N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Conservatieve rechters Met honderden miljarden dollars wilde president Joe Biden een deel van de studieschuld van zo’n 43 miljoen Amerikanen kwijtschelden. De conservatieve meerderheid van het Hooggerechtshof trekt een streep door dat plan.
De conservatieve meerderheid van het Amerikaanse Hooggerechtshof blokkeert het plan van president Joe Biden om studieleningen kwijt te schulden. De rechters vinden dat Biden eerst naar het Congres moet om toestemming te vragen voor het uitvoeren van zijn plan, dat zo’n 430 miljard dollar (394 miljard euro) kost.
Biden beroept zich voor zijn plan op een wet uit 2003, die ingezet kan worden om studenten in noodsituaties bij te staan. Volgens hem was de coronapandemie zo’n noodsituatie, maar daar waren de zes conservatieve rechters het niet mee eens. De overige drie, progressieve, rechters stemden wel voor het plan. Met het kwijtschelden van de studieleningen wilde Biden een verkiezingsbelofte inlossen. Zo’n 43 miljoen Amerikanen komen ervoor in aanmerking. Tot op heden hadden al zo’n 26 miljoen Amerikanen zich ervoor ingeschreven.
Alleen mensen met lage tot modale inkomens konden beroep doen op de regeling. Zij zouden tot maximaal 20.000 dollar kwijtgescholden krijgen. De Amerikanen hebben gemiddeld een schuld van 35.574 dollar. Het is de tweede tegenslag op rij voor Biden. Een dag eerder besloot het Hooggerechtshof dat universiteiten niet meer aan positieve discriminatie mogen doen bij het toelaten van studenten op de universiteit. „Dit is geen normaal Hof”, zei Biden als reactie daarop.
Het Hooggerechtshof deelde vrijdag ook al een klap uit aan de lhbti-gemeenschap van de Verenigde Staten. Op basis van het recht van vrijheid van meningsuiting, zo oordeelden de conservatieve rechters, mogen ondernemingen weigeren diensten te verlenen aan homohuwelijken. De progressieve rechters hebben dat „een vrijbrief om te discrimineren” genoemd. De zaak was aangespannen door Lorie Smith, een webdesigner uit de regio Denver in de staat Colorado. Zij had geweigerd om websites te leveren aan stellen van hetzelfde geslacht. In een reactie zei Biden bezorgd te zijn dat de uitspraak tot meer discriminatie zal leiden.
Een bijzondere historische natuurgebeurtenis speelde zich afgelopen zaterdagmiddag 5 oktober af bij de Wassenaarse Slag, een afgelegen strandopgang bij duingebied Meijendel. Een paar honderd mannen behangen met alle mogelijke verrekijkers waren er getuige van. In een bosperceel speurden ze in het herfstzonnetje opgewonden naar een vogel met de omvang van een grijs bolletje.
Om 16.35 uur zag vogelaar Gerard Steinhaus, die na een alarmmelding in de appgroep voor zeldzame vogels halsoverkop vanuit zijn woonplaats Zeist naar deze plek was afgereisd, het beestje zitten: een roetvliegenvanger (Muscicapa sibirica). Het dertien centimeter grote zangvogeltje zat soms minutenlang stil op het uiteinde van een takje. „Niet de meest spannende vogel qua kleurstelling, maar wel verschrikkelijk zeldzaam”, zegt Steinhaus.
Het is voor het eerst dat de normaal in Siberië broedende en in Indonesië overwinterende soort in Nederland werd waargenomen. Een primeur voor het land en voor Steinhaus in het bijzonder. Hij vestigde zaterdag een record. Sinds dit weekeinde is Steinhaus de eerste Nederlander die in eigen land vijfhonderd vogelsoorten heeft waargenomen. Geen gering aantal in een land waar in totaal 541 soorten ooit werden gesignaleerd.
Steinhaus (67) werkte 43 jaar op de financiële administratie van de Vogelbescherming in Zeist. Hij geldt als een zeer ervaren twitcher. Dat is een vogelaar die gericht op zoek gaat naar bijzondere exemplaren. Via appjes houden deze soortenjagers elkaar op de hoogte van de laatste vogelbewegingen en wisselen ze coördinaten uit. Nederland telt tussen de vijfhonderd en duizend twitchers, schat Steinhaus. „Mensen die het hele jaar door alles uit hun handen laten vallen om een dwaalgast [een vogelsoort die maar zelden Nederland aandoet] te bekijken.”
Lees ook
Speuren naar vogels: ‘Ik zag hem! Die met dat gele kontje!’
