Over ruim een jaar zullen de Verenigde Staten zich zeer waarschijnlijk voegen bij het illustere gezelschap van Iran, Libië en Jemen. Dat zijn de enige drie landen in de wereld die het klimaatakkoord van Parijs (2015) niet hebben geratificeerd. Net als in zijn vorige ambtstermijn heeft Donald Trump aangekondigd dat hij de Verenigde Staten zo snel mogelijk wil terugtrekken uit het akkoord, dat volgens hem zeer onrechtvaardig uitpakt voor zijn land.
In het Parijsakkoord was vastgelegd – mede uit vrees voor een Amerikaanse president à la Trump – dat landen er de eerste drie jaar na inwerkingtreding niet uit mochten stappen. Na de formele aankondiging duurt het een jaar voordat zo’n stap officieel bezegeld is. Daardoor bleef het effect van Trumps terugtrekking de vorige keer beperkt. Toen Joe Biden in 2021 Trump opvolgde, konden de VS na tweeënhalve maand afwezigheid weer probleemloos aanschuiven aan de onderhandelingstafel.
Of de VS zomaar uit het juridisch bindende klimaatverdrag uit 1992 kunnen stappen, is de vraag
Deze keer kan dat een stuk lastiger worden. De drie jaar wachttijd geldt niet meer nu het akkoord al bijna tien jaar oud is. Als Trump snel handelt, zullen de VS jarenlang aan de zijlijn staan bij de mondiale klimaatonderhandelingen. Die afzijdigheid kan nog worden versterkt als Trump ook het klimaatverdrag uit 1992, dat de basis vormt voor alle internationale klimaatafspraken sindsdien, opzegt. Daarvoor wordt onder andere gepleit in Project 2025, het document van een conservatieve Amerikaanse denktank dat mogelijk als blauwdruk gaat dienen voor Trumps tweede termijn.
Of de Amerikaanse president zomaar uit het juridisch bindende klimaatverdrag kan stappen, is de vraag. Juristen zijn het daar niet over eens. Het is een internationaal verdrag dat destijds met steun van het Congres is aangenomen, in tegenstelling tot het Parijsakkoord, dat niet diezelfde status heeft en door president Barack Obama in 2015 kon worden geratificeerd zonder tussenkomst van het Congres.
Volgens Dan Bodansky, hoogleraar internationaal recht aan de Arizona State University, heeft een president de bevoegdheid om verdragen op te zeggen. „De algemene consensus is dat de president in de praktijk de Verenigde Staten kan terugtrekken uit verdragen waar de Senaat advies over heeft gegeven en mee heeft ingestemd”, zei hij tegen de website Climate Home. Zijn collega Harold Koh van de Yale Law School betwijfelt dat. En mocht Trump het klimaatverdrag toch proberen op te zeggen, zullen tegenstanders volgens Koh naar de rechter stappen, waarmee ze het besluit gemakkelijk een paar jaar kunnen vertragen.
Lees ook
Trump krijgt veel ruimte om zijn macht te vergroten en tegenstanders te vervolgen
Onmogelijke opgave
Zeker is wel dat een terugkeer in het klimaatverdrag voor een volgende president een bijna onmogelijke opgave zou worden. Daarvoor ontbreekt in de Senaat een meerderheid die groot genoeg is – precies de reden waarom de auteurs van het conservatieve Project 2025 ervoor pleiten. Zonder dit raamverdrag is ook deelname aan Parijs niet mogelijk. Het zou de VS voor lange tijd buitenspel zetten in de onderhandelingen.
Toch zien veel experts deze juridische schermutselingen als een achterhoedegevecht. Daarbij wijzen ze op de vorige ambtstermijn van Trump. Toen beloofde hij tijdens de verkiezingscampagne dat hij de kolenindustrie een nieuwe impuls zou geven. Het tegendeel gebeurde: in de vier jaar van zijn presidentschap werden volgens The New York Times 75 kolencentrales gesloten en gingen 13.000 banen in de sector verloren. De wetten van de economie bleken sterker dan de wensen van de president. Energie uit onder meer zon en wind waren intussen veel goedkoper dan elektriciteit van kolencentrales.
Daar komt nog bij dat het niet zeker is of Trump het aandurft de Inflation Reduction Act, een pakket met wetgeving voor het vergroenen van de economie, helemaal ongedaan te maken. Het zijn veelal Republikeinse staten die profiteren van de federale subsidies op duurzame energie en infrastructurele maatregelen die het land minder kwetsbaar maken voor klimaatverandering.
Toch bestaat bij veel experts de vrees dat onder Trump de snelheid van de emissiereducties in de VS fors zal dalen. Carbon Brief, een Britse non-gouvernementele organisatie voor klimaatbeleid, becijferde dat de uitstoot van broeikasgassen in de VS tot 2030 wel eens zo’n vier gigaton hoger zou kunnen uitpakken dan wanneer de Democratische kandidaat Kamala Harris de verkiezingen had gewonnen. Dat is net zoveel als de Europese Unie en Japan samen jaarlijks uitstoten. Het zou alle besparingen die de afgelopen vijf jaar wereldwijd zijn bereikt door de groei van energie uit zon, wind en andere schone bronnen maar liefst twee keer teniet doen.
Lees ook
Hoe de Amerikaanse energietransitie zich verder zal ontwikkelen hangt af van de presidentsverkiezingen
Bidens belofte
Om bij te dragen aan het klimaatdoel van Parijs (een opwarming van minder dan 2 graden Celsius, en liefst minder dan 1,5 graden aan het einde van de eeuw) beloofde president Biden de uitstoot van broeikasgassen in 2030 te halveren ten opzichte van 2005. Trump zal die belofte niet waarmaken, verwacht Carbon Brief. De emissies zullen ook onder Trump blijven dalen, maar met niet meer dan ongeveer 28 procent.
Dat heeft ook gevolgen voor het Parijsakkoord. Het mondiale doel om tegen het midden van de eeuw de CO2-uitstoot naar netto-nul terug te brengen, dreigt nog onhaalbaarder te worden dan het toch al was. Niemand is in staat de rol van de grootste economie van de wereld en na China de grootste klimaatvervuiler over te nemen. Dat zal blijken in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe, waar maandag de jaarlijkse klimaattop begint. En waar de rest van de wereld te maken krijgt met een vleugellamme Amerikaanse delegatie.