Anouk gooit opnieuw het roer om
Groots maar niet bombastisch, rock maar niet clichématig. Voor de verzameling liedjes op haar nieuwe, vijftiende album Set This Thing On Fire koos Anouk een ruigere stijl dan ze de laatste jaren liet horen. Het is een van de eigenschappen die haar uitzonderlijk maakt: de behoefte om het roer om te gooien. Is het wispelturigheid? Angst voor verveling? Of is het leven te kort voor één muzikale kleur? Want Anouk (Den Haag, 1975) heeft een brede smaak.
De liedjes op haar vorige album, Deena & Jim (2023), kregen een ‘filmische’ begeleiding, met groot orkest en dramatische wendingen, ingegeven door haar liefde voor Disney-soundtracks. Eerder maakte ze het Nederlandstalige Wen d’r maar aan (2018), met singer-songwriterachtige nummers met verstaanbare teksten.
Haar flair verlegt ze nu naar opwindende rock. Anouk zal deze zomer geregeld optreden op festivals en festivals gedijen bij rocknummers, vindt ze. Vandaar dat negen van de tien nieuwe liedjes opruien en vlammen.
Zo is ze nu terug bij het begin van haar carrière, die ooit werd aangezwengeld door het succes van rocksong ‘Nobody’s Wife’ (1977). Afgezien van het ruigere Fake It Till We Die (2016), en een poppy rockliedje als ‘Girl’ werd het rockthema goeddeels gepasseerd.
Maar daar zijn ze weer: de gierende uithalen in de zang, knetterende akkoordreeksen op gitaar en hoog opgestuwde tempo’s van de drums. Muzikanten van eerdere versies van haar band, zoals gitarist Leendert Haaksma en bassist Michel van Schie, spelen het met verve.
Producer Thomas Azier, die ook de rocknummers op het recente album van Hang Youth een verrassend randje gaf, werkte eerder aan haar Deena & Jim. Als producer weeft hij hier lucht tussen de zware elementen. Zo dreunen de drums nooit werkelijk, veel nummers krijgen een licht keyboarddeuntje als leitmotiv.
Aanjager van de opwinding is Anouk zelf, haar stem krult en kronkelt als een demoon langs de toonladders. Ze geeft ruim baan aan alle soorten expressie, ze klinkt gemeen, fel, pruilerig. Haar stem klinkt vers geslepen en daardoor scherper, strakker en dynamischer dan in het verleden.
Ze schreef de liedjes deels alleen en deels met vaste medewerker Martin Gjerstad. De teksten passen bij rock, met hun bozige toon en negatief zelfbeeld. Want hoe succesvol ook, bij Anouk is het glas doorgaans half leeg. In een tijd waarin veel muzikanten zich graag op de borst slaan, is dat verfrissend. Anouk bezingt zichzelf zo: „Forgive me and my manners, I’d rather be alone” (in ‘Can’t Fix Repeaters’); „My heart is just a big ego rooted in dark dirt” (‘Where The Mind Goes’), en soms kwetsbaar, „You better be careful/ That’s my heart you hold” (‘That’s My Heart You Hold’).
Na de aangenaam schel-frisse rock-douche van opener ‘That’s My Heart You Hold’ zijn ook ‘How To Clear A Room’ en het titelnummer geslaagd. Afsluiter ‘Vicky Lane’ is de enige ballade, een vroeg kerstnummer met licht sentimentele tekst („Will you be home for Christmas?”). Tussen de rake uithalen zijn er enkele missers. Zo klinkt de hoge zang te dramatisch in ‘Losing My Mind’ en ‘Outrage 3,2,1’. ‘I See You’ daarentegen ontwikkelt zich mooi geleidelijk van lichte rock tot steeds ruigere smeekbede.
Een ode aan de muzikale ziel van Isidora Zebeljan
Het schemerde in Belgrado die eerste dag van september vorig jaar. Met zijn tweeën wandelden we door de wijk Vračar met zijn monumentale christelijk-orthodoxe kerk. En niet ver hiervandaan stond hun huis, vertelde Borislav Cicovacki, bioloog, hoboïst en schrijver van beeldrijke en melancholieke romans over het uiteenvallen van Joegoslavië.
Het schemerde in Belgrado die eerste dag van september vorig jaar. Met zijn tweeën wandelden we door de wijk Vračar met zijn monumentale christelijk-orthodoxe kerk. En niet ver hiervandaan stond hun huis, vertelde Borislav Cicovacki, bioloog, hoboïst en schrijver van beeldrijke en melancholieke romans over het uiteenvallen van Joegoslavië.
In dat huis woonde hij met zijn vrouw, componist Isidora Zebeljan. Vijf jaar geleden, twee dagen na haar 53ste verjaardag, stierf zijn grote liefde. „Ze was iemand”, mijmerde hij, „met een onweerstaanbare muzikale ziel. Haar noten brachten tranen in onze ogen en droogden ze in het voorbijgaan. Isidora liet liefde ontwaken in het gemoed van haar luisteraars.”
Vrijdag verscheen het album Three Curious Loves, een ode aan Zebeljan door de Nederlands-Britse violist Daniel Rowland en zijn – en haar – vrienden. De titel van het klarinetkwintet ‘Song of a Traveller in the Night’ vat treffend het wezen van haar muziek samen: een onverschrokken duik in de verbeelding, inwendig luisterend naar wat licht en duisternis te vertellen hebben, vaak vrijmoedig dansend met alles wat angst kan aanjagen.
Zebeljans stukken zijn grillig en mysterieus, maar altijd vol levenslust, zelfs de meest verstilde ervan, bijvoorbeeld ‘Dark velvet’ en ‘Intimate Letter from Judean Desert’, beide gloedvol vertolkt door het ‘Nederlandse’ Arethusa Quartet. ‘Dark velvet’ schreef Zebeljan twintig jaar geleden bij wijze van In Memoriam voor de componist Gustav Mahler, de man die zocht – en dat lijkt zij ook te doen – naar een spirituele kern.
Zebeljan schreef ook twee wonderlijk mooie en verhalende stukken, ‘The Cherry Orchard’ en ‘Andrey’s Violin’, bij de twee beroemde toneelwerken De Kersentuin en Drie zusters van de Russische schrijver Anton Tsjechov. Het album omvat een staalkaart van haar kunnen. De stukken bewijzen andermaal de ontwikkeling van de laatste jaren dat de hedendaagse componisten de naoorlogse intellectualistische veren hebben afgeschud, want met die veren konden ze niet vliegen. Tegenwoordig krijgt de fantasie weer gewoon de vrijheid. En Zebeljans kunst is er een goed voorbeeld van.
Het titelwerk ‘Three Curious Loves’ – een vioolconcert opgedragen aan Daniel Rowland – werd door de componist aan hem beschreven als een avontuurlijke speurtocht over „zeven bergen en oceanen, naar drie magische schatten, die verborgen zaten in gouden eieren in de beboste Twentse heuvels”. Rowland zou daarin, zei ze, drie liefdes vinden. Hij had er maar één, de Servische cellist Maja Bogdanovic, wierp de violist tegen. Maar Zebeljan kreeg gelijk: in de jaren erna werden er twee dochters geboren.
Deze aanstekelijke verbeelding – bij de componist en de musici – verklankt een muzikale ziel die niet alleen, om met Cicovacki te spreken, „onweerstaanbaar” is, maar ook onsterfelijk lijkt.

