‘Als ik alles in mijn eigen taal had kunnen doen, had ik misschien wel op het vwo gezeten’, zeggen Arubaanse jongeren bij bezoek Amalia

Reportage

Taalachterstand op Aruba Deze weken maakt de kroonprinses kennis met het Caribische deel van het Koninkrijk, en de eilanden met haar. Op Aruba was er aandacht voor het onderwijs.

Prinses Amalia bezoekt het Filomena Collega MAVO op Aruba.
Prinses Amalia bezoekt het Filomena Collega MAVO op Aruba.

Foto Remko de Waal/ANP

Derwin haalt zijn wiskundeboek erbij. Moderne Wiskunde voor vmbo-gemengd theoretisch. Pagina 41, eindexamenvoorbereiding: „Hoeveel uren en minuten zitten er tussen 8.22 en 12.14 uur?”

Niet zo’n moeilijke vraag, zou je denken. Behalve als Nederlands niet de taal is die je thuis spreekt. Als je, zoals Derwin en Rudolf, op Aruba op school zit. Waar thuis meestal Papiamento, Spaans of Engels wordt gesproken. En alleen op school alles in de koloniale moedertaal gaat.

Het is een eer, vinden de twee zeventienjarigen, dat het koninklijke drietal op school langskomt. Amalia maakt dezer dagen kennis met het Caribische deel van het Koninkrijk en de eilanden met haar. Maandagmiddag kwam ze, met koning Willem-Alexander en koningin Máxima, langs op het Filomena College in San Nicolas, dinsdag was er aandacht voor de Universiteit van Aruba. En overal stonden basisschoolleerlingen. Ze gilden: „Amalja, Amalja.” Zevenduizend kinderen hadden gevraagd om langs de route te mogen staan, er is plek voor enkele honderden.


Lees ook over het koninklijk bezoek aan Bonaire

Misschien wel VWO

Aruba heeft, net als de twee landen (Curaçao en Sint Maarten) en de drie bijzondere gemeenten (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), zelf een programma samengesteld met wat Amalia volgens hen van de (ei)landen moet weten. Bij het Filomena College is er een theatervoorstelling over de Arubaanse verzetsheld Boy Ecury.

Als Derwin en Rudolf de kans hadden gehad om met Amalia te spreken, hadden ze haar verteld over het onderwijs. Rudolf: „Hoe zeg je dat: dat we used to Papiamento spreken? Gewoon zijn? We zijn hier op Aruba echt wel intelligent. Als ik alles in mijn eigen taal had kunnen doen, had ik misschien wel op het vwo gezeten.” Derwin knikt. Ze komen met een voorbeeld: „Stel je voor dat u in Nederland leeft en op school alles in het Frans moet doen. Niet alleen de Franse klas, maar ook alle grafieken, geschiedenis. Alles.”

Om de hoek, bij basisschool Santa Teresita, is te zien hoe essentieel de uitleg van het Nederlands is. In klas twee (groep vier) wordt op het bord het verschil tussen gisteravond, vandaag, morgenmiddag en morgenmiddag uitgelegd. Dat gebeurt in Nederland meestal al in groep één.

We zijn hier op Aruba echt wel intelligent. Als ik alles in mijn eigen taal had kunnen doen, had ik misschien wel op het vwo gezeten

Rudolf scholier

Studievertraging

Die taalachterstand zorgt er mede voor dat als Arubaanse jongeren voor vervolgonderwijs naar Nederland gaan, zij het moeilijk hebben en relatief vaak studievertraging oplopen of voortijdig afhaken. De Nationale Ombudsman sloeg er in 2020 alarm over. En hij wees erop dat studenten uit het Caribische deel van het koninkrijk bovendien met allerlei bureaucratische obstakels te maken hebben: zo kunnen ze pas in Nederland een burgerservicenummer krijgen en een DigiD, en daardoor pas daarna een bankrekening openen en studiefinanciering aanvragen. Dat zorgt weer voor financiële problemen.

De Nederlandse minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf (D66) beloofde onlangs dat Antiliaanse studenten voor vertrek een bsn via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) kunnen krijgen. En met zijn collega’s van Aruba, Curaçao en Sint Maarten sprak hij tijdens het Vierlandenoverleg in januari af dat het voortgezet onderwijs op de lange termijn beter moet aansluiten bij het vervolgonderwijs in Nederland.

Er zijn op Aruba nu twee pilotscholen waar in het Papiamento wordt onderwezen, vertelt de adjunct-directeur van het Filomena College, Joraine Duzong Oduber. „En er wordt gekeken naar lesmethoden die dichterbij onze levenswereld staan.” Ze vertelt dat docenten veel tijd kwijt zijn om iets in het Nederlands uit te leggen, en dan in het Papiamento te verduidelijken. Zelf studeerde ze ook in Nederland: „Ik nam een jaar tijd om mijn Nederlands op peil te krijgen.”

Prinses Amalia en haar ouders bezoeken het Bon Bini Festival op Aruba.
Foto Remko de Waal/ANP

Slagingspercentage laag

Op de University of Aruba gaat het dinsdagmiddag met Amalia wel over de moeilijkheden die Arubaanse studenten ondervinden als ze naar Nederland gaat. Zeven jaar geleden werd hier begonnen met een ‘oriëntatiejaar’. Was het slagingspercentage minder dan 20 procent voor hbo-studenten en 40 procent voor wo-studenten, nu „neemt dat percentage aanzienlijk toe”, zegt rector Viola Heutger.

In het oriëntatiejaar leren de studenten onder meer wat voor studies er zijn. „Veel studenten zijn eerste generatie, ze hebben een beperkt aantal beroepen gezien.” Maar ze leren ook presenteren, in het openbaar spreken en keuzes maken. De rector zegt: „Hier doet mama alles. En Nederland maakt het niet makkelijk voor een zeventienjarig kind dat alleen aankomt.”

Het andere doel van de universiteit is studenten in Aruba houden. Slechts een op de tien studenten komt terug uit Nederland. „Het is een enorme braindrain. We willen voorkomen dat toptalent wegsijpelt”, zegt Heutger. De universiteit, die bestaat sinds 1988, biedt zowel hbo- als wo-studies.

Op het Filomena College vertelt Derwin dat hij kustwacht wil worden, daarvoor zit de opleiding in Curaçao. Rudolf zegt: „Mijn plan is om naar de koninklijke marine in Den Helder te gaan. Maar ik moet wel aan mijn Nederlands werken.” Derwin zegt tegen de verslaggever: „U praat heel anders dan we gewoon zijn.”