Terwijl het Israëlische leger steeds dieper doordringt in Gaza-Stad groeit de internationale druk op de regering van premier Netanyahu om akkoord te gaan met een staakt-het-vuren. Maar de Israëliërs hebben er geen geheim van gemaakt liever door te stomen, nu ze met hun veel sterkere conventionele leger de strijders van Hamas steeds meer in het nauw hebben gedreven. Uit Gaza-Stad meldden beide zijden vrijdag hevige gevechten.
Hamas beschuldigde Israël ervan beschietingen te hebben uitgevoerd op het Al-Shifa-ziekenhuis, het belangrijkste van Gaza-Stad. Duizenden Palestijnen hebben daar en in andere ziekenhuizen een toevlucht gezocht vanwege de Israëlische bombardementen. Israël stelt juist dat Hamasstrijders ziekenhuizen gebruiken als schild tegen acties van Israël. Ze zouden zich ook in tunnels onder het Al-Shifa-hospitaal hebben ingegraven. VN-woordvoerder Jens Laerke noemde het noorden van Gaza intussen „de hel op aarde”.
Israël, dat vrijdag het aantal dodelijke slachtoffers van de Hamas-aanval op 7 oktober verlaagde van ongeveer 1.400 naar 1.200, wil doorvechten tot alle gijzelaars zijn bevrijd die Hamas bij die aanval uit het land meenam. De strijd in Gaza zou nog maanden of zelfs jaren kunnen doorgaan, zei minister van Defensie Yoav Gallant donderdag. Begin deze week zinspeelde Netanyahu er voor de Amerikaanse zender ABC op dat Israël ook „voor onbepaalde tijd” in de Gazastrook zou blijven zitten. Dat was tegen het zere been van de VS, die geen heil zien in zo’n nieuwe Israëlische bezetting. Netanyahu, die beseft dat hij Amerikaanse politieke steun op het moment slecht kan missen, draaide daarop bij. Bij Fox TV verklaarde hij: „We zijn er niet op uit Gaza te veroveren, we zijn er niet op uit om Gaza te bezetten en we zijn er niet op uit Gaza te besturen.” Wat Israël dan wel met de Gazastrook wil doen, liet hij in het midden.
Humanitaire gevechtspauzes
Tegen hun zin hebben de Israëliërs uiteindelijk ingestemd met de Amerikaanse wens dagelijks humanitaire gevechtspauzes van vier uur in te lassen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken drong daar al een week op aan, maar Israël negeerde die suggestie aanvankelijk. Donderdag werden zulke gevechtspauzes vanuit Washington aangekondigd, al bleef Israël onderstrepen dat er geen sprake is van een duurzaam staakt-het-vuren.
Dat Israël niet onbeperkt de tijd zal krijgen om Hamas volledig te onthoofden werd de afgelopen dagen steeds duidelijker. Veelzeggend waren de uitlatingen van generaal Charles Q. Brown, de nieuwe voorzitter van de chefs van staven. Op een vraag of er niet meer kans is dat Palestijnen zich tot terrorisme voelen aangetrokken bij een verder stijgend dodental onder burgers, antwoordde Brown donderdag met een volmondig: „Ja, zeer zeker.” Daarom was het volgens Brown beter de vijandelijkheden zo snel mogelijk te stoppen. In Washington leeft ook de vrees dat de oorlog zich verder zal uitbreiden in de regio als het dodental in de Gazastrook verder oploopt. Dit staat volgens de Palestijnen op ruim 11.000.
Lees ook Top van Hamas neemt burgerdoden op de koop toe
Vooral Arabische staten, die vóór 7 oktober steeds warmere banden met Israël ontwikkelden, dringen met het oog op de publieke opinie in eigen land steeds krachtiger aan op een wapenstilstand. Op een conferentie met Afrikaanse leiders in Riad veroordeelde de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman vrijdag het geweld tegen burgers in Gaza. „We onderstrepen de noodzaak deze oorlog en de gedwongen verplaatsing van Palestijnen te stoppen”, zei hij. De emir van Qatar riep intussen in Egypte op tot een bestand.