Latin
Natalia Lafourcade
Cancionera
Cancionera is een album dat je steeds een beetje harder zet. Je wil die piano in, tegen de gitaarsnaren kruipen, de stem van Lafourcade nog net iets dichterbij halen. Het is een prachtig, kraakhelder album, waarop ze de perfecte balans tussen Latijns-Amerikaanse traditie (son jarocho, ranchera, bolero en meer) en haar indiepop-neigingen vindt, in songs die als one-takes zijn opgenomen en ook zo klinken: levend, urgent, vol emotie. (Peter van der Ploeg)

Indie rock
Josephine Odhil
Monstera
Het solo-debuut van de Amsterdamse zangers Odhil, ooit bekend als voorvrouw van The Mysterons, heeft niet de grote charme die ze live wel heeft. De Twin Peaks-achtige mysterieuze geluidswolken ontbreken hier. Een mooie volle stem, een aantal hoekige synthesizerliedjes (‘Empathy’) en het catchy ‘In The Dark’ trekken nu de aandacht. (HC)

rock
Messa
The Spin
Op het heel grote podium van Roadburn verdronken ze een beetje, en dat is zonde want muzikaal staat het vierde album van Messa als een (verlaten, behekst) huis. De doomrockband uit het Italiaanse Cittadella ademt mysterie, en is ondanks de donkere onderstroom meeslepend en warm – denk Moonspell, Sinistro en Windhand. Sara Bianchin heeft de perfecte stem voor die Mediterraanse melancholie. (PvdP)

country
Julien Baker en Torres
Send A Prayer My Way
Aangenaam schonkig en rudimentair klinkt het country-album van zangeres Julien Baker (bekend van Boygenius) en Torres. Er is jammerende samenzang en er klinkt een vlammende pedalsteel-gitaar. Hun alternatieve versie van de Nashville-stijl wordt extra opgefrist door de ode aan homoseksuele liefde in het liedje ‘Sugar In The Tank’. (HC)

klassiek
Nicola Benedetti & Aurora Orchestra o.l.v. Nicholas Collon
Beethoven – Vioolconcert
Het Vioolconcert van Beethoven werd talloze keren opgenomen. Maar voor wie nog een cd-kast bezit: ruim een mooie plek in voor de nieuwe betoverend frisse en kamermuzikale benadering van de Schotse violist Nicola Benedetti en de uit het hoofd – of mooier: by heart – spelende musici van het Aurora Orchestra en dirigent Nicholas Collon. (JG)
