N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Marja Spierenburg | Antropoloog Om de energiecrisis in Zuid-Afrika écht op te lossen, moet het neoliberale systeem op de schop, zegt antropoloog Marja Spierenburg. „Dat markten niet discrimineren is niet waar.”
De Zuid-Afrikaanse oppositiepartij Economic Freedom Fighters (EFF) organiseerde maandag een landelijk protest uit onvrede over de aanhoudende energiecrisis. De partij eist dat president Cyril Ramaphosa aftreedt en riep de bevolking op het land „plat te leggen”. Duizenden soldaten werden ingezet om belangrijke infrastructuur te bewaken.
In Zuid-Afrika geldt sinds vorige maand de noodtoestand. Ramaphosa riep een nieuwe ministerspost voor elektriciteit in het leven. Maar die stappen gaan niet ver genoeg, waarschuwt antropoloog Marja Spierenburg. Het land kampt volgens haar met gebrekkige publieke infrastructuur, groeiende ongelijkheid en een explosie van criminaliteit en geweld. „Om de energiecrisis écht op te lossen, moet het neoliberale systeem op de schop”, zegt Spierenburg in haar kantoor in Leiden.
Marja Spierenburg is onderzoeker en hoogleraar antropologie van de duurzaamheid en bestaanszekerheid aan de Universiteit Leiden en onderzoeker aan de Zuid-Afrikaanse Stellenbosch Universiteit. Min of meer toevallig kwam zij in de jaren tachtig als student in zuidelijk Afrika terecht.
Veel Afrikaners, de witte afstammelingen van de Nederlandse kolonisten, geven het ANC, de partij die na de apartheid aan de macht kwam, de schuld van de energiecrisis. Die misvatting wilt u uit de wereld helpen.
„Ja, onder wit bestuur hadden heel wat minder mensen toegang tot elektriciteit [in 2019 had 85 procent van de bevolking toegang tot het elektricteitsnetwerk, in 1994 was dat nog ongeveer 50 procent]. Het is veel makkelijker om diensten te leveren aan slechts een klein, wit, deel van de bevolking. Maar dat apartheidsdenken is erg hardnekkig. Ook nu is de manoeuvreerruimte voor vergaande hervormingen nog beperkt. Landen als Zuid-Afrika betalen veel hogere rente op leningen dan Noord-Europese landen. Toen Nederland tijdens de coronapandemie geld leende, kregen wij bijna geld toe. Dat markten niet discrimineren is een misvatting.
„Hoewel de economie van Zuid-Afrika best gegroeid is, zie je dat financiers zorgen hebben over het investeringsklimaat. Voor Zuid-Afrika is het volgen van het beleid van het IMF belangrijk om een lening te krijgen. Nederland krijgt ook ieder jaar advies van het IMF, maar kan het zich veroorloven om een deel van dat advies te negeren.”
Is het ook te begrijpen dat financiële instellingen een hogere rente vragen als zij meer risico lopen?
„Een oud-student van mij heeft samen met Rob van Tulder het boek Doing Business in Africa geschreven. Daarin laten zij zien dat investeringen in Afrika voor een groot deel zijn gebaseerd op vooroordelen. Investeerders doen geen vooronderzoek, maar gaan uit van een instabiele situatie, ook als die er niet is. Dat trekt hit-en-runkapitalisme aan, waarbij investeerders denken dat het geen zin heeft om een langetermijnstrategie voor bijvoorbeeld energie te ontwikkelen. Wij denken dat economie is gebaseerd op rationele overwegingen. Maar dat is niet zo, veel gedrag is juist gebaseerd op emoties.”
„En vooroordelen zie je niet alleen daar hè. Natuurlijk is het belangrijk om te kijken naar hoe het verleden doorwerkt in het heden, maar wij hebben de neiging om problemen in Afrika te ‘exotiseren’. Ook in Nederland zie je dat het in bepaalde postcodegebieden veel lastiger is om een hypotheek te krijgen, ongeacht je financiële situatie. ”
Legt u de schuld van deze energiecrisis bij het neoliberalisme?
„Ja, regeringspartij ANC heeft van oudsher eigenlijk een socialistisch, bijna communistisch karakter. Maar sinds de jaren negentig heerst er in het Westen een rotsvast vertrouwen in het neoliberalisme. Toen Zuid-Afrika in 1994 democratisch werd, zetten westerse landen een enorme lobby op om Zuid-Afrika een neoliberaal beleid te laten invoeren. Het ANC wilde eigenlijk investeren in achtergestelde groepen en het land eerlijk herverdelen, maar dat bracht het bezit van investeerders in gevaar.
„Nu zie je dat marktwerking en privatisering alleen maar voor meer ongelijkheid zorgen. Het is een land waar energie-infrastructuur in bepaalde delen van het land niet goed ontwikkeld is. Dat gaan marktpartijen niet allemaal oplossen. Daarnaast is de onderkant van de samenleving, die nu het hardst getroffen wordt door het gebrek aan stroom, groter geworden door deze neoliberale focus.”
„In dat proces zijn ook witte verliezers. Dat zijn de mensen met weinig opleiding, voor wie tijdens de apartheid werkgelegenheid, soms regelrechte onzinbaantjes werden gecreëerd, puur als werkverschaffing. Maar er werd niet geïnvesteerd in opleiding. En die mensen zijn na 1994 aangewezen op precies dezelfde gebrekkige sociale zekerheid als de arme zwarte bevolking.”
Lees ook dit interview: ‘Erger dan nu kan het niet worden in de Zuid-Afrikaanse politiek’
Heeft Nelson Mandela gefaald in het creëren van gelijke kansen? Had hij het anders kunnen doen?
„Mandela wordt verweten dat hij te veel compromissen heeft gesloten, maar mensen realiseren zich niet dat het land aan de rand stond van een burgeroorlog. Het was net na de val van de Berlijnse muur. Er was angst dat Zuid-Afrika een socialistische koers zou gaan varen. Nu ontstaat het besef dat we niet alles aan de markt kunnen overlaten, dat de overheid toch een sturende rol moet hebben als het gaat om de maatschappelijke kosten van economische winst.”
Is het ANC dan niks aan te rekenen?
„Ik zeg niet dat het een foutloze partij is. Er is sprake van corruptie. De koek is zo klein, dat er voor iedereen een kruimeltje overblijft als je hem eerlijk verdeelt. Dan ontstaat de neiging om grotere brokjes te verdelen onder de eigen groep. De energiecrisis zou onder meer het gevolg zijn van corruptie bij staatsbedrijf Eskom. Maar ook dat is niet nieuw. Die hele apartheid hing van corruptie en vriendjespolitiek aan elkaar.”