Amsterdamse basisscholen stoppen met inhuren van externe leerkrachten

Basisscholen in Amsterdam gaan stoppen met het inhuren van externe leerkrachten, zoals zzp’ers en uitzendkrachten. Dat meldt persbureau ANP. De scholen hebben afgesproken dat ze alleen nog gebruik gaan maken van meesters en juffen die vast in dienst zijn. Volgens de scholen, die zich hebben verenigd in het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO), is dat beter voor de kwaliteit van de lessen.

Het besluit geldt voor alle openbare, bijzondere en speciale basisscholen in Amsterdam, Weesp, Diemen en Duivendrecht. De inhuur van externe leerkrachten zal niet direct stoppen, maar geleidelijk worden afgebouwd, zodat scholen de tijd hebben om aan te passen. Ingehuurde leerkrachten kunnen een vast dienstverband aangeboden krijgen.

De basisscholen in Amsterdam hebben samen meer dan 4.600 voltijdsbanen voor leerkrachten. Ongeveer 5 tot 10 procent daarvan wordt ingevuld door externe leerkrachten. Dat komt neer op zo’n 200 tot 500 banen. In wijken waar het lerarentekort groter is, ligt dat percentage nog hoger. Volgens de scholen hebben die ingehuurde leerkrachten minder binding met de school en andere leraren en nemen daardoor minder verantwoordelijkheden op zich.

Dit kost de scholen jaarlijks miljoenen euro’s, zeggen ze. „Elke euro die we besparen op externe inhuur, kunnen we steken in de ontwikkeling van ons eigen personeel. Met vaste teams ontstaat meer verbondenheid, kunnen we verantwoordelijkheden eerlijk verdelen en hebben kinderen vaker een vertrouwd gezicht voor de klas”, verklaart BBO-bestuurder Arie van Loon aan ANP.

Volgens de Amsterdamse wethouder Marjolein Moorman, die over onderwijs gaat, zal het besluit van de basisscholen voor „meer rust, kwaliteit en gelijke kansen” zorgen. Aan ANP laat ze weten „pal achter de koers” van de scholen te staan. „Ieder kind verdient een vertrouwd gezicht voor de klas en een leerkracht die verbonden is met de school”, aldus de wethouder.