André van Duin: ‘Op een gegeven moment wordt het zielig als je nog met een alpinopetje gek loopt te doen’

Het is maart 2020, het coronavirus waart rond. Talkshow De Wereld Draait Door loopt na vijftien seizoenen op zijn einde. Door de ‘intelligente lockdown’ wordt het een afscheidsweek met uitzendingen zonder publiek in de studio. Komiek, presentator en zanger André van Duin is een van de allerlaatste gasten. Met een persoonlijk cadeau voor presentator Matthijs van Nieuwkerk: hij zingt een chanson van de Franse zanger Charles Aznavour (1924-2018), ‘La Bohème’. Zelf hertaald, want Van Duin kon geen behoorlijke Nederlandse vertaling vinden.

La Bohème, La BohèmeWe waren jong, we hadden tijd in overvloedLa Bohème, La BohèmeHet was voor eeuwig, voor altijd, het was voorgoed.

Op natte ogen in de studio valt te rekenen – Van Nieuwkerk is een Aznavour- én Van Duin-fan van het eerste uur. Maar ook thuis op de bank raakt Van Duins zachtmoedige vertolking, zittend aan de talkshowtafel, een snaar. Corona had de straten leeggeveegd. Emoties zaten hoog. „Ze vonden het mooi”, haalt André van Duin terug. „Er kwamen veel reacties. Die zetten je dan aan het denken. Matthijs suggereerde een heel album.”

André van Duin: „Je vraagt je soms af waar Aznavour het over heeft.” Foto Andreas Terlaak

Nu, vier jaar later en in Aznavours 100ste geboortejaar, is er La Bohème, het nieuwe album van André van Duin met twaalf hertalingen van Aznavours chansons. Het zijn eigen interpretaties van klassiekers als ‘Hier Encore’ (nu: ‘Altijd Jong’), ‘Emmenez-moi’ (‘Neem Me Mee’) en ‘Je n’ai pas vu le temps passer’ (‘Ik Was Amper 16 Jaar’). Ook zingt Van Duin een duet met Boudewijn de Groot, (‘Een meisje van 16’ (‘Un Enfant’) – dat had al een Nederlandse tekst van Lennaert Nijgh.

Kiezen uit het enorme repertoire van Aznavour was lastig, vertelt André van Duin (77) in de ‘artiestenlounge’ van zijn platenmaatschappij in Hilversum. Naast hem op de bank ligt het albumboekje La Bohème, met achterin de cd – haast een relikwie uit een andere tijd. Van Duin pakt de songteksten er even bij. „Het hoefden niet allemaal bekende nummers te zijn, eigenlijk juist liever niet. Het ene lied is ook makkelijker te hertalen dan het andere. En je moet het ook kunnen zingen.”

Mijn stem is anders. Ik doe het kalmer aan en ik wil Aznavour ook niet imiteren

Hij doelt op de expressie van Aznavour, en hoe diens stem „alle kanten op kon vliegen in de teksten”. Dat zag Van Duin niet zitten. „Mijn stem is anders. Ik doe het kalmer aan en ik wil Aznavour ook niet imiteren.”

Terwijl producer Eric van Tijn de liedjes arrangeerde en de voor Van Duins stem fijnste zettingen zocht, schaafde hij zelf lang aan de teksten. „Als je opnames terugluistert kan het steeds mooier. Kleine woordjes ook. Het was je régenjas die hier nog aan de kapstok hangt. Néé, het was je wárme jas. Dat haalt meer gevoel terug van vroeger.”

Zanglessen heeft hij nooit gehad. Ook jammer: dat hij nooit piano leerde spelen. Bij het beluisteren van de chansons waren het vooral de melodieën die hem interesseerden. Onderweg in de auto of in het vliegtuig, de muziek op zijn oortjes, verzon hij bij die melodieën dan eigen verhaaltjes – met het thema uit de titel als leidraad.

Grinnikend bekent hij geen Frans te spreken. „Nou ja bonjour, trottoir en zo.” En dus zocht hij de vertaling van de chansons op, of gooide de teksten door Google Translate. Maar ook dat bood niet altijd de gewenste opheldering. „Je vraagt je soms af waar Aznavour het over heeft. Die schreef soms zulke onbegrijpelijke zinnen, joh. Niet bepaald eh… meezingers.”

