Twee korte stoten en een lange, de letter ‘U’ in Morse-code, zo klinkt de mistsirene van een gas- of olieplatform op de Noordzee, hard en doordringend, bedoeld om wind en golven van kilometers ver te overstemmen. En zo begint ook het filmpje waarmee Tanja EngelbertsForgotten Seas aankondigt, haar fotoproject en gelijknamige boek over de offshore-industrie op de Noordzee.
Blijf uit mijn buurt, roept de sirene, een van de naargeestigste geluiden die je op zee kunt horen, alsof een reusachtig dier sterft. In zekere zin is dat ook zo. Sinds de ontdekking van gas en olie onder het continentaal plat dat wordt omsloten door Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw, gold de Noordzee als de laatste frontier. Amerika ging naar de Maan, Europa naar de Noordzee. Met technologisch stuntwerk onder de moeilijkste omstandigheden werd de zoute wildernis ontsloten.
Maar de fossiele bonanza is ten einde, ook al is er nieuwe technologie om quasi-uitgeputte velden weer rendabel te maken, al heeft de oorlog in Oekraïne de prijzen opgepept en al kunnen platforms ook voor nieuwe doeleinden, zoals waterstofproductie of opslag van CO2, worden ingezet. Hoewel er nog zo’n 20 miljard vaten aan winbare reserves is, raakt het Noordzeebekken onafwendbaar leeg. De oudste van de 500 installaties, zoals de Brent-platforms die de Noordzee-olie haar naam gaven, worden ontmanteld.
Die wereld, meestal onzichtbaar achter de horizon en de windparken die de nieuwe offshore-boom vormen, heeft Engelberts (1987) zes jaar lang in kaart gebracht. Ze moest er een cursus overleven op zee voor volgen, voorwaarde voor iedereen die op zo’n platform aankomt, met een werk- of inspectieschip of, meestal, een helikopter.
Haar boek toont de mannenwereld van de offshore en het verdwijnende, industriële, maar bewoonde landschap – van nabij, en in vogelvlucht, de binnenkant van de rigs en hun rauwe buitenkant van buizen, kranen en fakkels afvalgas. De offshore heeft zijn eigen visuele ‘taal’. Het is een wereld die, zegt ze, „zowel ontzag als schuldgevoelens oproept”.
Voordat je de expositie in het Amsterdamse fotografiemuseum Foam betreedt, wordt in het trappenhuis de toon gezet: op de metershoge muur hangt een collage, samengesteld uit vrouwelijke ledematen, stukjes van Griekse standbeelden en gebruiksvoorwerpen als witte jerrycans. Luguber misschien, maar het heeft tegelijkertijd iets speels en vrolijks. Kunstenaar en fotograaf Viviane Sassen liet zich inspireren door de ‘exquisite corpse’-techniek, een populair spel onder surrealisten in de jaren twintig van de vorige eeuw. De eerste persoon tekent een stel onderbenen, vouwt het papier om en geeft het aan zijn buur, die de romp tekent en het papier omvouwt, waarna de volgende het hoofd erop zet.
Zo ontstaat een hybride figuur, een ‘prachtig lijk’. Een veelzeggend spel dat een metafoor lijkt voor haar hele oeuvre, waarin de kunstenaar boetseert, overschildert, knipt, plakt, samenstelt en stapelt om nieuwe beelden te maken.
Phosphor: Art&Fashion is het eerste retrospectief van de Amsterdamse Viviane Sassen (1972), waarin meer dan dertig jaar van haar internationale modefotografie en abstract werk samenkomt. Voorheen hield ze die werelden strikt gescheiden, vertelt ze in een interview: „Modefotografie schrikt de kunstwereld af; ik wilde niet dat mijn autonome werk zou worden geïnfecteerd door de mode.” Met deze tentoonstelling schudt ze die angst overtuigend van zich af. Als je het ‘exquisite corpse’ uitvouwt, blijken de ogenschijnlijk willekeurige onderdelen bij elkaar een wonderlijk geheel te vormen.
