N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zo ongeveer de halve wereld kijkt naar de apocalyptische serie The Last of Us, over een pandemie veroorzaak door een mutatie van Cordyceps, een geslacht van entomopathogene schimmels. ‘Cordyceps’? ‘Entomopathogene schimmels’? Zoek daar plaatjes van op — en huiver. De woorden verwijzen naar schimmels die insecten parasiteren tot de dood erop volgt. En vervang je insecten met ‘mensen’, dan heb je The Last of Us.
Wie kijkt, krijgt onwillekeurig een onverklaarbare jeuk. Wat erger is, puur bij toeval moet ik een kitrand in de badkamer vervangen. Ik probeer de klus te vergeten, in ieder geval zolang de serie duurt.
Muterende paddestoelen
Schimmel. Het woord boezemt angst in. Je leest: „Schimmel. Organisme behorend tot het rijk der Fungi.” Rijk der Fungi? Geloof het of niet, ik ken een Japanse film van Ishiro Honda getiteld Attack of the Mushroom People (1963) waarin muterende paddenstoelen mensen infecteren.
De woordgeschiedenis is doortrokken van horror en fantasy. ‘Schimmel’ is een afleiding van de Germaanse wortel skim, verwijzend naar ‘lichtglans’ of ‘schaduw’. Het woord is een visualisering van de witte kleur of de doffe glans die een schimmellaag kan vertonen.
In de hedendaagse literatuur is er een toepasselijke term voor al dit akeligs: the new weird. Sinds ‘het nieuwe vreemde’ een aantal jaren geleden werd bedacht door onder andere de Amerikaanse auteur Jeff VanderMeer, die in bijvoorbeeld Annihilation schrijft over de vermenging van plant en mens, hoor je hier wat minder over. Dat komt omdat het vreemde inmiddels niet zo heel vreemd meer is. Een virus hier, een schimmelinfectie daar, we kijken er niet meer zo van op.
Het bestaan van het woord drukt ons met de neus op de feiten, namelijk dat wij mensen deze planeet delen met organismen die veel sterker zijn dan wij
Toch is ‘schimmel’ weird. En eng. Het bestaan van het woord drukt ons met de neus op de feiten, namelijk dat wij mensen deze planeet delen met organismen die veel sterker zijn dan wij, die mysterieus zijn, unheimisch, vandaar dat we ‘schimmel’ ook als vloekwoord gebruiken, bijvoorbeeld, het Haagse „krijg de afgetrokken Spaanse schimmel!”
Hoe verklaar je dit dan: wie een jenever neemt, kan zeggen: „Ik berijd mijn schimmel?” aldus Ewoud Sanders in zijn Borrelwoordenboek (1997). Deze borrelnaam, in 1839 voor het eerst gesignaleerd in Schiedam, blijkt te komen uit een verzameling spreekwoorden over drank en dronkenschap van P.J. Harrebomée. „De witachtige uitslag van het brood, op het paard overgebracht, heeft wellicht de klare jenever zoo doen benoemen, in verband met het inrijden in de keel van den nathals.”
En nu, vrees ik, is er een nieuw woord, gecreëerd in aflevering twee van The Last of Us. De zombies, het halve hoofd vervangen door uitgegroeide entomopathogene schimmels, hebben de vluchtende hoofdpersonen Joel (Pedro Pascal) en Tess (Anna Torv) in een hoek gedreven. Dan, een kus als schanddaad, een schimmelkus die je nooit van je leven zal vergeten. Tess tegenover dat paddenstoelenhoofd. Haar mond open. En uit de zijne sijpelen lange, witte draden: tongen met Cordyceps. Dit kun je nooit meer niet zien, genoeg om je naar de fles te laten grijpen. Om je schimmel flínk te berijden.