholoog Philip Zimbardo.
In augustus 1971 liet Zimbardo tien mannelijke studenten die zich voor een vaag gevangenisonderzoek hadden opgegeven met veel tumult thuis ‘arresteren’; elf anderen werden hun bewakers. Al snel begonnen de bewakers de gevangenen op meer en minder creatieve manieren te vernederen.
Na zes dagen was zo’n sociaal onveilige situatie ontstaan, zoals we nu zouden zeggen, dat Zimbardo’s vriendin Christina Maslach aan de bel trok en Zimbardo het experiment voortijdig afbrak. Het jaar daarop trouwden ze en ze zat naast hem toen hij op 14 oktober thuis op 91-jarige leeftijd overleed.
Populair
Philip Zimbardo groeide op als oudste van vier kinderen in een arm gezin van Siciliaanse afkomst in de wijk de Bronx in New York. Hij was de eerste in zijn familie die de middelbare school afmaakte. In het laatste jaar van de middelbare school zat hij toevallig genoeg bij Stanley Milgram (1933-1984) in de klas, die ook beroemd werd met psychologisch onderzoek naar wreedheden die gewone mensen kunnen begaan (Milgram onderzocht de gehoorzaamheid van mensen als hun gevraagd werd om anderen zware elektrische schokken toe te dienen).
„Stanley was de slimme jongen en ik was de populaire jongen”, zei Zimbardo daarover in 2000 in een interview in het populair-wetenschappelijke blad Psychology Today. (Een interview dat Maslach schreef, want dan kon zij mooi de persoonlijke vragen stellen.)
Populair doen had Zimbardo al geleerd toen hij vijf was. Hij lag toen een half jaar in het ziekenhuis met kinkhoest en een dubbele longontsteking. Daar leerde hij niet alleen lezen; hij begon ook te begrijpen hoe hij zich moest gedragen om extra aandacht van het verplegend personeel te krijgen en hij bedacht er groepsspelletjes voor hemzelf en zijn medepatiënten. De sociale vaardigheden die hij zo opdeed kon hij later goed gebruiken, want hij kreeg keer op keer met vooroordelen te maken wanneer mensen dachten dat hij joods, zwart of van de maffia was.
Die ervaringen droegen ertoe bij dat Zimbardo psychologie ging studeren. In 1955 studeerde hij af en in 1959 promoveerde hij aan de Yale-universiteit, nog geen twee uur rijden ten noordoosten van New York. In 1957 was hij al getrouwd met de letterkundige en latere Tolkien-specialist Rose Abdelnour (1932-2015), met wie hij een zoon kreeg.
In 1968 verhuisde het gezinnetje helemaal naar de Amerikaanse westkust, waar Zimbardo aan de Stanford-universiteit in Californië ging werken. Hij deed er zijn gevangenisexperiment en bleef er tot aan zijn emeritaat in 2003 aan verbonden.
Onderzoeken
Het gevangenisexperiment was in verschillende opzichten levensbepalend voor Zimbardo zelf en anderen – niet in de laatste plaats persoonlijk. In 1971, het jaar dat Zimbardo het uitvoerde, liep zijn eerste huwelijk stuk. Een jaar later trouwde hij met Maslach (1946) de vrouw die hem had doen inzien dat het experiment onethisch was. Zij ging zelf onderzoek doen naar stress waaraan je niet kunt ontsnappen; ze werd een van ’s werelds meest succesvolle burn-out-onderzoekers en is inmiddels emerita hoogleraar psychologie aan de universiteit van Berkeley.
In reactie op de misstanden in de Abu Ghraib-gevangenis in Irak in 2003 en 2004, waar Irakese gevangenen werden vernederd en gemarteld door Amerikaanse soldaten, publiceerde Zimbardo in 2007 het boek The Lucifer Effect: Understanding How Good People Turn Evil. Daarin beschreef hij zijn eigen gevangenisexperiment voor het eerst in detail. Het laatste hoofdstuk behandelde een van zijn toen nieuwe onderzoeksprojecten: alledaags heldendom. Hij wilde óók graag weten hoe je ervoor kunt zorgen dat heel gewone mensen heel goede dingen doen, in plaats van slechte.
Kritiek
Na publicatie van The Lucifer Effect nam de kritiek op Zimbardo en zijn Stanford Prison Experiment onverwacht vrij snel toe. Na veertig jaar begonnen nieuwe generaties psychologen allerlei tekortkomingen te zien die eerder wellicht uit bewondering genegeerd waren. Zimbardo zou verzwegen hebben dat hij zijn ‘bewakers’ gewoon had opgedragen om de ‘gevangenen’ te kleineren en mishandelen. Bij andere onderzoekers, die geprobeerd hadden het gevangenisexperiment te herhalen, werden de bewakers niet altijd agressief. De dataverzameling was chaotisch en gebrekkig en het experiment was, zeker met frisse ogen, nog onethischer dan eerder gedacht. Zimbardo reageerde niet altijd even welwillend en soms ronduit defensief op deze kritiek.
Hoewel Zimbardo’s naam wel altijd in één adem genoemd zal worden met zijn gevangenisexperiment, is de banaliteit van het kwaad lang niet zijn enige onderzoeksonderwerp, en in zijn eigen ogen ook niet het belangrijkste. Hij heeft onder meer onderzoek gedaan naar verlegenheid (ook een soort gevangenis, zoals hij zelf zei), de problemen van jonge mannen in de moderne samenleving, en de houding die mensen aannemen ten opzichte van tijd (of ze zich meer door heden, verleden of toekomst laten leiden). Zimbardo schreef ook lesboeken voor de universiteit en is altijd een onvermoeibaar popularisator geweest van zijn eigen onderzoek en zijn hele vakgebied.
En hij werkte door tot vlak voor zijn overlijden. Eerder dit jaar publiceerde hij nog, samen met Rosemary Sword, een boek over de tijdsperspectief-therapie die ze samen ontwikkelden: Seeing Through the Grief, A Time Perspective Therapy Approach. Nog recenter is zijn bijdrage aan een boek dat eind september uitkwam en waarin veertig Amerikaanse psychologen waarschuwen voor de herverkiezing van Donald Trump. Zimbardo’s hoofdstuk is getiteld Unbridled and Extreme Present Hedonism.
Philip Zimbardo laat zijn vrouw, een zoon, twee dochters en vier kleinkinderen achter.