De humanitaire nood in de Gazastrook is deze week verder gestegen. Waar burgers voor 7 oktober beschikten over zo’n 80 liter water per persoon per dag, is dat nu gereduceerd tot gemiddeld tot drie liter vaak ondrinkbaar zout water. Met dat slechte water bereiden sommige moeders ook babypoedermelk. Veel mensen eten maar één maaltijd per dag. Hulp komt slechts mondjesmaat binnen. The Economist rekende uit dat in achttien dagen tijd voor elke Gazaan gemiddeld per dag 76 gram voedsel en 29 milliliter water was ingevoerd. Veel landen zetten wel hulp klaar. Deelnemende staten aan een donorconferentie in Parijs beloofden donderdag ruim een miljard euro voor Gaza. Ook Nederland zei eerder al zodra dat mogelijk is een marineschip met hulpgoederen richting Gaza te sturen.
Palestijnse Autoriteit
De Amerikanen steunen Israëls ambitie om Hamas voorgoed uit Gaza weg te jagen, al is de vraag of dat op korte termijn lukt. Verder lieten de VS afgelopen week duidelijker dan voorheen doorschemeren dat ze na de oorlog graag de Palestijnse Autoriteit van president Abbas zouden zien terugkeren in de Gazastrook. Abbas gaat daarmee echter alleen akkoord als hij zicht houdt op een eigen levensvatbare Palestijnse staat. De regering van president Biden is bereid in de richting van zo’n tweestaten-oplossing te denken.
Maar een levensvatbare eigen Palestijnse staat is wel het laatste wat Netanyahu en zijn extreem-rechtse coalitiepartners nastreven. Wanneer de wapens dan ook duurzaam zwijgen in de Gazastrook en de overlevende Gazanen eindelijk opgelucht adem kunnen halen, blijft moeilijk te voorspellen. Maar vooral de opstelling van de VS, die meer dan wie ook het conflict een wending zouden kunnen geven, zal veel Palestijnen deze week enigszins bemoedigd hebben.
Volgens het halfjaarlijkse Dreigingsbeeld van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) blijft het dreigingsniveau in Nederland niveau 4 op een schaal van 5. Dat betekent dat er nog altijd een „reële kans” blijft dat er een aanslag in Nederland zal plaatsvinden.
De NCTV ziet de grootste gevaren in de online radicalisering van jongeren, zowel in jihadistische als in rechts-extremistische netwerken. De Coördinator maakt zich zorgen over „de snelheid waarmee tieners en jongvolwassenen […] online radicaliseren”. Daarnaast is sprake van een toenemende dreiging van Rusland.
In januari 2024 werd het dreigingsniveau verhoogd van 3 naar 4, vooral vanwege de spanningen door de oorlog in Gaza en door destijds vaker voorkomende koranverbrandingen. Op dat niveau is het dreigingsbeeld sindsdien blijven staan.
Online jihadisme
Online jihadistische netwerken noemt de NCTV „de grootste terroristische dreiging voor Europa”. De Coördinator ziet dat aanslagen in Europa „vooral [zijn] gericht op Joodse of Israëlische doelwitten of op personen die worden beschuldigd van de ontheiliging van de islam”. Waar de dreiging van fysieke netwerken wel afneemt, is er een „nieuwe generatie jihadisten die onderdeel zijn van online groepen”, schrijft NCTV. Binnen die groepen kunnen mensen „in contact komen met gelijkgestemden”. Voor terrorisme op online platforms werd in eerdere dreigingsbeelden ook gewaarschuwd.
Online propaganda zou ook een geweldsdaad in Nederland kunnen inspireren, schetst het Dreigingsbeeld. Bovendien zouden aanslagen met een „eenvoudige opzet”, zoals het inrijden op menigtes, een „copycatwerking” kunnen hebben en ook gekopieerd kunnen worden door extremisten met een ander ideologisch motief.
Radicaliserende jongeren
De NCTV wijst onder meer op een toenemend aantal minderjarigen dat in Nederland wordt gearresteerd in verband met terrorisme. Eind april bijvoorbeeld „werden veertien, vooral minderjarige, personen gearresteerd in verband met opruiing tot terrorisme op sociale media” – ze zouden onder meer op het videoplatform TikTok geprobeerd hebben om anderen te sturen terroristische misdrijven te plegen.
De NCTV ziet verder een „snelle online radicalisering van jongeren in rechts-terroristische online netwerken”. Net als bij jongeren die gevoelig zijn voor jihadisme gaat het „veelal om jongeren die op zoek zijn naar hun identiteit en betekenis willen geven aan hun leven, vaak gecombineerd met psychiatrische of psychosociale problemen”.
