Anouk noemt haar nieuwe album een ‘liefdesbrief voor de wanhopigen’

Haar wens: beluister alles in één keer. Twaalf songs aaneen, onderga de muziek als een soort luisterfilm. Zangeres Anouk (48) heeft er op een middag in een Amsterdamse hotellobby wel tips bij: „Lekker liggen met je koptelefoon, glas wijn erbij. Gewoon zonder afleiding erin stappen.” Al weet ze dat haar nieuwe plaat niet voor iedereen is weggelegd. „Of dat iedereen dit prettig zal vinden. Het is best heavy. Er komt een hoop op je af. Maar ik zou het leuk vinden als mensen het luisteren zoals ik het bedoeld heb. Ook al heb ik de nummers voor Spotify moeten opknippen, in mijn hoofd lopen ze allemaal door.”

Donker en dreigend, mild en stralend. Met gevoel voor drama zet zangeres Anouk op Deena & Jim, een orkestraal, filmisch opgezet album, in op verbeeldingskracht. Ze schreef en bedacht het met de Zweedse muzikant Martin Gjerstad, haar schrijfpartner sinds jaren. De opnames waren met het Praags Filharmonisch Orkest, een door de wol geverfd orkest met menig filmscore op zijn naam.

Al jaren verschiet ze muzikaal van kleur: van uitbundige rock, pompende soul, Nederlandstalig recht-voor-zijn-raap tot intieme singer-songwriting. Nu gaat ze voluit met een orkest. Deena & Jim, haar veertiende studioalbum, overdondert in symfonische weelderigheid. Als in een film gaan twee personages, Deena en Jim, door mooie en zware tijden in twaalf nummers en een aantal interludes. Van verliefdheid en vervoering naar later minstens zo intens gevoelde haat als de liefde op de klippen gelopen is, tot de moedeloze pogingen te vertrekken en het leven te keren.

Het zijn sprookjesachtige melodieën. Bitterzoete strijkers. Donkere trommels en massa’s blazers. Het is groots aangezet popbombasme, even melancholisch, mysterieus als onheilspellend als een James Bond-song, waarin Anouks stem zweeft, zwelgt en bijt. Al tuimelt ze soms ook zonder houvast in de overdadige arrangementen.

Een liefdesbrief voor de wanhopigen, noemt ze het. In het openingsnummer ‘From the Bottom To The Top’ spreekt ze de luisteraar gerustellend toe. Maar wie zijn die mensen, Deena en Jim? Gewoon twee mensen, aldus de zangeres. „Ik wás ze. Ik bén ze. Mijn man is ze. Mijn ex-partners. Het zijn mijn vrienden. Hun relaties. Het is iedereen. Wie zware relaties achter de rug heeft, zeker na bijvoorbeeld een scheiding met kinderen, zal zich in de liedjes herkennen.”

Je eerste orkestrale ballad was ‘Birds’ op het Songfestival. Dat leidde tot het geladen album Sad Singalong Songs in 2013.

„Sad Songs is, hoewel mijn minst commerciële album, één van mijn favoriete platen. Daarna dacht ik niet aan een opvolger. De afgelopen jaren groeide dat verlangen in de samenwerking met Martin toch. Hij is van origine arrangeur, schreef ook operamuziek. En hij is mega-getalenteerd. Jij moet gewoon een keer carte blanche krijgen, dacht ik vaak.

„Iets super filmisch wilden we, want we houden allebei erg van filmmuziek. Is het niet Disney, is het James Bond, ook tof. Zouden wij dat ook kunnen? Het maakte ons niet uit wat er uitkwam. We hoeven geen radiosongs. Dit móesten we een keer hebben gedaan.”

Wanneer hakte je de knoop door?

„Ja, wanneer ga je zoiets doen? Dit kost ontiegelijk veel tijd en geld. En dat laatste is best een ding, zeker als je weet dat je dat niet terug verdient. Ik verdien niet meer aan platen, enkel aan optredens. Voor stream-inkomsten heb je grote hits nodig. En toch dacht ik: ik moet het doen.”

