N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Timemanagement Efficiënt en productief worden: Ellen de Bruin wil dat nog steeds. Maar een nieuw boek en een webinar leren haar dat ze dat beter kan vergeten.
‘In het weekend?” vraagt de vriendin met wie ik net geluncht heb verbaasd als ik zeg dat ik weg moet voor een webinar timemanagement via Zoom. Ja, in het weekend. Het wordt opgenomen, dus ik zou ook later kunnen kijken, tijdens normale werkuren bijvoorbeeld, maar dan heb ik al andere dingen gepland staan, die ook af moeten. Mensen zeggen vaak dat ze aan het eind van hun geld een stuk maand overhouden; ik hou aan het eind van mijn werkweek meestal een stuk werk over.
Dat maakt me extra geïnteresseerd in technieken die beloven dat dat niet nodig is, dat ze me een productief en efficiënt persoon gaan maken. Technieken die tijd kosten en meestal teleurstellen. „Hoofdletter-P Productiviteit is een internetobsessie”, schreef Freddie DeBoer laatst in zijn nieuwsbrief. DeBoer is een Amerikaanse publicist die zich graag kwaad maakt over maatschappelijke onderwerpen, woede waar ik de energie meestal niet voor kan opbrengen maar waar ik wel met genoegen over lees. Hij vroeg zich af of mensen die zo veel productiviteitstips lazen, daar nou netto meer tijd mee bespaarden dan dat ze besteedden aan het lezen over productiviteit.
Burkeman omschrijft zichzelf als een voormalig productiviteitsverslaafde die heeft ingezien dat je nooit alles af kunt krijgen wat je wilt
Au. Ik had toen net het eind vorig jaar verschenen boek Tijd tekort Tijd genoeg van Margriet Sitskoorn gelezen én ik had me ingeschreven voor dat weekendwebinar. Interessante combinatie, want het was een webinar van de Britse productiviteitsgoeroe Oliver Burkeman, schrijver van onder meer het mooie boek 4000 weeks (4000 weken, 2021), over onze beperkte tijd op aarde (vierduizend weken is ongeveer de duur van een gemiddeld westers mensenleven). En zowel Sitskoorn als Burkeman benadrukt dat je niet alleen dingen gedaan moet krijgen, maar dat je vooral ook dingen níét moet doen.
Burkeman omschrijft zichzelf als een voormalig productiviteitsverslaafde die heeft ingezien dat je nooit alles af kunt krijgen wat je wilt. En Sitskoorn was oorspronkelijk gevraagd een boek te schrijven rond het idee van een ‘to don’t-lijst’, schrijft ze, maar zag zelf meer in een boek over omgaan met tijd in het algemeen.
Met de zes P’s naar de zes G’s
Hoe dan ook, ik aan de slag, to don’t of niet to don’t. „Ontrafel je strijd met de tijd en leer om tijd genoeg te hebben”, belooft Sitskoorn in haar ondertitel, en dat is wat ik wil. Het is bij haar wel nogal een klus. Ze somt „de zes P’s van jouw tijd” op (zes Engelse termen die met een p beginnen en met tijd te maken hebben, zoals pressure, perfect day en pacing) en vertelt hoe je haar ideeën daarover zou kunnen gebruiken om naar „de zes G’s” te komen. Die zes G’s vormen samen haar definitie van succes: geluk, gezondheid, geld, gezin/vrienden, geëngageerd zijn en geslaagd zijn (doelen bereiken, maar dat begint niet met een G).
Hier wilde ik het liefst afhaken, want als ik zes dingen moet doen of nastreven die allemaal kunstmatig met dezelfde letter beginnen, is dat voor mij een recept om ’s nachts wakker te liggen en te denken ‘wat waren de vierde, vijfde en zesde ook weer’.
Wel sprak het onderscheid tussen kloktijd en gebeurtenistijd me aan dat Sitskoorn in het begin van het boek beschrijft. „Bij gebeurtenistijd”, schrijft ze, „bepaalt de klok niet wanneer je iets doet en hoe lang je daarover doet, maar ga je van de ene naar de andere taak of gebeurtenis als je het idee hebt dat de taak of gebeurtenis voltooid of voldoende beleefd is.” Mensen die zo leven lijken minder tijdgebrek te ervaren en meer te genieten van wat ze doen dan clocktimers.
Het onderscheid tussen kloktijd en gebeurtenistijd sprak me aan
Jammer dat Sitskoorn in dat hoofdstuk verwijst naar een wetenschappelijk artikel over kloktijd en gebeurtenistijd waar niet in staat wat ze zegt dat erin staat, maar het goede artikel staat wel in de literatuurlijst achterin. Dat zocht ik er natuurlijk bij; je wilt een goede time manager worden of je wilt het niet. Bovendien: alles om niet aan mijn echte werk te hoeven beginnen.
Uit het artikel concludeerde ik trouwens vooral dat het onderzoek naar kloktijd en gebeurtenistijd nog erg in de kinderschoenen staat; ik zou er geen concrete gedragsadviezen op durven baseren. Maar het is interessant om te lezen dat die twee manieren bestaan en dat je je als klok- en agendaverslaafde westerse deadlineknecht af en toe ook kunt laten leiden door intern ervaren tijd.
