N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP In het ‘Kamp Van Koningsbrugge’ worden ‘gewone burgers’ fysiek en mentaal op de proef gesteld door commando’s, in ‘Extra handen’ worden ‘gewone burgers’ op de proef gesteld als verzorgende-in-opleiding in de ouderenzorg. Als je zou mogen kiezen?
Vijftien ‘gewone’ burgers beleven het avontuur van hun leven. Fysiek zullen ze tot het uiterste worden gedreven en mentaal op de proef gesteld. Er zal hen worden bijgebracht wat hard werken is. „Wie haalt het einde.” Ik citeer even lukraak wat voice-overzinnetjes uit Kamp Van Koningsbrugge. We waren donderdagavond toe aan aflevering 7, en er zijn nog zes mensen over die zich vrijwillig in het pikkedonker een grot door laten jagen door twee commando’s.
Vier ‘gewone’ burgers werden, ook op donderdagavond, klaargestoomd als verzorgende in de ouderenzorg. In de documentaire Extra handen van Joost van der Wiel werd voor de kijkers van Omroep MAX een nogal nijpend probleem behandeld. Wie gaat er straks voor hen zorgen als ze nog ouder zijn? Er wordt wel personeel opgeleid, zegt de voice-over, maar de helft valt binnen twee jaar af. Gek zeg, hoe zou dat nou komen? Ik kan wel een paar antwoorden bedenken, maar daar gaat nu niet om.
Extra handen gaat over de groep „potentiële zorgmedewerkers die we over het hoofd zien”. De mensen – lees: vrouwen – die jarenlang voor hun ouders, kinderen of allebei hebben gezorgd. Ze hebben niet de papieren, maar wel de ervaring. In Rotterdam worden uitkeringsgerechtigden omgeschoold tot zorgmedewerkers. De eerste zes maanden zijn een soort toelatingstest: één dag school, twee dagen stage en na afloop wordt bekeken welke opleiding de kandidaat kan doen. mbo2 tot helpende, mbo3 tot verzorgende. Iman (43), Linda (53), Marco (56) en Bibiche (38) worden een half jaar gevolgd.
Ik wil het werk op een psychogeriatische afdeling natuurlijk ab-so-luut niet vergelijken met een commandotraining, maar als je moest kiezen, sjouw je dan liever met vier man sterk een pop van tachtig kilo in zeven minuten naar een denkbeeldige helikopter, zonder dat die pop onderweg van de brancard lazert? Of hijs je in je eentje in anderhalf uur vijf hoogbejaarde mensen met een tillift uit bed, was je en verschoon je die, kleed je ze aan, ontwijk je hun gemep, zonder dat je halverwege je geduld verliest? Kies je voor het laatste, dan krijg je nog op je kop ook van je opleiders, want een stagiaire mág helemaal niet in haar eentje dat werk doen, maar ja, wat moet ze er als te weinig gediplomeerd personeel op de afdeling is. Kunnen ze nog tien keer tegen haar zeggen dat ze haar „grenzen moet bewaken”, maar wat heeft ze daaraan?
Anderhalf uur reizen
Laat me zeggen dat de drie vrouwen je optimistisch stemmen – Marco haakte af. Voor Iman gaat zorg om meer dan voeden, eten, wassen. Ze luistert, vraagt, lacht en begrijpt. De bewoners van haar verzorgingstehuis zijn zo om en nabij de eeuw oud, soms zijn ze stil en teruggetrokken, soms agressief, vaak huilend. „Achter elke traan van verdriet, zit een glimlach van herinneringen.” Linda werkte, voor ze in coronatijd werd ontslagen, driedubbele diensten in de horeca om te voorkomen dat ze in de schulden kwam door de kinderopvangtoeslag die ze – ten onrechte – moest terugbetalen. Dat werktempo heeft ze nog. Bibiche vindt haar werk met ouderen niet wezenlijk zwaarder dan wat ze thuis doet met haar baby doet.
Het is weer eens wat anders dan BN’ers die voor tv een weekje stage lopen in de zorg – altijd in een ziekenhuis trouwens. De zorg voor oude mensen is vast te eentonig, geen uitzicht op herstel ook. Het werk wordt slecht betaald en overgelaten aan mensen met de minste mogelijkheden. Zoals Bibiche die om half acht moet beginnen, maar eerst haar baby naar de crèche moet brengen en anderhalf uur reizen. Haar oudere kinderen belt ze vanaf haar werk uit bed. Geen mens houdt dat toch vijf dagen vol? Dat stemde me weer moedeloos.
Willen we nou extra handen of werkende armen?