De pier van IJmuiden
Het begon voor Steinhaus met de ijsvogel. Op zijn vijftiende zag hij het kleurrijke vogeltje vliegen terwijl hij naar het station van Driebergen-Zeist fietste. Het waren de jaren dat je tussen Zeist en Wijk bij Duurstede nog zomertortels en klapeksters zag. „Je ging steeds verder kijken.” In het najaar van 1975 reisde Steinhaus met twee vogelvrienden elke zaterdag met de bus naar IJmuiden om daar op de pier te spieden naar alken, Jan-van-genten of een grauwe pijlstormvogel. „Ik zag er mijn eerste zwarte zeekoet.”
In 1979 richtte Steinhaus met vrienden de Dutch Birding Association op. Doel van de stichting is het stimuleren van het bestuderen van wilde vogels. De belangrijkste activiteit is de uitgave van het tijdschrift Dutch Birding. „Eerst was het een stenciltje voor enige tientallen mensen en nu hebben we een website en een professioneel tijdschrift dat zes keer per jaar verschijnt en 1.500 abonnees telt.”
In het begin moest je altijd een zak met kwartjes bij je hebben en weten waar de telefooncellen stonden, zodat je anderen kon verwittigen
Destijds is Steinhaus zelf begonnen met het maken van ranglijsten: wie heeft waar welke vogel gezien? Dan belde hij vogelaars en stelde ook spelregels op. Categorie C-soorten, de geïntroduceerde soorten, tellen bijvoorbeeld niet mee, zoals de fazant, nijlgans of halsbandparkiet. „Je kan niet out of the blue in de top-25 verschijnen. Je moet het lang doen om veel soorten te zien. De gemiddelde leeftijd van de topvogelaars is 64 jaar.”
Twitchers zijn in overgrote meerderheid mannen. Ook in Wassenaar kwam vrijwel geen enkele vrouw speuren naar de, om onduidelijke redenen duizenden kilometers de verkeerde kant opgevlogen, roetvliegenvanger. Evenwel rukt heel langzaam de vrouwelijke vogelaar op. „De oudere, bebaarde mannen met afritsbroeken” hebben het rijk niet meer voor zich alleen, concludeerde presentator Menno Bentveld van Vroege Vogels afgelopen zondag. Het radioprogramma bracht een reportage over de VogelVrouwen, een „community” van exclusief vrouwelijke vogelaars van tussen de achttien en veertig jaar.
Vuurtorentje
Niet alleen de identiteit van de vogelaar verandert, ook de techniek. „In het begin moest je altijd een zak met kwartjes bij je hebben en weten waar de telefooncellen stonden, zodat je anderen kon verwittigen.” Veel romantiek is verdwenen, maar er zijn ook minder frustraties. Steinhaus: „Vroeger werd je gebeld: ha, er is net een bosgors gezien in de Eemshaven, bij dat kleine vuurtorentje, je weet wel. En dan kwam je na twee uur en een kwartier ter plekke en dan hoorde je: ja, tien minuten nadat we je belden, is hij weer weggevlogen.”
De mooiste vogel die Steinhaus ooit zag, is de groene bijeneter. „De vogel die ik het liefste nog zou willen tegenkomen, is het steppehoen. Een mythische soort. Een heel mooie vogel.” Hoe het de vogels in zijn algemeenheid in Nederland vergaat, vindt Steinhaus moeilijk te zeggen. Bos- en moerasvogels gaan vooruit, maar boerenlandvogels gaan achteruit. „Toen ik vijftig jaar geleden begon, was er geen zeearend te bekennen, maar toen zag je wel nog broedende ortolanen.”
Dat Steinhaus nu als eerste Nederlander vijfhonderd vogelsoorten zag, is volgens hem vooral te danken aan de tipgevers en zijn werkgever. Vogelbescherming heeft veel begrip voor de aandrang van werknemers om het ongewone te willen zien vliegen. „Als ik administrateur bij de Remia was geworden in Den Dolder en ik had dan op het werk verteld dat ik even naar Schiermonnikoog moest om een steppekievit te zien, dan zouden ze ook zeggen: ‘Ja, dikke doei. Ga maar in het weekend.’”
Lees ook
Vogels en seks: van vreemdgaan bij de vleet tot één keer per jaar zin
<dmt-util-bar article="4868580" headline="Vogelaar Gerard Steinhaus zag als eerste 500 soorten in Nederland: ‘Als twitcher laat je alles uit je handen vallen voor een dwaalgast’” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/10/08/vogelaar-gerard-steinhaus-zag-als-eerste-nederlander-vijfhonderd-soorten-in-eigen-land-als-twitcher-laat-je-alles-uit-je-handen-vallen-voor-een-dwaalgast-a4868580″>
Opnieuw maakt een poepbacterie het drinkwater in Gelderland dit jaar ondrinkbaar. Afgelopen vrijdag gaf drinkwaterbedrijf Vitens voor zeventien plaatsen in de provincie het advies kraanwater minstens drie minuten te koken voor gebruik. Dat advies geldt in ieder geval tot 14 oktober.
