‘Als je al zes jaar in een tent zit, is zo’n aardbeving echt de laatste druppel’

Reddingswerkers van de Witte Helmen zitten op een graafmachine in de plaats Sarmada, in de Syrische regio Idlib.


Foto Aaref Watad/AFP

Interview

Johan Mooij | Directeur hulporganisatie Syriërs in het door rebellen beheerste gebied kunnen van Assads regering niets verwachten. „Het is ijzig koud in het noorden van Syrië. De elektriciteitsvoorziening in de vluchtelingenkampen is verstoord en er is geen stromend water meer.”

De vluchtelingen in het noordwesten van Syrië hadden één voordeel vergeleken bij hun Turkse buren, toen de aarde maandag hevig onder hun voeten begon te schudden. „In de getroffen Turkse steden stonden veel meer hoge flatgebouwen, die deels zijn ingestort”, legt Johan Mooij uit. Hij is directeur van de afdeling Syrië van hulporganisatie World Vision, die vooral kinderen probeert te helpen. „In het noordwesten van Syrië is er juist meer laagbouw en zijn minder gebouwen ingestort. De meeste mensen in de gebieden waar wij actief zijn, wonen bovendien al jaren in tenten.”

Maar dat is dan ook het enige goede nieuws. „Als je al zes jaar in een tent zit, met alle ellende van dien, is zo’n aardbeving echt de laatste druppel”, zegt Mooij telefonisch. Hij probeert vanuit de Jordaanse hoofdstad Amman de hulp op gang te brengen. Die kunnen de Syriërs heel goed gebruiken want in het door rebellen beheerste gebied hebben ze van de regering van president Assad niets te verwachten. Mooij: „Het is ijzig koud in het noorden van Syrië. De elektriciteitsvoorziening in de vluchtelingenkampen is verstoord en er is geen stromend water meer.”

Wat zijn nu de ergste noden?

„Wij zijn begonnen met de aanleg van verwarming in opvangcentra in vluchtelingenkampen. Gisteren wilden we voor 70.000 dollar aan brandstof kopen maar dat lukte gewoon niet. Ik weet niet of dat kwam doordat leveranciers die met opzet achterhielden omdat ze misschien hoopten op verdere prijsstijgingen. Hopelijk verandert dat snel, want we hebben nog maar weinig voorraad over. Maar ook de gezondheidszorg is urgent. Wij hebben toegezegd dat wij vier klinieken helpen opzetten.”

Wie zijn het hardst getroffen? Vooral de armsten?

„Ik vind het moeilijk om het leed van individuele mensen te vergelijken. Als mijn kind overlijdt en ik ben rijk is mijn verdriet toch hetzelfde als wanneer ik arm ben. Maar de toestand van de slachtoffers in Syrië is in het algemeen wel beduidend slechter dan die in Turkije, doordat ze al twaalf jaar van verwoestende oorlog achter zich hebben. In Turkije zijn er weliswaar meer doden door ingestorte gebouwen gevallen maar is er ook veel meer hulp beschikbaar en ze hebben er reddingsdiensten die kunnen helpen met graafwerk en zulke dingen.”

Werken jullie ook samen met het bewind van president Assad?

„Nee, we staan niet officieel in Damascus geregistreerd en coördinatie met het regime is er niet, al zouden we dat best wel willen. De Syrische overheid zegt: als jullie hulp geven in gebieden die in handen zijn van de oppositie, dan willen we jullie hier niet hebben. De aardbeving heeft daarin ook nog geen verandering gebracht, al heeft het regime zelf inmiddels ook de noodtoestand uitgeroepen. Maar wij zijn een christelijke organisatie en slagen er via kerkelijk partnerorganisaties waarmee we al jaren samenwerken toch in om toegang tot heel Syrië te hebben.”


Lees ook: ‘De wereld laat ons al jaren in de steek, maar dit kunnen we niet alleen aan’

Er is maar één officiële grensovergang voor hulp aan mensen in Noord-Syrië vanuit Turkije. Is dat een probleem?

„Dat geldt voor de hulp die via de Verenigde Naties loopt. Daarvoor neemt de Veiligheidsraad elk half jaar een resolutie aan. Maar wij zijn een ngo en dan kun je van de Turken ook toestemming krijgen om van andere overgangen gebruik te maken. Daarin zijn de Turken best behulpzaam, wanneer het om humanitaire hulpverlening gaat.”

Hoeveel mensen helpen jullie?

„Zo’n twee miljoen mensen, en we zijn van plan om na de aardbeving op te schalen. Bijna alle mensen die we helpen zijn moslim. 60 tot 70 procent van hen woont in tenten, de rest in meestal niet al te goede huizen. Ik was er een half jaar geleden zelf. Zo ver het oog reikte, zag je alleen maar tenten. Die tenten zijn na een half jaar toe aan vervanging, maar de financiële middelen ontbreken om de vluchtelingen iets permanenters te bieden. De situatie is ook zo uitzichtloos dat mensen in de kampen veel vaker dan elders zelfmoord plegen, bleek onlangs uit onderzoek dat we lieten uitvoeren. Vooral jonge mensen, in het bijzonder meisjes, zien geen enkel perspectief voor zichzelf, zo zonder water, stroom of telefoonverbinding.”

We helpen bijna twee miljoen mensen – 60 tot 70 procent van hen woont in tenten, de rest in meestal niet al te goede huizen

Johan Mooij Directeur hulporganisatie World Vision

Voeren jullie zelf ook hulpprojecten uit?

„Wij werken vooral via lokale partnerorganisaties die we goed kennen en kunnen vertrouwen. We geven hun fondsen, trainen ook veel hulpverleners en controleren of het geld goed wordt besteed.”

Richten jullie je ook nu speciaal op kinderen?

„We ondersteunden veel projecten voor kinderen op het gebied van onderwijs en ‘protection’, dat wil zeggen om kinderen bewust te maken van dingen die hun veiligheid kunnen bedreigen. Maar die kinderen maken natuurlijk deel uit van gezinnen, die het ook vaak moeilijk hebben. Daarom richten we ons nu ook op de volwassenen. In veel gezinnen ontbreekt trouwens de vader omdat die is omgekomen bij oorlogshandelingen. In sommige kampen zitten vooral vrouwen en kinderen.”

Zijn er net als in Turkije veel mensen die het aardbevingsgebied proberen te ontvluchten?

„Het zijn voor een groot deel al vluchtelingen die voor het regime zijn gevlucht en die nu geen kant uit kunnen. Als je het hun zou vragen, zouden de meesten naar Europa willen vertrekken. Maar de Turken laten hen hoe dan ook niet de grens over, op verzoek van Europa zelf trouwens.”


Volg het laatste nieuws over de aardbeving in ons liveblog