Hoe kwam je bij het Praags Filharmonisch Orkest uit?

„Nou, ik zeg je eerlijk, logisch zou zijn geweest op te nemen met het Metropole Orkest. Lekker in de buurt, goede opnameruimtes. Maar goed, daar kwamen we niet uit.”

Waarom niet?

„Omdat het Metropole, begrijpelijk, op de voorgrond wil. Zo werken ze: het is die ene artiest mét het orkest. Maar ja sorry hoor, alles was al geschreven en gearrangeerd. Alleen de partijen moesten worden ingespeeld. Dan word je als een band ingehuurd en sta je niet op de albumcover.”

„Het Praags Filharmonisch Orkest speelt aan de lopende band film- en seriemuziek in. Daar in Praag hangt de wand vol, van Lord of The Rings tot The Godfather. Alleen maar prachtige muziek. Onze insteek was ook filmisch. Hartstikke leuk ook een keer naar Praag. Daar was ik nog nooit geweest.”

Hoe lang duurden de opnames?

„Drie dagen. Jeetje, dacht ik, dat orkest zal wel denken: moeten we in zo’n korte tijd twaalf stukken en vijf interludes opnemen. Ik voelde me gewoon schuldig, meer kan ik echt niet bekostigen. Blijkt dat zij normaal zoveel stukken in één dag doen. Lekker ruim vonden ze.” (schatert)

Een luxe dus, met jou opnemen.

„De luxe was dat we nu de tijd hadden om onze accenten te zetten. Dus ik ben achteraf blij. En het orkest ook, hoorden we. De dirigent had nog nooit zo vaak de vraag gekregen over wanneer deze muziek uitkomt.”

Heb jij het orkest verteld wat je voor ogen had?

„Nee. Zij hebben mijn zangpartij zelfs helemaal niet gehoord. Daar inzingen kostte veel te veel tijd en,.. ja nou,… ik ben niet snel blij met mijn geluid. Deze muziek vergt een andere techniek. Ik moest echt even voelen per nummer. Wat voelt lekker? Ga ik daar mijn kopstem gebruiken? Of een borststem? Zeker met de gedachte als ik dit ook live een keer ga doen.”

Wat ervaar je dan?

„Het zijn lange trage noten. In sommige stukken gaat het van heel laag naar heel hoog, in één song. Dat doe ik niet veel.”

Heb je daarvoor weer zangles genomen?

„Nee joh, dat leer ik zelf wel. Puur op gevoel. In de studio in Zweden bij Martin voel ik me comfortabel. Kijk, als ik inzing in de studio, dan is dat niet altijd een prettig gezicht, zeker niet als je aan het uitvogelen bent. Dus moet ik schaamteloos mijn shit kunnen doen. En dat kan alleen maar als ik me heel erg op mijn gemak voel. Dat het niet uitmaakt hoe ik sta, hoeveel spanning op mijn gezicht staat, hoe lauw ik dan sta met mijn lichaam.”

Omdat je er met je hele lijf ingaat?

„Als ik platen van vroeger terug luister kan ik horen dat ik me niet compleet laat gaan. Dat er veel mensen in de studio bij opnames waren en jij dan daar achter dat raam je best staat te doen, bewust van welk gezicht je ook trekt. Stond ik me dus in te houden. Terwijl ik veel lauwer had gekund.”

Voelt het bevrijdend om symfonische pop te zingen?

„Superfijn. Maar niet van: oh my god, ik ga gewoon op in die emotie. Men heeft een romantisch beeld van in de studio werken. Dat is het gewoon niet, want het is ook business. De noten moet goed zijn. Ik draag meerdere petten als artiest, producer en geldschieter.”

Kan muziek je niet emotioneren?