1 Hoe is dit gebeurd?
Vitens weet nog niet hoe het drinkwater in Apeldoorn en omgeving besmet is geraakt met Escherichia coli (E.coli). Deze bacterie wordt in de volksmond ‘de poepbacterie’ genoemd, omdat die van nature in de darmen van mensen en dieren voorkomt.
Het drinkwaterbedrijf begint dinsdag met het controleren van de binnenkant van de voorraadkelders waarin bijna drie miljoen liter water kan worden opgeslagen. Deze week worden vier van deze kelders geïnspecteerd en schoongemaakt. Maandag werd de buitenkant gecontroleerd op onder meer scheurtjes.
In mei en juni van dit jaar was het water in andere delen van Gelderland ook al ondrinkbaar. Vorige maand concludeerde Vitens dat die besmettingen werden veroorzaakt door technische mankementen en beschadigingen van zuiveringsinstallaties. Een woordvoerder van het bedrijf zei daarover tegen de Gelderlander: „Het grondwater dat Vitens voor het drinkwater oppompt, zit op behoorlijke diepte. De bodem filtert normaal veel verontreinigde stoffen uit het water. Door de technische gebreken en de hogere grondwaterstanden is het niet uitgesloten dat ook het oppervlaktewater bij het drinkwater terechtkwam.”
2 Wat zijn de praktische gevolgen?
Door de Apeldoornse vestiging van Gelre Ziekenhuizen wordt per dag ongeveer 170.000 liter water gebruikt, dus het ziekenhuis laat twee grote waterreservoirs nu continu aanvullen door ‘waterzakken’. „Een soort luchtkussens als je ze ziet liggen”, zegt een woordvoerder. Het ziekenhuis wil geen enkel risico nemen voor kwetsbare patiënten en zorgverleners en gebruikt daarom ook geen drinkwater om de patiënten te douchen. Zij kunnen zich wassen met speciale washandjes zonder water.
De zorg in het ziekenhuis blijft hetzelfde. Poliklinieken en operaties gaan gewoon door. Maar bevalbaden worden niet meer gebruikt. „Als een vrouw daarnaar uitkijkt en het kan niet, is dat een teleurstelling. Maar er is wel begrip voor”, aldus de woordvoerder. „Je wil op geen enkele manier dat een patiënt of pasgeboren baby risico loopt.”
Het ziekenhuis wil geen enkel risico nemen voor kwetsbare patiënten en zorgverleners en gebruikt ook geen drinkwater om patiënten te douchen
Ook de mbo-school Aventus in Apeldoorn liet een grote watertank met „26.000 liter drinkwater” leveren. Daarvan plaatste de school een foto op Instagram. „Voor onze studenten en docenten”, vermeldde het bijschrift.
Verzorgingstehuis Talma Borgh in Apeldoorn, met 64 bewoners in het pand en 25 in aanleunwoningen, kocht extra flessen water en kookt het in de keuken. „Het zijn wel extra uitgaven en het is extra werk. We hebben andere koffieapparaten neergezet, waar we zelf water moeten toevoegen. En we brengen water langs bij onze cliënten in de aanleunwoningen”, zegt een woordvoerder. „Je moet wel: mensen moeten voldoende drinken.”
Lees ook
4,4 miljard mensen hebben geen toegang tot veilig drinkwater
3 Waarom wordt geadviseerd om het water zo lang te koken?
De bacterie gaat dood bij zeventig graden Celsius, dus is het volgens Vitens voldoende om het water drie minuten lang te koken en niet nodig om flessen mineraalwater te kopen. Veel bewoners deden dat dit weekend wel, wat leidde tot chaos en lege schappen in de supermarkten.
De controle van de voorraadkelders moet heel nauwkeurig gebeuren, aldus Vitens. Ze zijn heel groot, waardoor de controle van de binnen- en buitenkant meerdere dagen kost. Intussen blijven specialisten monsters nemen en de drinkwaterkwaliteit testen.
4 Is de Nederlandse drinkwaterkwaliteit in het geding?
Nederland staat bekend om zijn hoge kwaliteit drinkwater. Dagelijks meten waterbedrijven bij tappunten door heel Nederland de kwaliteit. Als kookadviezen worden verstrekt, is dat meestal slechts voor een beperkt aantal huishoudens.