Lees ook
‘Dat ik ‘vrouwenkunst’ zou maken kan me niet boeien’
In de eerste zaal loop je recht af op een hypnotiserend rood plexiglas vlak in een desolate Namibische woestijn, een beeld uit de serie Umbra (2014). Leegte, dood, verbinding en seksualiteit zijn enkele van de thema’s waar Sassen als kunstenaar door geïntrigeerd is. Dat is ook te zien in de foto Small Grave (2007); daar staan de handafdrukken nog op het graf van aarde, waarop bloemen van crêpepapier zijn. Verbinding wordt gezocht in een foto van twee jongemannen die door felle belichting oplichten in het duister, met een groot bananenblad tussen hen in.
Sassen begon haar carrière als model voor onder anderen Viktor & Rolf, maar was al snel meer geïntrigeerd door het werk achter de camera. De expositie toont – naast vele aantekeningen en voorbereidende schetsen – ook haar vroege serie zelfportretten uit het begin van de jaren negentig, waarin ze zelf haar lichaam vastlegde, als weerwoord op de dominante ‘mannelijke blik’ in de modewereld.
Haar rauwe, vroege werk is beïnvloed door fotografen als Nan Goldin, die haar eigen vriendenkring fotografeerde. Ook Sassen begon met het portretteren van haar vrienden. Maar waar tijdgenoten vooral niet geënsceneerde momenten fotografeerden, begon Sassen haar vrienden al snel als standbeelden in specifieke posities te kneden. Door ledematen in gekke poses vast te leggen, lijken het net hoeven.
Met haar visuele taal vol surrealistische poses weet Sassen met een enkel beeld een sfeer, gevoel of verhaal op te roepen
Duister en licht wisselen elkaar af in haar werk, zoals ook te zien in de serie Flamboya (2004-2008). De gezichten van haar veelal zwarte modellen gaan soms bijna geheel schuil achter schaduwen van bomen of bloemen. Daar kreeg ze ook kritiek op: omdat je hun gezichten bijna niet ziet, zou ze de geportretteerden reduceren tot hun huidskleur. Tegelijkertijd getuigen juist de foto’s uit die serie van enorme kwaliteit. Haar wereldberoemde werk D.N.A. (2007) is er onderdeel van. Een rijzige vissersman staat aan het strand met zijn zoon in haast onmogelijke houding om zijn hoofd heen gevouwen. Sassen woonde vanaf haar tweede tot haar vijfde levensjaar in Kenia en keerde er later meermaals terug. Toch voelt ze zich er ook altijd ongemakkelijk, een buitenstaander.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Blue Alchemy, uit de serie ‘Modern Alchemy’, ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Blue Alchemy, uit de serie ‘Modern Alchemy’, ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/04171548/data122435574-61a5c7.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-16.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-14.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-15.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-16.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-17.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/TrNrW0PI_bJfByS7jxaPUzLUTFI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/04171548/data122435574-61a5c7.jpg 1920w”>Blue Alchemy, uit de serie ‘Modern Alchemy’,
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Ka’amed and Monykuoch for Botter, 2022 ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Ka’amed and Monykuoch for Botter, 2022 ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/04171600/data122435510-5d52dd.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-haar-overzichtstentoonstelling-toont-fotograaf-viviane-sassen-hoe-kunst-en-mode-moeiteloos-samengaan-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/fKP9UgpJJZ0EjWWenvyuGVvkpnU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/04171600/data122435510-5d52dd.jpg 1920w”>Ka’amed and Monykuoch for Botter, 2022
Foto’s: Foto Viviane Sassen / Stevenson
Sassen fotografeerde in opdracht van modehuizen als Dior en Louis Vuitton, wat haar in staat stelde om daarnaast autonoom werk te maken. Die commerciële opdrachten ademen niets plichtmatigs, ook daarin is haar kleurige speelsheid terug te zien. Neem de foto voor Dior uit 2019, waarin een groot zwart paardenhoofd pontificaal voor het hoofd van het model in het frame opduikt. Niet alleen trekt dat paardenhoofd de aandacht, met het onttrekken van het menselijke gezicht aan onze blik wordt je aandacht naar het matzwarte korset en de zadeltas verlegd.
Slechts één zaal is gewijd aan Sassens modefotografie, een pijpenla waar over de hele breedte foto’s in een slideshow voorbijglijden. Een strakke beat klinkt uit de speakers. Er loopt een smalle bank over de hele lengte van de ruimte, en wie gaat zitten voelt zich waarschijnlijk net zo opgewonden als wanneer je voor het eerst front row zou plaatsnemen bij een modeshow. De projecties met modellen komen net als op de catwalk aan je voorbij, worden met een spiegel verdubbeld en uitgesmeerd over het plafond en de vloer.
