Als je een horrorfilm als kind liever niet had gezien


Sabeth Snijders Na het nieuws dat een overblijfmeester in Amsterdam kinderen had gedwongen naar horrorfilms te kijken vraagt Sabeth Snijders zich af: zou een enge film op lange termijn psychologische schade veroorzaken?

Sabeth Snijders

Het klinkt als een luguber filmscenario. Eerder deze maand bleek dat een overblijfmeester in een Amsterdamse basisschool kinderen uit groep 5 (van 7 tot 9 jaar oud) had verplicht te kijken naar The Exorcist. U weet wel, de horrorklassieker uit 1973 waarin een door de duivel bezeten twaalfjarige een crucifix in haar schaamstreek steekt, haar hoofd 360 graden laat roteren en gifgroene smurrie spuugt.

Kinderen die naar buiten liepen of huilden, werden volgens de Amsterdamse krant Het Parool vernederd. Dat je op school wordt begeleid door iemand die plezier haalt uit het kwellen van kinderen, lijkt een recept voor trauma. Het Parool legde ook uit hoe ouders kunnen omgaan met het opgelopen ‘kijktrauma’; enkele kinderen zouden nachtmerries hebben en bedplassen.

Na lezen vroeg ik me af: zou een enge film op lange termijn psychologische schade veroorzaken? Er is weinig onderzoek dat daarop wijst, laat de Deense academicus Mathias Clasen weten als ik bel. Hij onderzoekt al jaren waarom mensen kijken of luisteren naar horrorfilms, -verhalen of -games. „De enkele personen die tot nu toe psychologische hulp nodig hadden door horror, worstelden ook met andere psychische problemen.”

Clasens onderzoek gaat over vrijwillige consumptie van horror, maar bijna iedereen wordt in zijn kindertijd wel geconfronteerd met een film die hij of zij achteraf liever niet had bekeken. Op internet circuleren talloze lijstjes: sommigen durfden na Jaws geen teen meer in zeewater te dippen, anderen sliepen wekenlang met het licht aan na The Blair Witch Project. Bij de meeste mensen verdwijnen de huiveringwekkende associaties vanzelf.

Kinderen kunnen volgens onderzoeker Mathias Clasen goed aangeven wat té angstaanjagend is

Horrormedia spelen volgens Clasen in op angsten die de mensheid in het verre verleden nodig had om in leven te blijven. Tijdens het kijken kun je op een veilige manier je reacties testen en finetunen bij gevaren als roofdieren (Jaws), ziekte (zombiefilms) en medemensen met slechte bedoelingen (Halloween). En daar halen velen ook een zeker genot uit. Je verplaatst je in de hoofdpersoon: je hartslag verhoogt zodat je klaar bent om te vechten of vluchten, kippenvel zet je ‘vacht’ recht zodat je angstaanjagender wordt en je gilt om anderen te waarschuwen.

Niet alleen volwassenen, maar ook kinderen kunnen oprecht genieten van gruwelen, stelt Clasen. Hij onderzocht „recreatieve angst” tijdens spelletjes in Deense kinderdagverblijven. Milde angst leidde daar al vaak tot plezier. „Denk aan tikkertje terwijl je achtervolger doet alsof-ie een monster is.” Belangrijk is echter volgens de Deen dat de persoonlijke „sweet spot of fear” wordt bereikt, en niet overschreden. Waar iets eng voelt zonder onaangenaam te worden. Kinderen kunnen volgens Clasen zeer goed aangeven wat té angstaanjagend is. De Amsterdamse leerlingen maakten door te huilen of weg te rennen duidelijk dat The Excorcist hun ‘sweet spot’ ver overschreed.

Hoewel Clasen die laatste film absoluut afraadt voor jonge kinderen, zijn kindvriendelijke, maar enge tekenfilms à la Hotel Transylvania niet per se slecht voor ze. „Kinderen die te veel zijn afgeschermd van angstige gevoelens, kunnen later bijvoorbeeld minder goed omgaan met de kriebels in hun buik als ze een presentatie moeten geven. Ze beseffen dan niet dat het een voorbijgaande, onschuldige fysiologische reactie is die hoort bij stress.”

Maar dan moeten ze die voor kinderen geschikte enge film wel vrijwillig bekijken, vermoed ik.

Sabeth Snijders is filmrecensent.