Maar, zei Gertjan Medema in augustus tegen NRC, naar aanleiding van vervuild drinkwater in Brabant: „drinkwater moet veilig zijn, dus enerzijds heeft het systeem gefaald”. Medema is hoofdonderzoeker microbiologie van KWR, het onderzoeksinstituut van de Nederlandse drinkwaterbedrijven. „Anderzijds is dankzij de dagelijkse controles de bacterie aangetroffen en heeft het waarschuwingssysteem dus goed gewerkt.”
Lees ook
Dreigend watertekort steeds nijpender: ‘Het is niet vanzelfsprekend dat er drinkwater uit de kraan blijft stromen’
Het moest geen politieke film worden, vertelden de makers na een succesvolle première op het Sundance festival afgelopen januari. Een roadtrip van twee oude vrienden die elkaar opnieuw leren kennen – dat was het simpele uitgangspunt van documentaire Will & Harper. Een van hen is zo beroemd dat hij zijn gezicht half grappend als ‘money maker’ aanduidt: comedian Will Ferrell begon in de jaren negentig bij tv-programma Saturday Night Live (SNL) en groeide uit tot een geliefd filmacteur, dankzij melige, ontregelende rollen in Elf (2003), Anchorman (2004) en Blades of Glory (2007). In Barbie (2023) speelde Ferrell de oenige baas van Mattel.
Steele is schrijver voor tv, en was op de burelen van SNL de eerste die zag dat het misschien best iets kon worden met de boomlange, tikkeltje vreemde Ferrell. Sindsdien zijn hun levens en carrières aan elkaar verbonden, met als voornaamste dynamiek het aan het lachen krijgen van de ander. Serieuze gesprekken waren minder aan de orde – maar nu is dat toch echt nodig, willen ze hun vriendschap op eerlijke basis kunnen voortzetten. Tijdens de pandemie stuurde Steele een e-mail waarin ze haar transitie aankondigde. Steele’s geboortenaam Andrew was nu ‘een dode naam’; Steele was een vrouw en ze heette Harper, naar schrijver Harper Lee.
Ferrell – openlijk Democraat, maar voorheen niet vies van homofobe grappen – is aanvankelijk vooral verbaasd. Waar komt dit vandaan, wat schuilt erachter? Hoelang heeft Steele naar deze beslissing toegeleefd? En hoe gaat het nu verder – gaat Steele opeens wijn drinken in plaats van bier? Moet Ferrell op zijn woorden gaan letten?
Deze en zoveel andere, voor mensen die de transitie van een dierbare van dichtbij meemaken herkenbare vragen komen op kabbelend tempo aan de orde tijdens een autoreis van zestien dagen, van New York naar Californië, waarin Steele ook de wateren test wat betreft oude liefhebberijen als het bezoeken van sportwedstrijden en ranzige bars. Kan dat veilig als trans vrouw – en dan niet alleen in New York, waar het tweetal de reis aftrapt met een vrolijk etentje met de SNL-collega’s, maar ook in staten waar in hoog tempo anti-trans-wetten worden doorgevoerd?
De film blijft ons het antwoord in zekere zin schuldig, want met een cameraploeg én de star power van Ferrell als buffer durft Steele zich – terecht – vrijer in het openbaar te bewegen dan alleen. Je zou kunnen zeggen dat de vriendelijkheid waarmee ze ook op potentieel gevaarlijke plekken wordt bejegend wordt afgedwongen door de grote clown in haar kielzog; zelfs de gouverneur van Indiana haalt stoïcijns de schouders op als Ferrell zijn vriendin introduceert bij een sportwedstrijd. Toch vindt Ferrell na afloop dat hij heeft gefaald. Glimlachend met deze oerconservatief op de foto, onbedoeld onderdeel van politiek vertoon – in plaats van de gouverneur een scherpe vraag te stellen.
Het meest wrange moment komt in Texas. In een steakhouse zet Ferrell in Sherlock Holmes-kostuum met veel bombarie het mes in een gigantisch stuk vlees, met de bedoeling het in één uur op te eten; dan is het gratis. Steele zit tegenover hem, om hen heen worden de telefoontjes getrokken, en opeens lijkt de sfeer om te slaan. Een bombardement aan trans-haat op X vormt achteraf het virtuele bewijs dat ze hier helemaal verkeerd zaten. Opnieuw is Ferrell het meest aangedaan; als vriend en beschermer van Steele schoot hij tekort.
Steele’s vroegere depressies en zelfhaat komen uitgebreid aan bod tijdens de intieme gedeelten van de reis, waarin ze echt met z’n tweeën zijn en meanderend hun gedeelde geschiedenis bijwerken. Klapstoeltjes erbij, koud bier: vertel maar. Ferrell blijft vragen stellen. Hoe ís dat nou, borsten hebben?