Van de manier waarop de installatie Totem (2014) is tentoongesteld, zou je willen dat je de oorspronkelijke installatie (die te zien was in het Museum of Contemporary Photography in Chicago) had kunnen zien: een 360-graden-ervaring van de Umbra-serie, waarbij bezoekers door de lichtprojecties konden wandelen om zich er volledig in te laten onderdompelen. Het is jammer dat die hier op klein formaat als 2D-videoprojectie aan je voorbijglijdt.
Het monumentale videowerk Venus and Mercury (2020) krijgt wél de ruimte die het verdient. Van vloer tot plafond en over de hele breedte van de zaal wordt het werk afgespeeld, dat Sassen maakte tijdens een residentie in het Paleis van Versailles. Verleden, heden en fictie vermengen zich in dit videowerk, waarin foto’s van standbeelden worden afgewisseld met portretten van jonge vrouwen die in de buurt van het paleis opgroeiden. Sassen vroeg schrijver en theatermaker Marjolijn van Heemstra om paleisverhalen op te tekenen over de roddels in het paleis, die actrice Tilda Swinton met onderkoelde stem voordraagt.
Met haar visuele taal vol surrealistische poses weet Sassen met een enkel beeld een sfeer, gevoel of verhaal op te roepen. Zelfs als je denkt dat je haar werk kent, blijkt in deze overzichtstentoonstelling dat er zich nog een randje papier omvouwt dat een nieuw stukje ‘exquisite corps’ onthult. De tentoonstelling bevestigt Sassens status als kunstenaar en modefotograaf van wereldformaat. Tegelijkertijd leest haar oeuvre als een pleidooi om het vermeende onderscheid tussen kunst en mode achter ons te laten.
Lees ook
De collages van Viviane Sassen zijn zomers, sensueel en vaak ronduit broeierig
Het afgelopen jaar werkte de Palestijnse fotograaf Bashar Taleb (35) vrijwel onafgebroken in Gaza. Hij werkte voor onder meer NRC en het Franse persbureau AFP. Voor NRC maakte Taleb een selectie van de foto’s die hij het afgelopen jaar maakte.
Kort na het begin van de Israëlische invasie in Gaza vorig jaar oktober verbleef Taleb met een groep collega’s in de buurt van het al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad, zijn woonplaats. „Veel journalisten bleven dicht bij het ziekenhuis vanwege de elektriciteit en het internet,” vertelt hij aan de telefoon vanuit Khan Younis.
Begin november, toen hij aan het werk was voor AFP, fotografeerde Taleb in de buurt van het ziekenhuis een ontploffende Israëlische granaat. Uit een witte rookwolk kruipen lange rookslierten naar beneden, en verdwijnen achter de huizen. Het is het zeer omstreden witte fosfor, zo bevestigt later onderzoek van NRC, met gebruikmaking van Talebs foto.
Rond de eerste Israëlische belegering van het al-Shifa-ziekenhuis, half november vorig jaar, vluchtte Taleb richting het zuiden en stopte tijdelijk met fotograferen. „Echt alles in de stad was een doelwit geworden”, zei hij destijds tegen NRC. „Het was onvoorstelbaar gevaarlijk. We konden ons werk niet meer doen.” Noodgedwongen trok hij naar Rafah in het zuiden, en toen ook daar het Israëlische leger binnenviel naar Deir al-Balah, in de centrale Gazastrook. Vandaaruit maakte hij foto’s en video’s van de honderdduizenden ontheemden die na het begin van de inval in Rafah afgelopen mei richting de centrale Gazastrook vluchtten.
De gedwongen ontheemding die Taleb fotografeerde, is ook het verhaal van hemzelf: zeker vier keer moest hij vluchten. „Dat is nog weinig”, zegt hij. „Veel mensen in Gaza zijn tien keer gevlucht.” Hij staat in lange rijen voor voedseldistributie, ziet reddingswerkers die lichamen onder het puin proberen te halen na een Israëlische luchtaanval, of die een collega moeten begraven. Steeds blijft hij, net als veel van zijn collega’s, in de buurt van ziekenhuizen voor de elektriciteit, en ziet de doden en gewonden die daar worden binnengebracht. Door een luchtaanval op een tent vlak bij de tent waarin hij zelf verbleef, in Deir al-Balah, verloor hij een deel van zijn archief op een harde schijf.