Jongeren kunnen in online groepen snel radicaliseren, „omdat extremistische taal wordt aangemoedigd en geliked”. Omdat jongeren maar „sporadisch” fysiek samenkomen, heeft de Coördinator weinig zicht op de omvang van dat soort netwerken. Toch schat het beeld ook hier een „reële kans” dat individuen uiteindelijk overgaan tot terroristisch geweld.
Soevereinen en Russen
Ook van enkele anti-institutionelen, zoals zelfverklaarde soevereinen, gaat een geweldsdreiging uit. Vorige week nog arresteerde de politie acht ‘soevereinen’ op verdenking van het bezit van wapens en gevaarlijke stoffen.
Lees ook
Van ‘volksraad’ tot ‘sheriffs’: deze soevereinen verwerpen het gezag van de overheid
Van tientallen Nederlandse ‘IS-uitreizigers’, die nu nog vastzitten in kampen in Syrië, gaat potentieel een dreiging uit als zij vrijkomen, stelt NCTV.
Verder is er vanuit Rusland sprake van „militaire dreiging, spionage, fysieke en digitale sabotage en ondermijnende beïnvloeding”. De NCTV spreekt van „interacties tussen de Russische overheid of aanverwante personen en westerse anti-institutioneel- en rechts-extremisten”. Hoewel de dreiging vanuit Rusland toeneemt, blijft de impact van deze interacties op de terroristische dreiging in Nederland vooralsnog beperkt.
Met een doffe knal vliegt de bal tegen de bakstenen muur waar met krijt twee palen en een lat op zijn gekalkt. De bal raakt de muur net binnen de hoek van ongeveer negentig graden die de vaalblauwe lijnen maken. „Kroezoe!”, schreeuwt het basisschoolplein van mijn jeugd in Rotterdam. Doelpuntenmaker Bresley speelt in die tijd (eind jaren nul) bij Spartaan’20 in Charlois. Hij zou doorgroeien tot de beloften van FC Dordrecht. „3-0 voor Cabo!”, roept zijn broer Gianni met een grijns.
Zoals tijdens iedere pauze spelen we Kaapverdië tegen Holland. Mijn vrienden Chris, Elvin en Alex zitten bij Cabo (Kaapverdië), en, omdat hij de beste voetballer is, Marouane ook. Evenals Ugur trouwens, de populairste jongen uit de klas. Holland, bestaande uit Daniel, Mitchell, Jeffrey, Sydney, Dean en mijzelf, bakt er maar weinig van. Ik hoor liever bij Cabo. Maar ach, op het pleintje ben ik gelukkig. Daar voel ik me thuis.
Dat gevoel heb ik al jaren niet meer écht gehad. Niet toen ik ging studeren, en ook niet na zo’n vijf jaar werken. Wel vang ik er af en toe glimpen van op. Bijvoorbeeld als ik linzensoep eet bij Marrakech op de Schiedamseweg, een lahmacun haal bij eethuis Lente, of een colaatje bij de avondwinkel op de Vierambachtstraat. Waardoor komt dat? Het kan niet mijn afkomst of culturele achtergrond zijn: volgens de ‘zevenvinkjestheorie’ van Joris Luyendijk zou ik me volledig thuis moeten voelen bij studentenverenigingen, aan de UvA of op andere plekken waar ik mensen tegenkom met dezelfde vinkjes (etniciteit, opleidingsniveau). Maar al voel ik me er niet buitengesloten, toch ben ik er ook niet helemaal op mijn plek. Wat kan de reden dan zijn?
The culture
In 2023 overhandigde de Nederlandse Unesco Commissie een adviesrapport onder de titel On(ver)vangbaar: De innovatieve kracht van the culture aan toenmalig staatssecretaris van cultuur Gunay Uslu (D66). Deze woensdag wordt de internationale versie gepresenteerd op het hoofdkwartier van Unesco in Parijs. De reden van het advies, aldus voormalig CDA-politicus Kathleen Ferrier, voorzitter van de commissie: „De brede diversiteit van cultuuruitingen in ons land wordt nog lang niet altijd door het beleid gezien en op waarde geschat. Zelfs niet wanneer het gaat om de grootste culturele bewegingen van deze tijd, zoals the culture.”
Vanuit het hoofdkantoor van Unesco in Parijs en de landen die daar vertegenwoordigd zijn, komt veel belangstelling, aldus Ferrier. „Ons adviesrapport heeft veel losgemaakt, veel beweging in gang gezet. Beleidsmakers uit aangesloten landen willen weten wat the culture precies is, en zijn benieuwd of de benadering die wij voorstellen in hun eigen landen ook relevant kan zijn. Als Nederland lopen wij daarin misschien wel een beetje voorop, ja.”
