De 77ste editie van het filmfestival van Cannes eindigde verrassend. Het bitterzoete, hedendaagse Assepoesterverhaal Anora werd bekroond met de Gouden Palm. De Amerikaanse regisseur Sean Baker, van wie eerder The Florida Project (2017) en Red Rocket (2021) op het festival in première gingen, droeg zijn film op aan „alle sekswerkers, uit het verleden, heden en de toekomst”.
In de enorm geestige tragikomedie ziet stripper Ani (Mikey Madison) een kans op een beter leven als een extreem verwende, geile en kinderlijke Russische miljardairszoon haar tot zijn nieuwste speeltje bombardeert. Het verhaal neemt een absurde en wrange wending als het duo besluit te trouwen en Ani’s nieuwe schoonouders daar niet om kunnen lachen.
De Grand Prix, of tweede prijs, ging naar Payal Kapadia’s All We Imagine as Light, dat ook een Nederlandse coproducent heeft. Het is een speelfilmdebuut over drie vrouwen in Mumbai uit verschillende generaties en de eerste Indiase film van een vrouwelijke filmmaker in de hoofdcompetitie.
The Seed of the Sacred Fig, de vooraf verwachte winnaar, kreeg „een speciale prijs” van de jury onder leiding van de Amerikaanse regisseur en actrice Greta Gerwig (Barbie). Kort voor het festival begon, werd bekend dat de Iraanse regisseur van die film, Mohammad Rasoulof, deels te voet zijn geboorteland was ontvlucht. In Cannes toonde hij foto’s van de hoofdrolspelers van zijn film, die Iran niet konden verlaten. Hij was veroordeeld tot acht jaar cel, zweepslagen en confisquering van eigendommen wegens het clandestien maken van zijn nieuwe drama.
The Seed of the Sacred Fig volgt het gezin van een pas aangestelde onderzoeksrechter tijdens de protesten na de dood van Mahsa Amini, de 22-jarige die in 2022 overleed nadat ze door de Iraanse zedenpolitie werd gearresteerd voor het verkeerd dragen van haar hoofddoek.
Vader des huize, Amin, die werkt aan het Revolutionaire Gerechtshof, worstelt met zelftwijfel, maar blijft loyaal aan het regime en keurt terdoodveroordelingen goed zonder onderzoek. Ondertussen volgen zijn dochters – en de kijker – via telefoonbeelden hoe landgenoten die in opstand komen hardhandig worden mishandeld. Het zorgt voor een snelkookpan, zeker als een vriendin van de oudste dochter wordt beschoten met een luchtbuks en Amins dienstwapen is verdwenen.
Verrassende pareltjes
Tot de laatste dag bleef het dit jaar gissen wie er tijdens het filmfestival van Cannes met de hoofdprijs vandoor zou gaan. Er zaten verschillende hoogstaande films in de hoofdcompetitie, maar er was lange tijd geen uitschieter die onmiskenbaar boven alle andere uitstak. Favorieten als All We Imagine as Light en The Seed of the Sacred Fig gingen pas de laatste dagen in première. Toch werden filmliefhebbers goed bediend. Ook in de eerste week zaten in de hoofdcompetitie enkele pareltjes die verrasten dankzij gewaagde kruisbestuivingen tussen genres, stilistische bravoure of onverwachte plotwendingen.
De meest originele film was zonder twijfel Emilia Perez van regisseur Jacques Audiard (Dheepan), die de derde prijs (de Juryprijs) kreeg. Fransman Audiard kwam naar Cannes met een verhaal over drugsgeweld in Mexico met als hoofdpersoon een kartelbaas die in transitie wil gaan. Dit alles zit verpakt in een soms aan kitsch grenzende musicalstijl; zo is er een nummer waarin wordt gedanst in een kliniek terwijl vrolijk „mammoplasty! vaginoplasty!” wordt gezongen. Niet alles in Emilia Perez is even geslaagd, maar Audiard komt verrassend goed weg met zijn experiment om een verhaal over een geslachtstransitie te gieten in een vorm die zich, net als de hoofdpersoon, niet in één vakje laat plaatsen en continu evolueert.
De meest bediscussieerde film tijdens het festival was The Substance: een groteske, gestileerde horrorvariant op The Picture of Dorian Gray, met Demi Moore in de hoofdrol en een zeer expliciete boodschap over hoe vrouwen door zichzelf en de buitenwereld worden afgerekend op hun schoonheid en jeugd. Maar ook een maker als Andrea Arnold leverde vakwerk af én wist te verrassen met Bird. Ze combineert voor haar vertrouwde thema’s – jongeren in onveilige thuissituaties aan de rafelranden van de samenleving – met magisch realistische elementen.
Yorgos Lanthimos hield de kijker dan weer op het puntje van zijn stoel met bizarre, duistere en soms bloederige plotwendingen in zijn surrealistische triptiek Kinds of Kindness. De drie losstaande verhalen over personages die hun geest en leven laten controleren door anderen zijn soberder en kijken minder gemakkelijk weg dan zijn recente publieksfavorieten Poor Things en The Favourite, maar blijven nazinderen. De hand van scenarist Efthymis Filippou, die eerder meeschreef aan Lanthimos’ films als The Lobster en Dogtooth is zeer voelbaar.
Lees ook
Cultuurdagboek van filmmaker Hala Elkoussy: ‘Cannes gaat laat slapen’
Teleurstellingen
De teleurstellingen deze editie zaten vooral bij het werk van enkele regieveteranen, van wie meer werd verwacht. Cannes is loyaal aan filmauteurs die eerder werden genomineerd, maar als het zijn reputatie wil behouden als belangrijkste filmfestival ter wereld, zal het toch kritischer voor hen moeten worden. De vooraf veel besproken nieuwe film van Francis Ford Coppola, Megalopolis, was een teleurstelling, maar een interessant experiment. Dat was minder het geval bij de nieuwe films van David Cronenberg en Paolo Sorrentino. Vooral Sorrentino’s mijmeringen over Napels en jeugdige, vrouwelijke schoonheid in Parthenope voelde soms langdradig en weinig diepgravend. Hierdoor wekten zijn beeldschone, verleidelijke beelden, maar ook de focus op het jeugdige lichaam en gezicht van actrice Celeste Dalla Porta, bij sommigen zelfs enige ergernis. Zeker tijdens een editie met een film als The Substance, waar tijdens gesprekken de representatie van het vrouwenlichaam in films regelmatig ter sprake kwam.
Nieuwe Franse #MeToo-onthullingen bleven uit tijdens het festival, ondanks dat daar vooraf geruchten over werden verspreid. Enige reuring ontstond dit jaar toen het campagneteam van Donald Trump – vrij voorspelbaar – aankondigde stappen te nemen tegen The Apprentice, over de jonge Trump in de jaren zeventig en tachtig. In de film van Ali Abbasi is niet alleen te zien hoe hij zijn vastgoedimperium opbouwt, maar ook hoe hij verandert van een wat naïeve streber in een gewetenloze, ijdele ploert die altijd in de aanval gaat, nooit zijn ongelijk toegeeft én zijn toenmalige vrouw verkracht tijdens een ruzie. Niet alleen Trumps team, ook veel Angelsaskische pers pakte de film onterecht hard aan. The Apprentice slaagt erin geestig te zijn, zonder in slapstick te vervallen of de daden van zijn onderwerp te vergoelijken. Het was een van de vele films die de 77ste editie van Cannes geslaagd maakten.