Taleb groeide op in Gaza-Stad, waar hij journalistiek en public relations studeerde aan de – inmiddels platgebombardeerde – al-Azhar-universiteit. Tijdens zijn studie, op zijn achttiende, begon hij met fotograferen. In eerste instantie voor vrienden van de universiteit, daarna voor ngo’s en lokale en internationale media. Ook tijdens eerdere Gaza-oorlogen werkte hij als fotograaf.
Foto’s Bashar Taleb
Een deel van zijn familie is gevlucht naar Zuweida, dicht bij Deir al-Balah, waar hij momenteel ieder weekend vanuit Khan Younis naartoe gaat. Alle verplaatsingen – voor zijn werk, om zijn familie te zien – zijn gevaarlijk. „Ik voel me ook verantwoordelijk voor de mensen met wie ik reis, zoals de bestuurder van de auto”, zegt hij. „In Gaza weet je nooit of je veilig bent. Er kan ieder moment een luchtaanval zijn.” Zijn werk gaat gepaard met angst en uitputting, en hij vraagt zich constant af hoe het met zijn familie is. Vooral in de eerste maanden van de oorlog kon hij zijn familie nauwelijks bereiken omdat elektriciteit en mobiele netwerken langdurig waren afgesloten. „Mijn moeder heeft me vaak gezegd om te stoppen met dit werk, omdat er zoveel journalisten worden gedood”, zegt Taleb. Het afgelopen jaar verloor hij vrienden en collega’s.
Lees ook
Zij kunnen de catastrofe niet meer laten zien: dit zijn de 103 gedode journalisten in Gaza
Van Talebs collega’s Nidal al-Waheidi en Haitham Abdelwahid is niks meer vernomen sinds ze op 7 oktober, de dag van de aanval van Hamas op Israël, werden opgepakt door het Israëlische leger. Een collega met wie hij een tijd in het noorden verbleef en eten en een slaapplek deelde, cameraman Rami al-Rifi, werd afgelopen 31 juli samen met Al Jazeera-journalist Ismail al-Ghoul gedood door een doelgerichte Israëlische luchtaanval op hun auto. Ze droegen persvesten en hadden op hun auto gemarkeerd dat zij media waren.
Inmiddels verblijft Taleb met collega-journalisten in een tent in Khan Younis. „Overdag is iedereen aan het werk. ’s Avonds proberen we elkaar op te vrolijken, en vechten we om wie zijn telefoon het eerst mag opladen.” In Khan Younis is het, na de zware belegering en vernietiging van de stad eerder dit jaar, relatief rustiger, zegt hij. „Het afgelopen jaar was vol verdriet, angst, en onzekerheid. Het leven als vluchteling is het zwaarst. Hopelijk kan ik ooit terug naar huis, in het noorden.” Hij blijft fotograferen, „zodat de wereld weet wat er in Gaza gebeurt”.
‘Vroeger, als student, ging ik wel naar festivals. Maar het was me te massaal, het geluid was vaak niet goed, en dan in die verschrikkelijke hitte in een tentje met al die herrie om je heen. Het was afzien, maar daar ging het blijkbaar om. Ik heb dat nooit goed begrepen.” Eddo Hartmann (50) was geen voor de hand liggende keuze om Nederlandse festivals te fotograferen voor Document Nederland, de jaarlijkse fotografie-opdracht van het Amsterdamse Rijksmuseum. Omdat hij in eerder werk zijn lens op heel andere onderwerpen richtte. Hij maakte series over onder andere een steppegebied in Kazachstan dat ernstig vervuild is door kernproeven (The Sacrifice Zone, 2024), de Noord-Koreaanse hoofdstad Pyongyang (Setting the Stage: North Korea, 2017), en het persoonlijke, aangrijpende Hier woont mijn huis (2012), over het chaotische huis van zijn gewelddadige vader, waaruit Hartmann samen met zijn moeder en zijn broer vluchtte toen hij 14 was.