Toen ik in 2023 bij de conferentie was waar het adviesrapport gepresenteerd werd, viel er een kwartje. Ik voel me meer thuis op plekken waar ‘the culture’ gecreëerd wordt. De term bestond al langer, ontstond decennia geleden in Afro-Amerikaanse gemeenschappen. In Nederland is het een term die vooral gebruikt wordt door mensen uit wijken die soms meesmuilend ‘de randen van de maatschappij’ worden genoemd: gebieden die in beleidsstukken als ‘kwetsbaar’ aangemerkt worden, vol mensen met het label ‘kansarm’.
Door de interactie van verschillende Afro-diasporische culturen in die wijken – op pleintjes, in avondwinkels, buurthuizen en kapperszaken – is over de jaren heen een dynamisch, creatief ecosysteem ontstaan. Een hybride cultuur die nieuw is, zichzelf telkens opnieuw uitvindt, en inmiddels in zowat alle haarvaten van mode, muziek, kunst, sport, media, politiek en de zakenwereld is doorgedrongen – en die sinds kort dus ook door de cultuursector wordt ontdekt. Maar hoe zou je the culture moeten definiëren?
„Dat kan bijna niet”, vertelt Akwasi Owusu Ansah, rapper en directeur van omroep Zwart, aan de telefoon. „The culture is geen letterlijke vertaling van ‘cultuur’. The culture gaat over ideeën. Het is een soort sociale gestemdheid, een gevoel. Een gevoel dat mensen van kleur met de paplepel ingegoten krijgen. Tegelijkertijd is het ook veel breder dan kleur. Een hoofdknik kan al een uiting zijn van the culture. Als ik ergens rondloop en ik word gegroet door iemand die een beetje op mij lijkt maar die ik niet ken, erken je met die knik: wij komen allebei vanuit een bepaalde struggle. Een struggle die op veel plekken op de wereld ontstaat, van de Bijlmer tot Atlanta, maar die ook universeel is: het begeeft zich buiten de instituten om, en ontstaat vanuit sociale ongelijkheid. Niet iedereen zal dat snappen. En dat is oké. Maar: if you know, you know.”
Mode in the culture. Beelden uit het rapport ‘On(ver)vangbaar: De innovatieve kracht van the culture’.
Foto’s Ebenezer Ackah
Vaak worden artiesten en makers uit the culture in een hokje gestopt dat met ‘urban’ of ‘hiphop’ wordt aangeduid. Maar the culture is meer dan hiphop. Het is de creatieve kracht die bepaalt welke sneakers we dragen, welke muziek de hitlijsten domineert, welke taal jongeren spreken, hoe reclamecampagnes worden vormgegeven en wat de danspasjes op TikTok zijn. Beyoncé of Pharrell Williams in de VS zijn slechts topjes van een heel grote ijsberg, evenals voetballer Memphis Depay of een modemerk als Daily Paper in Nederland. Hun succes is zichtbaar, maar de esthetiek en energie waaruit zij putten vindt zijn oorsprong in the culture.
The culture is de culturele leefwereld van waaruit onder meer hiphop ontstaat, vertelt Malique Mohamud aan de balie van een bijzondere avondwinkel in Rotterdam-West. Mohamud is oprichter van onderzoeks- en ontwerpcentrum The Niteshop, dat onderzoek doet naar de toekomst van de stad, ‘powered by the culture’. Hij organiseerde de conferentie in 2023 en ging ook mee naar Parijs. „Maar the culture gaat ook over eten, over kleding, over kappers, over telefoonzaken, over pleintjes en straatvoetbal, over de buurt, over gentrificatie. The culture als concept geeft daarom meer ruimte aan al die dingen die de definitie ‘hiphop’ niet dekt. Het is een historisch gegroeide culturele leefwereld, die intrinsiek verweven is met het alledaagse leven in wijken als Delfshaven, de Schilderswijk, Kanaleneiland en de Bijlmer. Het resultaat van een constante remix van de culturen die in een postkoloniale stad samenkomen. Daarmee is the culture intrinsiek ook politiek geladen: het gaat om machtsdynamieken, en wat dat doet met creativiteit.”