„Jawel, als ik schrijf. Of als ik het eindresultaat terug hoor. Daar ga ik dan wel even voor zitten. Maar het hele proces ertussen…? Nee. It’s not gonna happen. Omdat ik met andere mensen werk, ik het ook zakelijk bekijk als eigen baas. Omdat ik natuurlijk een perfectionist ben. Ik ben dan helemaal niet meer bezig met mijn gevoelens.”

Aangrijpend wel hoe ‘When I Die’ met jouw eigen in memoriam begint.

„Tja, je weet nooit wanneer het je tijd is. Praktisch heb ik er alles ook al goed voor geregeld. Voor mijn familie is het rond, dat stelt me gerust. Gedachten en gevoelens erover schrijf ik van me af. Ik ben niet echt een prater.

„Toen mijn man Dominique dit album voor het eerst had beluisterd kwam hij stil van de trap. Prachtig maar wel zwaar, knikte hij. Vervolgens vroeg hij me in de weken erna telkens of ik wel gelukkig ben. Hoe ik me voelde. Ineens besefte ik: O, hij is bezorgd door die plaat.”

En stel je hem dan gerust?

„Ik leef nu, ik ben heel gelukkig. En ik benadruk hoe ik vóór hem ook een heel leven had. We verschillen negentien jaar. Ik heb een hoop meegemaakt met mijn zes kinderen, die vier verschillende vaders hebben. Ik deal niet meer met die vaders, maar mijn kinderen zijn ook hun vader. In hen zie ik mijn exen terug. Soms is dat superleuk en soms denk je: oef, oja, daar is hij weer. Dus die gevoelens worden nog wel eens opgerakeld.”

Anouk hoopt dat haar orkestplaat „niet zal verdwijnen in het niks”. Toch geeft ze in eind mei, begin juni in de Ziggo Dome naast twee rockconcerten (Jim) slechts één grote orkestrale show (Deena) – nu wel met het Metropole Orkest en een koor.

„Ik mag in mijn handen knijpen dat ik er na al die jaren nog ben. Ik wacht tot het moment dat ze zeggen: joh Anouk, we schroeven de shows terug. We moeten kleiner. Die tijd gaat komen. Dat heb ik al lang in mijn hoofd. Drie keer de Ziggo Dome – die zag ik niet aan komen. Superleuk. En zeker niet normaal voor een vrouw van mijn leeftijd, denk ik.”

Wat bedoel je?

„Nou, dat het voor een vrouw op een zekere leeftijd veel moeilijker wordt. Dat je als oudere man heel lang kunt doorgaan. Dat je grijs wordt en een bierbuik hebt en interessant blijft. Welke Nederlandse artiest, en dan heb ik niet over jonge meiden met sexappeal, maar een vrouw van míjn leeftijd, verkoopt in haar eentje drie keer op eigen naam de Ziggo Dome uit? Ik ken ze niet.”

Ik ook niet. Hoe komt dat?

„Ik weet het niet. Zag je die commentaren bij een optreden van Blondie op een festival? Dat gaat niet meer over muziek, maar enkel over looks en overgang.”

Ben je daarom weer zo super afgetraind?

„Nee, dat moet ik van mezelf. Ik zorg graag goed voor mezelf. Dat houdt me mentaal sterk. Ik ben nooit het type geweest voor topjes of korte rokjes. Vanaf het begin dat ik begon met optreden hoorde ik al: tieten! Laat je tieten zien. Al vrij jong heb ik dat omgegooid, mijn haar eraf, mijn kleding stoerder, niet sexy. Ik wilde dat mijn muziek belangrijker werd gevonden dan mijn uiterlijk. Je moet afdwingen dat ze naar je luisteren.”

Het album Deena & Jim verschijnt 3 november. Concerten: 29/5 Anouk met het Metropole Orkest, Ziggo Dome; 31/5 en 1/6 rockconcerten in de Ziggo Dome. Inl. anouk.nl