Dan die zes P’s. Bij de eerste P, poverty (tijdsarmoede), suggereert Sitskoorn dat je de drie hoogste prioriteiten (dat is dan weer niet een van die P’s) in je leven opschrijft. Braaf noteerde ik: mijn man, mijn kat en ikzelf. Daarna dacht ik: „En nu?”
De strijd opgeven
Het was toevallig exact wat ik ook dacht bij de testjes in het hoofdstuk over perspective (tijdsperspectief). Ik bleek negatiever dan ideaal over heden en verleden na te denken en te veel over de toekomst. En dan? Nou, dan zou ik een speciale time perspective therapy kunnen volgen, schrijft Sitskoorn. Dat blijkt een therapie voor post-traumatische stress te zijn; dat lijkt me nou ook weer niet nodig. Ook potsierlijk vond ik een tip in het laatste hoofdstuk (een hoofdstuk met extra adviezen zonder P’s): vergroot je (gevoel van) macht zodat je meer controle over je tijd ervaart. Hóé dan?
Dit is geen boek voor mij, bedacht ik. Maar een paar dagen later bleek ik wel (tel nog even mee) de zesde P te hebben onthouden: precrastination, niet te verwarren met procrastinatie (uitstelgedrag). Precrastinatie is „het vrijwel automatisch of dwangmatig direct uitvoeren van taken”. Je doet snel nog even dit, nog even dat, omdat het nu eenmaal allemaal lijkt te moeten gebeuren, maar dat kost wel energie en aan grote, belangrijker dingen kom je dan niet toe. Ja, verdomd, ik doe dat. En ik wil dat niet. Ik wil mijn tijd op orde krijgen.
En daar zit dus de fout, volgens Oliver Burkeman. Zijn webinar, The Art of Imperfect Action, ging niet alleen over „focus vinden, vooruitgang boeken met wat er echt toe doet”, maar ook, misschien wel vooral, over „het opgeven van de strijd tegen de tijd”. Want er komt nooit een moment dat je to-dolijst afgehandeld is, dat je je leven helemaal op orde hebt, dat de weg vrij is en het écht goed uitkomt om dat ene grote creatieve project te doen dat zoveel voor je betekent. In het licht van de eeuwigheid doet dat project er trouwens totaal niet toe, denk daar ook maar eens aan.
Zo prikte Burkeman opgewekt allerlei mooie illusies door van zijn deelnemers, met dezelfde glashelderheid die ik al kende van zijn nieuwsbrief over productiviteit. De term ‘onzekere strebers’ (insecure overachievers) viel. Daar rekent hij zichzelf trouwens ook toe: „Mensen geven advies over dingen waar ze mee worstelen”, zei hij, „niet over dingen die ze altijd heel makkelijk hebben gevonden.”
Hij gaf ook denkoefeningen: wat als je nooit verandert, als je altijd zo blijft omgaan met tijd als je nu doet? Is dat erg? Of lucht die gedachte op omdat je de strijd dan kunt opgeven? En wat concrete tips, zoals: doe een nieuwe ‘dagelijkse’ gewoonte niet dagelijks, maar daily-ish, ongevéér dagelijks, dan word je niet zo boos op jezelf als je een keer een dag overslaat.
Dat genieten moet nu. Je kunt ook genieten terwijl iets moeilijk is. Je hebt sowieso alleen nu
Maar Burkemans belangrijkste boodschap, voor mij althans, zat een abstractieniveau hoger. Mensen zijn geneigd plezier uit te stellen, zegt hij; genieten komt later wel. Maar net zoals de tijd voor dat grote project er nooit komt, komt ook de tijd om louter te genieten nooit. Dat genieten moet nu. Je kunt ook genieten terwijl iets moeilijk is. Je hebt sowieso alleen nu.
Gewoon doen wat je moet doen
En over timemanagement ga ik onthouden (en, zodra ik tijd heb, op een tegeltje schilderen): het probleem is niet dat je geen goed timemanagementsysteem hebt, maar dat je dénkt dat er een systeem bestaat dat al je problemen oplost.
Het is bijna altijd beter om te doen wat je moet doen, schreef Freddie DeBoer al in zijn nieuwsbrief, dan om eerst nieuwe productiviteitstips te zoeken. Hij noemde dat zoeken „een excuus om de taak die je niet wilt doen te vermijden, terwijl je jezelf ervan overtuigt dat je echt iets productiefs doet.”
Moest ik daarbij denken aan mensen op Instagram die ik vaak hun papieren agenda’s op de prachtigste manier zie vol kalligraferen, met speciale lettertypes, dure stiftjes en heel veel stickers, terwijl het enige wat ze dan op een dag gedaan hebben is „witte was, warme chocomel, Instagrampost”? Zeker moest ik daaraan denken. En heb ik daar, na Burkemans webinar, nog een oordeel over? Waar misschien een beetje in besloten zit: ‘haha, ik doe echt véél meer op een dag’?
Nee. Dat kan niet meer. Want ik begrijp nu: die mensen genieten van wat ze doen.