Toch is daar lang weinig erkenning voor geweest vanuit de instituties, culturele instellingen en gemeentes. Nu blijkt dat the culture niet meer genegeerd kan worden, wordt de term dus opgepikt. Recent publiceerde de gemeente Almere bijvoorbeeld een vacature ‘Projectleider the culture.’
Muren
In ‘traditionele’ omgevingen, bij cultuurinstellingen en instituties, in de zakenwereld, aan universiteiten of bij de overheid, staan nog veel metaforische muren voor mensen uit the culture, vertelt Martin van Engel, adviseur diversiteit en inclusie en commissielid van Unesco Nederland. „Toen ik jong was en ging solliciteren zei iemand letterlijk: ‘Mijn opdrachtgever gaat jou niet accepteren, omdat je van kleur bent.’ Gewoon, bam – recht in mijn gezicht. Waar het in de zakenwereld vaak wat explicieter gebeurt, is het in de cultuursector meer subtiel: dan wordt je werk afgewezen, omdat het kwalitatief niet goed genoeg zou zijn of niet passend, of je wordt bevraagd op dingen waar anderen niet op bevraagd worden. Terwijl ze bedoelen: je spreekt niet dezelfde taal als wij.
„Er worden dus andere woorden gebruikt, maar het effect is hetzelfde: je komt ergens niet binnen, je krijgt geen subsidie, en je moet het zelf gaan doen. Jefferson Osei, oprichter van Daily Paper, verwoordde dat treffend in gesprekken met Unesco waar het adviesrapport uit is voortgekomen: ‘Wij zijn de noodgedwongen do-it-yourself-generatie.’ En dat levert creativiteit op, prachtige dingen, maar dat je niet door het systeem wordt geaccepteerd is gewoon oneerlijk en onjuist.”
Volgens Kathleen Ferrier is er nog altijd een dominante structuur die bepaalt wat cultuur is. „Een reactie die je vaak krijgt als je het hierover hebt met instituties en fondsen is: oké, als ‘ze’ niet voldoen aan de eisen of ze verwoorden hun aanvragen niet goed, dan zullen we ze helpen om aan de maatstaven te voldoen. Maar dat is nou precies waar het níét om gaat.”
Achter die traditionele benadering zit een bredere logica, zo analyseert Mohamud: „Instellingen willen ruimte maken voor the culture, maar doen dat vanuit een ontwikkelingshulplogica. Ze blijven zelf het subject, en the culture wordt object van beleid.” Met dit adviesrapport wil Unesco Nederland het belang van de tegenovergestelde reactie benadrukken, vertelt voorzitter Ferrier. „De netwerken en structuren in de cultuursector moeten zich aanpassen aan the culture, niet andersom. Want het is simpel: als de instituties geen aansluiting bij the culture vinden, dan zullen we de komende jaren een enorme verschraling van de cultuursector gaan zien.”
Ook skaten is een uiting van the culture. Beeld uit het rapport ‘On(ver)vangbaar: De innovatieve kracht van the culture’.
Foto Ebenezer Ackah
Uiting van the culture: fotografie. Beeld uit het rapport ‘On(ver)vangbaar: De innovatieve kracht van the culture’.
Foto Ebenezer Ackah
Hokjes
Het Cultuurfonds reserveerde na het Unesco-adviesrapport 1,5 miljoen euro, dat de komende vijf jaar in projecten uit the culture geïnvesteerd zal worden. De eerste drie ton ging naar drie pilots. Directeur Cathelijne Broers: „The culture is niet iets dat in 2023 opeens opdook – het was er al lang; hiphop bestond vorig jaar 50 jaar. Maar het werd vaak in hokjes gestopt als urban of streetart. Het werd dus wel gesignaleerd, maar eerder incidenteel, en zelden erkend als volwaardig onderdeel van de culturele infrastructuur. Het rapport van Unesco helpt enorm om die erkenning te doen groeien.”
Maar dat vraagt wel om een ander financieringssysteem, aldus Broers. „Wij financierden jarenlang bijvoorbeeld alleen stichtingen en verenigingen. Sinds begin dit jaar ook individuele cultuurmakers. Door de vaak interdisciplinaire manier van werken en niet-traditionele manieren van organiseren in communities, is het lastig om makers uit the culture dan op de juiste manier te beoordelen. Daarom zijn we als Cultuurfonds onder het mom van learning by doing pilots gestart om te kijken: wat werkt wel, wat niet, en hoe kunnen we het beter op elkaar laten aansluiten. Als the culture niet in hokjes past, wordt het tijd dat wij de hokjes aanpassen.”