„Festivals vind ik als fenomeen wel heel interessant”, zegt Hartmann. „De enorme schaal ervan, en hoe ons landschap er dankzij onze handelsgeest zo makkelijk aan opgeofferd wordt. De illusie van een rauwe underground-ervaring met edgy muziek, terwijl het vaak juist allemaal heel mainstream en commercieel is. Festivals worden steeds luxer, en duurder, met soms zelfs een McDonald’s en een HEMA, een glamping met tenten met een goed bed en een koelkast, en overal plastic tegels zodat je witte gympen niet vies worden. En daar wordt dan weer door sommige mensen over geklaagd, het zou geen recht doen aan ‘het oude festivalgevoel’. Die vinden dat iets pas een goed festival is geweest als je onder de modder en totaal kapot naar huis gaat. Heel boeiend allemaal.”
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Fabienne en Frederique, Dance4Liberation, Wijthmenerplas, Zwolle, 5 mei 2024″ data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Fabienne en Frederique, Dance4Liberation, Wijthmenerplas, Zwolle, 5 mei 2024″ data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/eddo-hartmann-fotografeerde-festivalgangers-die-een-paar-seconden-uit-de-gekte-stapten.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/23160238/data121993542-4ac540.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/eddo-hartmann-fotografeerde-festivalgangers-die-een-paar-seconden-uit-de-gekte-stapten-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/eddo-hartmann-fotografeerde-festivalgangers-die-een-paar-seconden-uit-de-gekte-stapten-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/eddo-hartmann-fotografeerde-festivalgangers-die-een-paar-seconden-uit-de-gekte-stapten-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/eddo-hartmann-fotografeerde-festivalgangers-die-een-paar-seconden-uit-de-gekte-stapten-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/eddo-hartmann-fotografeerde-festivalgangers-die-een-paar-seconden-uit-de-gekte-stapten-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/dkuoP2R6WK6enTPZNOlufzeaqm0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/23160238/data121993542-4ac540.jpg 1920w”>Fabienne en Frederique, Dance4Liberation, Wijthmenerplas, Zwolle, 5 mei 2024Foto Eddo Hartmann
Hartmann benadert de festivals niet anders dan hoe hij in zijn eerdere projecten te werk ging. Hij gaat niet op in de massa. Als een buitenstaander observeert hij en verwondert zich. En net als in Noord-Korea richt hij zijn lens vooral op de artificiële architectuur die hij aantrof: de enorme, larger than life-beelden van hardstylefestival Defqon.I, de vrolijke aankleding van Milkshake, een verlaten tafereel met panini-stand, een tent, bouwwerken, dranghekken bij Paaspop – op de tentoonstelling in het Rijksmuseum is een selectie te zien van foto’s van zeventien festivals.
„Er zijn jaarlijks meer dan duizend festivals in Nederland. Ik richt me op de grote, bekende muziekevenementen in de buitenlucht. Ik had natuurlijk ook een andere keuze kunnen maken, niche-evenementen zoals een blokfluitfestival of iets kleins met theater. Maar binnen het tijdsbestek van een jaar waarin ik aan deze opdracht kon werken, besloot ik voor de iconische namen te gaan.”
Net als in de serie die hij eerder maakte in Pyongyang, vraagt Hartmann zich ook af: hoe beweegt het individu zich in een omgeving die voor het collectief is gemaakt? Door het gebruik van extreem lange sluitertijden lijkt de menigte opgenomen te worden in de omgeving, terwijl die ene festivalganger die wat verloren rondhangt of juist opgaat in het geheel, flink wordt ingeflitst. „Het individu te midden van de massa, dat vind ik interessant. Er kwamen voortdurend groepjes voor mijn camera hangen, bier in de hand, over elkaar heen hangend en uitbundig joelend. Dat zijn de beelden die we overal op sociale media voorbij zien komen. Ik probeer juist dat moment te pakken dat iemand even in z’n eentje uit die collectiviteit stapt. Dat kan iemand zijn die compleet in z’n element is in de drukte of iemand die juist even een moment van rust pakt.”
„Het is niet dat ik daar als een alien rondloop hoor. Ik ben gewoon oprecht nieuwsgierig naar wat ik zie. Er is veel te doen over festivals; hoe duur en mainstream ze zijn geworden, het drugsgebruik, de mallemolen aan artiesten die op elk festival te zien zijn. Maar ik wil met mijn werk niet zozeer kritiek leveren. Ik heb er niet echt een mening over. Zie me als een toerist met een goed alibi.”