Artistiek directeur Ted Brandsen neemt in 2026 afscheid van Het Nationale Ballet

Aan het eind van seizoen 2025-2026 neemt artistiek directeur Ted Brandsen (1959) afscheid van Het Nationale Ballet. Hij bereikt dan de pensioengerechtigde leeftijd. Ook adjunct-artistiek directeur Rachel Beaujean (1959) legt dan haar functie neer. Per seizoen 2026-2027 treedt zo een geheel nieuwe artistieke directie aan, wat voor het gezelschap een „enorme verandering” zal betekenen, aldus Louise Fresco, voorzitter van de Raad van Toezicht van Nationale Opera & Ballet.

Brandsen zelf verwacht geen aardverschuivingen, zegt hij aan de telefoon vanuit Parijs. „De koers van het gezelschap zal niet ingrijpend wijzigen. We blijven het gezelschap met een repertoire dat op dezelfde pijlers steunt als toen Het Nationale Ballet in 1961 werd opgericht: de grote klassieke werken, belangrijk internationaal repertoire en balletten die speciaal voor ons zijn gemaakt.”

Rust bij het gezelschap

Langs die lijnen heeft Brandsen het gezelschap de afgelopen 23 jaar geleid. Na het woelige directeurschap van Wayne Eagling bracht hij de rust terug in het gezelschap. Hij breidde het avondvullende repertoire gestaag uit, ook met eigen creaties als Coppelia (2008) en Mata Hari (2016) en hij introduceerde choreografen als Alexei Ratmansky en Christopher Wheeldon. Ook initieerde hij in samenwerking met de Nationale Balletacademie de Junior Company, als springplank tussen opleiding en beroepspraktijk. Tijdens zijn directeurschap werd hij meermalen nationaal en internationaal onderscheiden.

Of Brandsen na zijn afscheid op enigerlei wijze betrokken blijft bij het gezelschap is nog onduidelijk. „Eerst een stap terug doen”, zegt hij zelf. „Een rol als adviseur zoals Jiri Kylian bij het Nederlands Dans Theater had, zou misschien kunnen. Maar dat is aan mijn opvolger.”

De sollicitatieprocedure voor de nieuwe artistiek directeur is al begonnen: een selectiecommissie is samengesteld en een profiel geformuleerd. „Maar daar houd ik mij verre van”, zegt Brandsen, verwijzend naar de perikelen rond de opvolging van Rudi van Dantzig, die tussen 1971 tot 1991 artistiek leider was van Het Nationale Ballet. De kandidaten die Van Dantzig toen zelf voordroeg voor zijn opvolging, sneuvelden beiden in de procedure.

Generatiewissel

Het vertrek van Brandsen en Beaujean én een belangrijke steunpilaar van Brandsen, balletmeester Judy Maelor Thomas, betekent in 2026 een complete generatiewissel. Maar gezien de gezonde staat van het gezelschap heeft hij het volste vertrouwen in de toekomst. Wel baart het gure klimaat rond kunst en cultuur hem zorgen. „Ballet ligt in verschillende kringen sowieso moeilijk, maar dat is niet van vandaag of gisteren. Tegelijkertijd zie je dat de publieke belangstelling groeit. Dat is een rare spagaat.”

Over zijn leven ná het afscheid heeft hij geen concrete plannen. Voorlopig heeft hij nog werk te doen voor het gezelschap waaraan hij sinds 1981 als danser en later ook choreograaf was verbonden, met een onderbreking van ruim drie jaar (1998-2001) toen hij artistiek directeur was van het West Australian Ballet in Perth.

In 2002 keerde Brandsen terug op het oude nest als beoogd artistiek directeur. „Het zal voor het gezelschap wennen zijn, een geheel nieuwe directie. Maar het is goed dat een nieuwe generatie het stokje overneemt.”