Toch brengt die erkenning ook een risico met zich mee. Volgens Mohamud van The Niteshop moeten we er alert op zijn dat the culture niet wordt „gepasteuriseerd en gereduceerd tot een product om te consumeren”. Hij vreest dat als instellingen als Unesco te veel eigenaarschap nemen over the culture, de ziel ervan verdwijnt. „Die erkenning is belangrijk, maar we moeten de kennis die vanuit de culture wordt geproduceerd heel serieus nemen. Die pappen-en-nathouden-diversiteitsagenda in de bredere cultuurindustrie kennen we al. De kracht van the culture zit in z’n onafhankelijkheid en worteling in de gemeenschap, in de wijken, in de buurt. Daar moeten we voor blijven strijden. Het gaat om de vraag: hoe kunnen we op een volwassen manier ruimte maken voor the culture? We gaan zien hoe dat zich in Nederland manifesteert, in een land van polderen, een land waarin tegenstellingen en scherpe contrasten weg gepolijst worden. Of er ook onderling in the culture ruimte is voor kritiek en tough love.”
Akwasi Owusu Ansah en zijn Omroep Zwart begeven zich in de voorhoede van die strijd. „Omroep Zwart is the culture. Wij zijn niet opgegroeid in het systeem, maar zijn van buiten naar binnen gekomen. Iedereen kan het over het systeem hebben en zich daartegen afzetten, maar je moet het systeem wel kennen. Je moet weten waar het systeem op is gefundeerd, wie eraan bijdragen en wie het in stand houden. Als je weet hoe de hazen lopen kan je het systeem van de werkelijkheid onderscheiden. Dan kan de revolutie tot bloei komen. En na de revolutie komt de renaissance. Daar geloof ik heilig in.”
De politiechef van Ahmedabad had weinig hoop. Enkele uren na de vliegtuigcrash in de noordwestelijke stad in India donderdag meldde hij dat er „vermoedelijk geen overlevenden waren”. Tijdens het opstijgen was de Boeing 787 Dreamliner met 242 mensen aan boord neergestort op een gebouw waar medisch studenten op dat moment lunchten.
Maar de politiechef was te snel met zijn conclusie. Kort na zijn mededeling kwamen beelden naar buiten van een man met verwondingen in zijn gezicht in een ziekenhuisbed en zijn vliegticket, met stoelnummer 11a. Hij zat in het verongelukte vliegtuig en leefde nog. De overige 241 inzittenden, onder wie zijn broer, niet meer.
Hoe de Britse passagier uit het vliegtuig is gekomen, is nog onduidelijk. Aanvankelijk zei hij naar buiten te zijn gelopen door een gat in de romp van het vliegtuig. Maar dat zou ook wel eens ‘geslingerd’ kunnen zijn. Gezien de vuurbal die na het neerstorten ontstond, is het hoe dan ook een wonder dat hij nog leeft. Toch komt het vaker voor dat één iemand een vliegtuigongeluk overleeft. Op de lijst van ‘sole survivors’ op Wikipedia staan nu 101 voorbeelden.
Een nacht in zee
Zoals de cabinemedewerker die in 1972 de crash van vlucht JAT 367 van Stockholm naar Belgrado overleefde toen er, vermoedelijk, een bom ontplofte aan boord. Ze lag langdurig in coma en had zestien maanden revalidatie nodig om weer te leren lopen.
En de Thaise baby van nog geen veertien maanden oud die in 1997 een crash van een Toepolev overleefde vlak voor de landing in Cambodja. Aanvankelijk waren er vijf overlevenden maar vier daarvan bezweken op weg naar het ziekenhuis of in het ziekenhuis alsnog.
Als twaalfjarige overleefde Bahia Bakari als enige de crash van Yemenia 626 toen die in 2009 in de Indische Oceaan stortte. Hoewel ze geen goede zwemmer was, overleefde ze een nacht in zee door zich vast te klampen aan een brokstuk van het vliegtuig. De andere 152 passagiers, onder wie haar moeder, overleden.
Wat opvalt aan de lijst sole survivors is dat er vaak direct na de crash meer overlevenden waren, die in afwachting van hulp stierven. In één van haar verklaringen na het ongeluk zei ook Bahia Bakari stemmen van anderen gehoord te hebben in de donkere nacht.
