N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Beeldende kunst
Voor wie deze zomer thuisblijft, is er de expositie ‘Aan de horizon’ in het Centraal Museum over reizen, gezien door 17de-eeuwse schilders tot jonge activistische kunstenaars. Over ellende, ‘Wanderlust’ en hoop.
Niet elke reis is vrijwillig, soms wordt die gemaakt als gevolg van een politiek conflict, migratie en klimaatzorgen. Wie vertrekt er vrijwillig en wie heeft een thuis om naar terug te keren? En wat vertellen de schilderijen ons over de rol van reizen vroeger?
De expositie Aan de horizon in het Centraal Museum opent met de 17e eeuwse schilders-elite, voor wie de grande tour naar Italië vaak een initiatiereis naar volwassenheid betekende. Een gap year avant la lettre. In Italië moest je zijn om de laatste trends te zien op het gebied van de schilderkunst. Terug in Nederland schilderden de Italianisanten warme, mediterrane horizonten.
Terwijl de Italianisanten met een helder doel voor ogen op reis gingen, staat bij ‘Wanderlust’ of ‘Fernweh’, zoals die in de Romantiek nadrukkelijker naar voren kwam, juist de reis als zodanig centraal. Die Wanderlust is tijdloos. Dat is zelfs nu nog het geval, blijkt hier uit het indrukwekkende werk van de Albanese kunstenaar Adrian Paci (1969). In het olieverfschilderij The Wanderers struinen vier mannen door een warmkleurig landschap heen dat voortdurend in beweging lijkt, alsof de vergeelde grassen en schemerkleurige lucht (zou het ochtend of avond zijn?) meedeinen op een stevige bries. Hun gezichten zijn vage penseelstreken, en toch verraadt de lichaamstaal dat de roodharige man gesticuleerd vertelt; de man naast hem heeft zijn hoofd naar hem toegewend en luistert aandachtig, terwijl de man rechtsachter halfslachtig het gesprek probeert op te vangen. De vierde man tenslotte is in gedachten afgedwaald, hij kijkt de verte in.
Naast het schilderij is een gelijknamig video-tweeluik van Paci te zien, waar de camera in tegengestelde richtingen over de Albaanse geboortegrond van de kunstenaar glijdt. Paci ontvluchtte Albanië in 1997 met zijn gezin vanwege een burgeroorlog. Op de linkervideo beweegt de camera in zwart-wit vooruit over een weg, langs een plukje schapen en mensen hier en daar. Vervolgens laat de rechtervideo een majestueus bergachtig landschap zien, waarover de camera zich over een andere weg voortbeweegt, maar achteruit kijkend. Af en toe treden er mensen het frame van de camera binnen en vertrekken weer snel.
Verwijderende engel
De tegengestelde camerabeweging doet denken aan Walter Benjamins (1892 – 1940) interpretatie van het aquarel Angelus Novus van Paul Klee (1879 – 1940). De cultuurfilosoof beschrijft de Angelus Novus in Over het concept van de geschiedenis (1940) als „een engel die op het punt staat zich te verwijderen van iets waar het zijn blik strak op gericht houdt”. Fraai is hoe hij hierin de vlucht van de engel omschrijft die door de storm wordt voortgestuwd: „De toekomst in die hij de rug heeft toegekeerd, terwijl het stapel puin vóór hem tot aan de hemel groeit. Deze storm is wat wij vooruitgang noemen.”
De storm van vooruitgang: industrialisering en mondialisering met onderdrukking, migratie en de klimaatcrisis als gevolg. Bij Paci lijkt de camera de engel: de weg vooruit is een met het verleden doorspekt vertraagd zwartwit, terwijl de camera in de rechtervideo vooruitloopt maar naar het verleden is gewend.
Beloofde land
De expositie bevat werk van veel jonge kunstenaars, zoals het indrukwekkende Ntabamanzi (2022) van Lungiswa Gqunta (1990). Zij omwikkelde meterslang prikkeldraad voorzichtig met blauw textiel, een tijdrovend proces om dit stekelige materiaal een wat zachter randje te geven. De bezoeker kan voorzichtig de tunnel doorlopen, op eigen risico. Een licht huiveringwekkende ervaring. De installatie doet denken aan de met prikkeldraad afgezette grenzen waar migranten tegenaan lopen.
Zelfs wie het beloofde land bereikt, heeft hordes te overwinnen. Dan rijst de vraag, hoe welkom de vreemdeling is. De woorden ‘you don’t have to be here’ kijken op de bezoeker neer vanuit een hoge hoek in de ruimte. Demissionair premier Mark Rutte verwerkte de uitspraak ‘Je hoeft hier niet te zijn’ in een open brief (2017) voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen duidelijk naar mensen met een migratieachtergrond. Hij impliceerde dat iedereen zich aan de Nederlandse ‘norm’ moet aanpassen. Griekse kunstenaar Antonis Pittas (1973) voerde de uitspraak uit in geel reflecterende folie Untitled (You don’t have to be here), 2018.
Etel Adnan
Waar het reizen van kunstenaars in de 17de eeuw een nogal elitaire, doelgerichte expeditie was, werpen zorgen over migratie, klimaat en ontheemding bij een groot deel van de hedendaagse werken een sluier over de eens zo zorgeloze reis. In dat licht biedt Etel Adnans (1925-2021) werk Le Soleil Toujours (2021) een sprankje hoop. De kunstenaar groeide op in Beirut en woonde onder andere in Parijs en San Francisco. In haar gedichten en boeken schreef ze veel over de grimmige politieke werkelijkheid van het ontheemde leven. Maar tegen het einde van haar leven maakte ze dit werk van indrukwekkend formaat, opgebouwd uit 136 kleurrijk beschilderde, handgemaakte keramische tegels. Met in het stralende middelpunt de zon.
Ook de laatste ruimte genaamd ‘Annex’ is voorzichtig optimistisch. Documentaire The Undercurrent (50 minuten, 2019) van Rory Pilgrim (1988) bevat interviews met jonge Amerikaanse klimaatactivisten en daklozen, afgewisseld met wonderschone muziek waarop de jongeren in vrije choreografie door een vrijstaand huis bewegen. (Pilgrim bespeelde zelf de piano, het orgel en maakte elektronische muziek). Het huis lijkt een toevluchtsoord tegen de storm van de ‘vooruitgang’. Met dit poëtische werk won de Britse multidisciplinaire kunstenaar in 2019 de Prix de Rome. Gelukkig heeft de nieuwe generatie – ondanks een bak zorgen – de moed, muziek en elkaar om het huis van de toekomst bewoonbaar te houden.