Aznavour was zijn tijd vooruit met dat treurige verhaal over die homo die in de kast bleef bij zijn moeder. Maar in deze tijd valt ook nog een hoop te winnen

Vergankelijkheid

In de ballades op La Bohème klinkt het roestbruine stemgeluid van André van Duin als de ideale huisvriend. Zijn stem is vertrouwd: al sinds eind jaren zeventig neemt hij regelmatig platen op met hertaalde popliedjes, chansons of Hollandse evergreens. Opvallend is zijn wat deftige dictie in de stijl van Wim Sonneveld en Rudi Carrell in serieuze liedjes.

De focus op de nieuwe plaat ligt bij liefde en vergankelijkheid. In diverse liedjes blikt hij ook terug op zijn eigen leven, op het succes én op dieptepunten.

Altijd Jong (Hier Encore)

Jong blijf altijd jongHet heeft lang geduurd voordat het bij me binnendrongJe leeft maar ene keer en krijgt geen tweede kans‘k ontsprong nog net op tijd de allerlaatste dans.

‘Ik Was Amper 16 Jaar’ (‘Je n’ai pas vu le temps passer’) ziet hij zelf als zijn jubileumlied, en hoe hij het in al die jaren „heel dik voor mekaar” had.

Ik Was Amper 16 Jaar

Ik was geworden wat ik wou – maar nooit gedachtDat ik het zo lang blijven zou.

De hertalingen bevatten ook woordgrapjes, accentjes en losse rijmpjes. Zo kennen we Van Duin weer. Zoals in het nummer ‘Parijs’. Wie zich het nummer ‘De Heidezangers’ van vroeger herinnert, herkent hier de flow.

Parijs

Paris je t’aime, Paris, café crèmeAls ik er kom ben ik verlóóórenDan roep ik van de EiffeltóóórenParis je t’aime, mon amour!

Met het controversiële chanson ‘Comme Ils Disent’ over verborgen mannenliefde baarde Charles Aznavour zelf destijds al opzien, maar Van Duin doet er nog een schepje bovenop. In zijn versie ‘Bijzonder (Als Je Geboren Bent Als Man)’ breekt hij een lans voor trans mensen „voor wie voor zover ik weet nog nooit een liedje is gemaakt”.

„Aznavour was zijn tijd vooruit met dat treurige verhaal over die homo die in de kast bleef bij zijn moeder. Maar in deze tijd valt ook nog een hoop te winnen. Die eerste zin ‘Als je geboren wordt als man, wil dat niet zeggen dat je dan, je dat ook blijft… je hele leven’, zegt eigenlijk genoeg. Ik heb het liedje expres niet zo lang gemaakt, zodat het hopelijk ook op de radio wordt gedraaid.”

Het engagement is niet nieuw: in 2021 sprak hij zich in zijn toespraak tijdens de Dodenherdenking op de Dam ook al uit. „Toen heb ik gerefereerd aan het feit dat wij hier in Nederland sinds 1987, als eersten in de wereld, een homomonument hebben. Dat tekent onze vrijheid… De vrijheid dat iedereen hier zichzelf mag zijn, zonder dat iemand anders daar wat van zegt.”


Lees ook

André van Duin: ‘Ik ben alleen. Echt alleen. Want Martin is er niet’

André van Duin: „De waarheid is dat ik elke dag thuiskom in een leeg huis. Ik ben alleen. Echt alleen.”

Imitator

André van Duin was zeventien en jongste bediende bij een Rotterdams verzekeringskantoor toen hij in 1964 als ‘paradoïst’ in de televisie-talentenjacht ‘Nieuwe Oogst’ van de Avro de Nederlandse huiskamers instuiterde. Hij was een imitator die stemmetjes en geluiden nadeed.

Dit jaar viert Van Duin dus óók dat hij zestig jaar in het vak zit; zes decennia vol comedyshows, revues, wekelijkse Dik Voor Mekaar-shows op radio en tv, grammofoonplaten vol liedjes, zijn stem in menig tv-programma. Lachend: „Van Duin! Wie is er niet groot mee geworden!”

Hij won dit jaar de Televizier Oeuvre Ring. Het programma Heel Holland Bakt, waarin hij babbelend de zoete room is tussen de amateurbakkers en de proevende jury, is al jaren een slow-tv-kijkcijferkanon. En dan is er nog het reisprogramma Denkend aan Holland (samen met Janny van der Heijden) – ook al zo’n hit bij omroep Max.