Ook de Nederlandse Annette Herfkens die als dertiger in 1992 een vliegtuigcrash overleefde, was aanvankelijk niet de enige. Een Vietnamees vliegtuigje met 24 passagiers stortte neer in de jungle op een binnenlandse vlucht naar kustplaats Na Trangh. Herfkens wist uit het vliegtuig te komen, net als enkele anderen. In het boek Turbulentie dat ze later over haar leven schreef, vertelde ze hoe een Vietnamese passagier haar na de crash probeerde gerust te stellen. Hij was een belangrijk iemand, vertelde hij, en zou zeker gezocht worden. Toen zij acht dagen later werd gevonden, leefde hij al enige tijd niet meer. Ook haar verloofde kwam bij het ongeluk om het leven. Nadat donderdag bekend werd dat er een Britse overlevende was van de crash van het Air India toestel besloot ze alleen Britse media te woord te staan omdat ze voor hen een boodschap had: ‘Laat hem met rust’.
Haar eerste gedachte is altijd als er een overlevende is: „Oh mijn god, ze gaan achter hem aan”, vertelde ze aan het Britse iPaper. Dat moeten ze niet doen, vindt zij: „Je hebt er niet voor gekozen beroemd te zijn, je bent beroemd door ellende.” Uit ervaring weet Herfkens dat de rouw om een geliefde of familielid op dit moment alles overheerst. „Het maakt daarbij niet zoveel uit of je een vliegtuig of een auto-ongeluk overleeft.”
Een tienjarige Nederlandse jongen kreeg in 2010 geen enkele tijd om te beseffen wat er was gebeurd nadat hij als enige passagier de crash van vlucht 771 van Johannesburg in Zuid-Afrika naar Tripoli in Libië overleefde. Bij de ramp kwamen 103 passagiers om het leven, onder wie de ouders van de jongen. Hij werd al in het ziekenhuis door media gebeld en geciteerd. Zijn voogd vertelde enkele jaren later in talkshow RTL Late Night dat hij tijdens dat telefoongesprek nog zo onder invloed van pijnstillers en narcose was dat hij überhaupt niet meer wist dat het gebeurd was. Toen hij jaren later zichzelf googelde, maakten de uitspraken hem „heel verdrietig”, verklaarde de voogd.
Uitgevers en filmmakers
Het is wat alle overlevers van vliegtuigrampen meemaken: media die hen en hun familie bestoken. De Britse overlever werd door cameraploegen in zijn ziekenhuisbed gefilmd en geïnterviewd. Hoogwaardigheidsbekleders willen graag met overlevenden op de foto. Binnen een dag stond de Indiase premier Narendra Modi aan het ziekenhuisbed van de overlevende van de Air India-ramp. Bahia Bakari kreeg de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy op bezoek zodra ze naar een Frans ziekenhuis was overgebracht. Daarna komen de boekenuitgevers en de filmmakers. Een ghostwriter schreef het verhaal van Bahia Bakari voor haar op. De Overlevende werd een jaar na de ramp gepubliceerd. Maar van medewerking aan een film zag zij af, vertelde ze de Franse zender Europe1. Zo’n film zou te afschuwelijk zijn, dacht ze.
Zitplaats 11a zal de komende tijd in vliegtuigen zeker populair zijn, maar luchtvaartdeskundige Mitchell Fox zei tegen persbureau Reuters dat het „onmogelijk” is om de kans op overleving te voorspellen op basis van een zitplaats. „Elk vliegtuig is anders ingedeeld en elk ongeluk is anders.”
„Als er brand ontstaat bij een crash is vrijwel iedereen kansloos”, zegt luchtvaartdeskundige Harry Horlings. De Indiase overlever heeft heel veel geluk gehad, denkt hij. „Bij een ander ongeluk, waarbij de punt van het toestel niet omhoog had gewezen tijdens de crash, had het heel anders kunnen gaan.” Zelf kiest hij nooit een stoel uit.
Overlevenden van een vliegtuigramp „bevriezen vaak van schrik” in hun stoel, zegt Horlings. Cabinemedewerkers van de Faro-vliegramp in 1992 vertelden hem hoe ze passagiers door elkaar moesten schudden om ze in beweging te krijgen. „Zorg dat je eruit komt, over de stoelen heen.”
Lees ook
Indiaas passagiersvliegtuig stort onderweg naar Londen neer op gebouw met studenten