N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Klimaat Vooral in Zuid-Europa is het al vroeg in het jaar extreem droog. Onderzoekers waarschuwen dat Europa beter zal moeten nadenken over de verdeling van het beschikbare water.
Ruim een kwart van het Europese continent heeft te maken met droogte, terwijl het voorjaar nog maar net is begonnen, waarschuwde Het European Drought Observatory (EDO) onlangs. De gevolgen hiervan zijn het zichtbaarst rond de Middellandse Zee.
Een waterreservoir in de Zuid-Spaanse provincie Córdoba, waar de temperatuur deze week tot rond de 40 graden Celsius is gestegen, is vrijwel leeg. De overheid deelt drinkwater uit aan de bevolking – vijf liter per persoon per dag – omdat er op sommige plekken nauwelijks nog een druppel uit de kraan komt. In delen van de Algarve, in het zuiden van Portugal, is de hoogste alarmfase voor bosbranden uitgeroepen. Het water in de Noord-Italiaanse rivier de Po is gezakt naar hetzelfde lage peil als in juni vorig jaar.
Maar volgens het EDO blijft het watertekort niet beperkt tot het zuiden van Europa. Ook in Scandinavië, in het noorden van Polen en in delen van Midden-Europa wordt er al gewaarschuwd voor droogte. Aan het einde van de winter was de watervoorraad in het verleden doorgaans op een peil dat genoeg was om het voorjaar en de zomer door te komen. Maar de laatste jaren is dat vaak niet meer het geval. En omdat er de afgelopen winter weinig regen en sneeuw is gevallen, is de kans groot dat de situatie van afgelopen zomer zich herhaalt, toen Europa kampte met een van de ergste droogtes sinds het begin van de metingen.
Rioolwater moet Zuid-Franse wijnranken redden
Satellietmetingen
Uit een studie op basis van satellietmetingen, die heel nauwkeurig het grondwaterpeil kunnen meten, blijkt dat het zomerse niveau in Europa in 2018 bijna driekwart en in 2019 zelfs ongeveer 94 procent lager was dan gemiddeld. De situatie heeft zich volgens een analyse van de Technische Universiteit Graz sindsdien nauwelijks hersteld. Ook als het de komende maanden uitzonderlijk veel zou regenen, brengt dat het grondwaterpeil nog lang niet terug op het oude niveau – het zou hooguit de toplaag van de bodem enigszins herstellen.
De situatie in Europa begint volgens hoogleraar geodesie Torsten Mayer-Gürr, die de analyse uitvoerde, precair te worden. „Een paar jaar geleden had ik nooit gedacht dat water hier in Europa een probleem zou zijn, vooral niet in Duitsland of Oostenrijk”, zegt Mayer-Gürr in een artikel op de website van de TU Graz. Hij vindt dat overheden beter moeten nadenken wat dit voor de verdeling van de schaarser wordende watervoorraad betekent.
Waterschaarste zal de komende jaren door klimaatverandering vrijwel zeker erger worden. Allereerst leidt de opwarming tot meer verdamping, en is er dus ook meer neerslag nodig om dat te compenseren. Ook betekenen hogere temperaturen dat gletsjers versneld afsmelten. Gletsjers dienen als waterbuffers die in het voorjaar en in de zomer rivieren als de Rhône, de Donau en de Rijn voeden.
De extreme neerslag, die door klimaatverandering juist vaker voorkomt, biedt weinig soelaas, aldus klimaatonderzoeker Samantha Burgess van de Copernicus Climate Change Service van de Europese Unie. Om de bodemgesteldheid te verbeteren, zei Burgess onlangs in een paneldiscussie van de nieuwswebsite Euronews, is er juist langdurige, lichte regen nodig. Na een hevige bui wordt het water veel te snel afgevoerd om het grondwater aan te vullen.
Verspilling
Volgens Andrea Toreti, klimaatonderzoeker bij het Joint Research Centre van de Europese Unie, kan Europa nog veel doen om de situatie te verbeteren. Zo wordt er veel water verspild, als gevolg van lekkende leidingen. Daardoor gaat er volgens de Wereldbank alleen al in Europa een kwart van het drinkwater verloren; de bank schat de kosten van weglekkend water wereldwijd op 13,6 miljard euro per jaar.
Volgens Toreti moet Europa veel zuiniger moeten omspringen met zijn watervoorraad. Daarom moeten er volgens hem plannen worden gemaakt om de schaarste te verdelen. Gaat het water naar de landbouw, of naar het toerisme? Naar de industrie, naar de scheepvaart of als koelwater naar elektriciteitscentrales?
Het zijn de vragen die ook het RIVM vorige maand stelde, in een rapport over de Nederlandse drinkwatervoorziening na 2030. Nederland mag dan door zijn gunstige ligging relatief minder risico lopen, ook in de laaggelegen delta is het, aldus het RIVM, „niet zeker of er in 2030 genoeg water is voor de productie van drinkwater”.