Van Duin presenteert alles op dezelfde, meanderende wijze: met pretentieloze babbeltjes in gewonemensentaal. Moeilijke woorden filtert hij actief uit zijn teksten, „want zo praat ik niet”. Dat de mensen het leuk vinden? Kwestie van „goodwill en een hang naar nostalgie”, zegt hij. De lach heeft hij sowieso aan zijn kont hangen.

En naast het televisiesucces is er nu dus die plaat. Liedje ‘Neem Me Mee’ ‘Emmenez Moi’) schopte het al tot zwierige, shaffiaanse titelsong van de gelijknamige film over zes zeventigplussers op vakantie (Netflix).    Is het nu wachten op concerten met alle liedjes van het album? Hij trekt zijn schouders op. „Misschien… in een beperkte vorm. Anderhalf uur liedjes met wat anekdotes tussendoor.” Maar hij is er niet mee bezig, zegt hij. En – nadrukkelijk – nee, hij gaat níét meer op tournee. „Dat heb ik gehad met de André van Duin Revue. Mij krijg je die bus naar Leerdam en Appelscha niet meer in.”

Maar een avond of vijf in Carré…

„Ja, maar dat is niet zo simpel te regelen, hoor. Je moet ook een band hebben. Ik kan dit niet alleen. Dus dat moet je weer goed plannen.”

Verlangt u terug naar de bühne?

„Ach, ik sta daar al mijn hele leven en ik vind televisie net zo leuk. Dus ik denk niet: nou, dat wil ik ook wel eens meemaken. Maar soms…

„Deze zomer was mijn jubileumvoorstelling in het Nieuwe Luxor theater in Rotterdam. Wát gezellig was dat. Dan hoor je die mensen lachen… En dan kan ik wel denken: oh ja, zo was het. En dan heb ik ineens toch een beetje heimwee.”

Hopelijk blijft hij „fysiek goed in elkaar zitten”. Hij klopt onder de salontafel: even veiligstellen. „Schrijf maar op: voor zijn leeftijd fit. Rookt en drinkt niet.” Hij zwemt, loopt, neemt altijd de trap. Valkuil? „Kroketten en saucijzenbroodjes. Die dingen lust ik allemaal wel. Dus ik let een beetje op.

Foto Andreas Terlaak

„Ik heb natuurlijk een vervelende periode gehad, met darmkanker en prostaatkanker”, gaat hij ernstiger verder. „Dat is allemaal opgelost en alles doet het weer. Dus in principe is dat… nou ja, het kan zo weer terugkomen. Hoe ouder je wordt hè.”

Een beetje leuk oud worden, dat lukt door te blijven werken, is zijn overtuiging. „Je moet niet níks gaan doen. Op de bank tv-kijken vind ik ook leuk. Maar niet alléén maar. Dan word je zuur en mopperig.” Afwisseling is beter, vervolgt hij. „Steeds nieuwe dingen proberen. Meetellen is leuk, en ik bof overal voor te worden gevraagd. Het leven bestaat uit vijftig procent talent en vijftig procent geluk… maar je moet het alle twee hebben.”

De laatste jaren heeft u zichzelf ook wel steeds opnieuw uitgevonden.

„De omslag kwam in 2015, door Joop van den Ende. Na vijftig jaar vond ik het genoeg geweest met de comedy. Op een gegeven moment wordt het een beetje zielig als je dan nog met een alpinopetje gek loopt te doen. Joop suggereerde The Sunshine Boys , een theaterstuk over twee komieken. Dat heeft een serieus tragikomisch verhaal. Die productie was succesvol en bood een mooie overgang. En toen kwam Heel Holland Bakt erbij, ter vervanging van de zieke Martine Bijl. Ik merkte: het hoeft niet te grappig, maar het moet wel gezellig. Het succes van dat bakprogramma en het babbelen op dat bootje in Denkend aan Holland is ongekend.”

Ook in tv-serie ‘Het Geheime Dagboek van Hendrik Groen’ toonde u zichzelf van een andere kant.

„Poeh, dat was echt serieus. Maar tot mijn verbazing viel het goed bij het publiek. ‘Wat gaat híj nou doen?’ Ik zie het als oogsten na lang zaaien. Maar alles heeft wel nog steeds een licht-komische instap. Je moet je roots niet vergeten.”

