N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP Waar zijn we mee bezig? is de titel van een documentaire over geweld tegen hulpverleners. Meer dan ons de misdragingen in het gezicht smijten doet programmamaker Frans Bromet niet.
De titels van de lange én de korte 2Doc-documentaire van maandagavond hadden iets weg van een SIRE-campagne. Zo’n reclamefilmpje dat een sociaal-maatschappelijke probleem behandelt, de onderwerpen golven mee op de getijden van de tijdgeest, maar meestal betreft het een gedraging die (on)gewenst is. 1997: ‘Wie is toch die man die elke zondag het vlees komt snijden?’. 2002: ‘De maatschappij dat ben jij.’ En recent, die van 2023: ‘Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt.’ Het was de combinatie van titel én inhoud die me aan de ideële filmpjes deed denken, en dat bedoel ik niet onaardig.
De lange maar als eerste. Titel: Waar zijn we mee bezig?, een film van Frans Bromet voor KRO-NCRV. Onderwerp: Geweld tegen hulpverleners. Twee agenten, een ambulance-medewerker, een brandweerman. Nieuw voor mij was dat ook apothekers dagelijks razernij te verduren krijgen, de verpleegkundige van de spoedeisende hulp die een ram in zijn gezicht krijgt, klonk alweer vertrouwd in de oren. Het probleem van verpleegkundige Arjan is de combinatie van spoed en eisend. Iedereen die zijn afdeling oploopt, wil nu en onmiddellijk worden geholpen, een deel van Arjans tijd gaat zitten in patiënten uitleggen dat de schedelbasisfractuur van een ander vóór hun verstuikte enkel gaat.
„Het werk wordt ingewikkelder, de zorgvragen worden ingewikkelder, de ménsen worden ingewikkelder”, zegt apotheker Katja. Mensen die écht iets mankeren, die wachten meestal wel, het zijn vaak de niet-urgente patiënten die hun vuisten stukslaan op haar balie. Of op haar gezicht, zoals een keer gebeurde. Ze was blij dat zíj de stomp kreeg, met haar 25 jaar ervaring, en niet de net-afgestudeerde assistent, want die zijn al zo moeilijk voor het werk te behouden.
Een brandweerman van je balkon duwen die op de rook in jouw flat afkwam, je moet er maar opkomen. Een ambulance-medewerker grijpen die zich over de brancard buigt om je te helpen, dat is lef hebben. Agent Daniël somt op dat hij is gekrabd, gebeten, bespuugd, geschopt, geslagen en in zijn kruis is gegrepen. Eén keer heeft iemand geprobeerd zijn keel door te snijden met een mes.
Welk onderliggend probleem hebben we hier nou te pakken? De apotheker ziet toenemend ongeduld als de oorzaak, maar dat lijkt me hooguit het begin van een verklaring. Frans Bromet graaft de kwestie ook niet dieper uit. Hij smijt ons de misdragingen in het gezicht – doe er wat mee en aan.
Een onzichtbare vijand
Datzelfde commentaarloze, bedenk-zelf-maar-wat-je-er-van-vindt, zat ook in de korte documentaire Mama weet het zeker (Human). Maatschappelijk probleem: polarisatie. Maker Max Baggerman filmt zijn moeder die in haar huis een onzichtbare vijand ontwaart. Alleen al stofzuigen geeft haar traanogen, een loopneus en een metaalsmaak in de mond. De spanningsvelden van de apparaten in en om het huis kwellen haar zo dat ze eerst in haar auto sliep en daarna in een vakantiehuisje van vrienden.
Max Baggerman blijft haar bezoeken, alleen en met zijn baby. Geen vuiltje aan en in de lucht als zijn moeder even alleen maar oma is. We horen hem telefonisch overleggen met zijn broer Thomas, die zijn moeder uitmaakte voor complotdenker, waardoor de voorheen innige relatie tussen hen is bekoeld. Max besluit haar, deels, tegemoet te komen in haar wanen en laat haar huis doormeten door ene Caroline. Haar meter slaat angstaanjagend hard uit bij de wifi-router, de televisie, het plafond en de smart-tv van de buren daarboven, zelfs bij een oude spaarlamp constateert ze ‘stralingsvervuiling’.
Hij plakt dubbelzijdig folie tegen muren en ramen, smeert peperdure grafietverf op het plafond. Het is de voorwaarde om de liefde tussen moeder, zoon en kleinkind in stand te houden. Zijn weg is die van de minste weerstand.