Hoewel het Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog verboden was op de Amsterdamse tram te stappen, ontkwamen velen van hen er niet aan. Opgepakt onder leiding van de Duitse bezetter werden zij eerst naar het Centraal Station, station Muiderpoort of de Hollandsche Schouwburg gevoerd. En vanaf daar: veelal eindbestemmingen als Buchenwald, Mauthausen of een van de andere door de nazi’s ingestelde vernietigingskampen.
Dat de Amsterdamse tramvervoerder GVB een rol had in de deporaties van Joden, Roma, Sinti en andere (politieke) tegenstanders van de nazi’s, was al bekend. Maar in hun onlangs verschenen boek Verdwenen Stad kleuren filmmaker Willy Lindwer en auteur Guus Luijters de details hiervan iets meer in. Ze onderzochten 23 eerder ongepubliceerde facturen van het GVB aan de bezetter, en concludeerden dat de Amsterdamse tramvervoerder minimaal 9.000 gulden verdiende aan de inzet van zo’n 900 trams voor de deporatie van Joden in de periode tussen juli 1942 en september 1944.
‘Radertjes in het deporatieproces’
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden zo’n 63.000 van de 77.000 Amsterdamse Joden gedeporteerd. Een ruime meerderheid, naar schatting 48.000 mensen, werd per tram naar een treinstation vervoerd. Anderen gingen per bus of te voet. „De nazi’s kregen bij deze omvangrijke operatie, die niemand in de stad ontgaan kan zijn, de hulp van veel Nederlanders: politieagenten, ambtenaren, Nederlandse ss’ers, de geüniformeerde ordedienst en knokploeg van de nsb, Jodenjagers, verraders”, schrijven de auteurs. Ook trambestuurders, die gewoon door bleven werken, hebben volgens hen „actief meegewerkt aan de Duitse vernietigingsmachine”. „Ze werden ongewild radertjes in het moorddadige deportatieproces van de bezetter.”
Lees ook
Historica Wally de Lang: ‘Het Amsterdamse stadhuis is boven op al die dode mensen geplaatst. Als een grafsteen’
Ook Anne Frank en haar familie werden middels een tram vervoerd, reconstrueren Lindwer en Luijters. Het was een van de laatste trams die voor deportaties reed, en het GVB bracht er 30 gulden voor in rekening. „De schok werd zo mogelijk nog groter toen we een notitie op de factuur hadden ontcijferd”, aldus de auteurs. Wat bleek: de bezetter had de factuur niet betaald en het GVB schakelde het gemeentelijk incassobureau in om de onbetaalde rekening na de oorlog alsnog betaald te krijgen. „Het was en bleef business as usual. Ook voor het GVB.”
Historisch besef
De rol van spoorvervoerders is al langer onderwerp van historisch onderzoek. In 2005 maakte de NS excuses voor de rol die het speelde tijdens de Tweede Wereldoorlog en het vervoeren van tienduizenden Joden, maar ook onder meer Roma, Sinti en politieke tegenstanders naar vernietigingskampen. Schadevergoedingen weigerde de NS destijds te betalen. Een beweging hiertoe kwam vanaf 2019 op gang, toen een speciale commissie onder oud-PvdA-leider en -burgemeester van Amsterdam Job Cohen concludeerde dat een tegemoetkoming voor nabestaanden van Holocaustslachtoffers „een moreel gebaar” zou zijn.
In 2018 maakte de Amsterdamse vervoerder GVB ook bekend „het eigen oorlogsverleden” niet „uit de weg” te willen gaan. Amsterdam kondigde een jaar later aan dat er een onderzoek naar de rol van de gemeente tijdens de Tweede Wereldoorlog zou komen, dat ook de rol van de tramvervoerder zou belichten. De studie wordt momenteel nog altijd uitgevoerd door het NIOD, het instituut dat onderzoek doet naar oorlogs-, Holocaust- en genocidestudies.
Verdwenen Stad is eerder deze week verschenen. Willy Lindwer en Guus Luijters maakten ook een gelijknamige documentaire, die op 14 maart verschijnt.