Het harde werken was ook een goede afleiding na het verlies van uw echtgenoot Martin Elferink in 2020.

„Ja, ik bleef graag lekker bezig. Met thuis kniezen, schiet je niks op. Werk en de mensen om me heen waren een grote steun. En dan het geluk hebben dat je ook weer een nieuwe relatie vindt. Wie maakt dat mee zeg!”

Hele generaties hebben zo hun eigen André van Duin-herinnering, liedje, typetje. Waar spreken mensen hem het meest op aan? Zijn comedy toch, zegt hij. „Dat heb ik vijftig jaar gedaan, daar zijn mensen mee opgegroeid. Ikzelf ook. Maar het grappige is dat ik nu ook jonge mensen tegenkom die zeggen: ‘O, dat is die man van die taartjes’. En dan vertellen hun ouders dat hij vroeger ook comedy deed. Gaan ze me op YouTube bekijken.”

U heeft wel eens gezegd geen oude clown te willen worden.

„Zeker. Het moet niet triest worden. Je moet je niet blijven verschuilen achter je simpele typetjes. Brilletje op, áf. Petje, hoedje. Als typetje kon je je veel permitteren. Als Ome Joop in de Dik Voormekaar Show kon ik écht onaardige dingen zeggen. (lacht) Maar ik heb mensen te lang door zien gaan als komiek. Dat moet je niet doen. Op een gegeven moment raak je toch je flair kwijt, en je scherpte. Dan sta je te teren op je oude succes.”

Maar als ik u vraag: bent u een zanger, zegt u toch nee.

„Nee, ik voel me in de eerste plaats komiek. Dat was ik en blijf ik. En presentator. Zingen is gewoon altijd heerlijk. Thuis, onder de douche en overal, ook bij de opnames van Heel Holland Bakt. De geluidsman heeft mij altijd in zijn oor.”

André van Duin: La Bohème is te beluisteren via de streamingdiensten. Het cd-boek La Bohème met teksten door Robert Haagsma ligt nu de winkel.

Paspoort
André van Duin

1947
Geboren als Adrianus Marinus Kyvon in Rotterdam. Zoon van magazijnbediende bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij en huisvrouw.
1962
Schrijft open sollicitatiebrief aan omroepen onder de naam André van Duin.
1964
Wint op zeventienjarige leeftijd AVRO’s talentenjacht Nieuwe Oogst door artiesten te parodiëren. Zijn bandparodie wordt voorprogramma van de Rolling Stones in het Kurhaus.
1970
Trekt met steun van mentor Joop van den Ende met eigen revue ’n Lach in de ruimte door het land.
1973
Start de Dik Voormekaar Show bij Radio Noordzee. Bekend om typetjes als Ome Joop („Nee, nou wordt-ie mooi!”), Meneer de Groot en Harry Nak. Wordt later televisiereeks.
1977
Zingt serieuzere liedjes op serie dubbel-lp’s, veelzeggend getiteld And’re André.
Vanaf 1978
Leent zijn stem aan tv-programma’s als Te Land Ter Zee En In De Lucht en Animal Crackers (1988).
Vanaf 1979
Scoort met typetjes in carnavalskrakers als Meneer de Bok in ‘’k Heb hele grote bloemkolen’, ‘Willempie’ en ‘Er staat een paard in de gang’.
1981
Speelt in serie Het Meisje Met De Blauwe Hoed en films Ik Ben Joep Meloen en De Boezemvriend.
1983
Hit ‘Als De Zon Schijnt’.
1993
Is veel geïmiteerde pizzabezorger („effe wachten”) in ‘Pizzalied’ in de Van Duin Show.
Vanaf 2016
Vervangt zieke en later overleden presentatrice Martine Bijl in Heel Holland Bakt.
2016
Album Van Duin zingt Sonneveld.
2017/2019
Acteert in dramaserie Het geheime dagboek van Hendrik Groen. Heeft slow tv-succes met Denkend aan Holland (op bootje met Janny van der Heijden).
2022
Album 75 jaar Gewoon André.
2024
Album La Bohème, hertaalde chansons.
Prijzen
Omroepman van het Jaar 2022 en Gouden Televizier Oeuvre-Ring 2024.