‘Als dirigent ben je de advocaat van de componist’

Dirigent Jules van Hessen: „Het ergert me als mensen zeggen dat Maestro Jules Onthult ‘klassieke muziek voor dummies’ is. Want ik heb respect voor mijn publiek.”


Foto Andreas Terlaak

Interview Zijn concertformat Maestro Jules Onthult is ‘geen klassieke muziek voor dummies’, benadrukt dirigent Jules van Hessen. ‘Dit soort kreten houdt mensen weg uit de concertzaal. Dat kan me boos maken’.

Het begon zo’n dertig jaar geleden, op de dag dat dirigent Jules van Hessen zich naar het publiek omkeerde en goedenavond zei. Hij dirigeerde Mahlers monumentale Tweede symfonie in een tijdperk dat de drankjes nog niet bij de toegangsprijs inbegrepen zaten, en concertzalen dus altijd een pauze inlasten voor extra inkomsten. Maar wat programmeer je in de vijftien tot twintig minuten vóór de pauze, wanneer je na de onderbreking zo’n monumentale symfonie van bijna anderhalf uur dirigeert? „Achter deze Tweede Mahler schuilt een fascinerende geschiedenis, was mijn gedachte”, zegt Van Hessen (64). „Dus waarom vertel ik de bezoekers daar niet wat meer over in de twintig minuten voor de pauze, met wat luistervoorbeelden gespeeld door het orkest?”

En zo ontstond ‘Maestro Jules Onthult’, een serie waarin de dirigent voor de pauze muzikale wetenswaardigheden en anekdotes naar boven haalt over een klassiek meesterwerk, met hulp van beeldmateriaal, heldere symbolen en een orkest, om het stuk na de pauze helemaal te dirigeren. Binnenkort kun je Van Hessen horen vertellen over Rachmaninovs Tweede pianoconcert, Mendelssohns Italiaanse Symfonie en Brahms’ Vierde symfonie, die hij vervolgens dirigeert met respectievelijk het Philips Symfonie Orkest (daar is hij chef-dirigent), het Noord Nederlands Orkest en het Residentie Orkest. Zo’n dertig stukken heeft hij inmiddels gedaan.

Van Hessen doet soms zelfs ontdekkingen die zelfs musici of kenners verrassen, zoals een melodie uit een treurmars van Mahler, die ‘gejat’ blijkt uit een nu goeddeels vergeten opera van Donizetti. Zo’n ontdekking durft hij bezoekers van het aanstaande Rachmaninov-concert ook alvast te beloven.

Fluit het raam uit

Zijn ontdekkingsreis door de klassieke muziek begon thuis in Den Haag. Van Hessen was de jongste van vijf kinderen uit een Joods gezin: vader zakenman, moeder huisvrouw. „Ik bewonder mijn ouders voor hun positieve inborst. Ze hebben ons niet belast met de wonden die de Holocaust naliet. De nadruk lag op groei, jezelf ontwikkelen.”

En daarom kregen alle kinderen een muziekinstrument in hun handen gedrukt. Nakomer Jules – „mijn moeder noemde me de toegift” – begon op blokfluit. „In een van mijn vroegste herinneringen helpt mijn moeder me als zesjarige daarop studeren. ‘Au clair de la lune’. Maar het gaat niet, en dan spreek ik de historische woorden: ‘Dit is geen muziekinstrument’, en gooi de blokfluit vanaf één hoog achterwaarts door het openstaande raam.”

Zijn moeder werd niet boos, maar vroeg wat hij dan wel een muziekinstrument vond. „Het vriendje van mijn oudste zus speelde klarinet. Daar had ze het altijd over. Ik had zo’n ding nog nooit gezien, maar het biologeerde me. Dus ik riep: ‘Klarinet.’ Mijn moeder regelde een proefles. Ik dacht dat een klarinet kronkels had, dus het was een teleurstelling dat het een rechte pijp was. Maar hij was in ieder geval groot.”

Zijn leraar Jan van den Eijnden werd een soort tweede vader voor Van Hessen. „Op mijn zeventiende speelde ik klarinet in kleine orkesten. Hij vertelde me op een dag dat het Kerkelijk Symfonie Orkest in Den Haag een dirigent zocht. Of dat niet wat voor mij was? Mijn hart sprong op. Ik kon natuurlijk helemaal niks. Ik heb de partituren voor het proefspel noot voor noot uit mijn hoofd geleerd. Ik jokte dat ik achttien was. En ik werd aangenomen. Dat was een openbaring.” Later studeerde Van Hessen orkestdirectie bij Louis Stotijn aan het Koninklijk Conservatorium.

Tussen vuilnisbakken

Met Haagse bluf wist Van Hessen in zijn jonge jaren een paar gedenkwaardige ontmoetingen met grote dirigenten te regelen. Om de onbenaderbare Gennadi Rozjdestvenski te spreken, lag hij als twintigjarige student na een concert tussen de vuilnisbakken bij de artiesteningang achter de Londense Royal Festival Hall. De Rus stuurde hem naar zijn eigen zomercursus, en toen Van Hessen daar als laatste in een afvalrace overbleef, mocht hij bij de dirigent privélessen volgen in Wenen en Londen. „Het bijzondere aan Rozjdestvenski was dat hij niet hoefde te praten bij repetities. Hij kon alles laten zien. Met een draai van de vinger wisten alle musici wat hij bedoelde.”

Van Hessen mocht ook op audiëntie komen bij de Amerikaanse dirigent Erich Leinsdorf. Het werd geen onverdeeld succes. „Leinsdorf toonde mij een Mozart-partituur. ‘Hier zit een drukfout in’, zei hij. Maar die vond ik niet. Dus voor mijn gevoel zakte ik voor een examen. Wel vertelde Leinsdorf inspirerende verhalen, vooral over het eeuwige dilemma: wanneer doe je wat er in de partituur staat, en wanneer doe je wat er bedoeld wordt? Enkele jaren later verscheen zijn boek The Composer’s Advocate. Die titel blijft de beste omschrijving van ons vak.”

„Het ergert me als mensen zeggen dat Maestro Jules Onthult ‘klassieke muziek voor dummies’ is. Want ik heb respect voor mijn publiek. En er zijn mensen die bevreesd zijn om te komen door dit soort kreten. Hen weghouden uit de concertzaal maakt me boos. Ik wil dat mensen zich daar thuis voelen, en ik hoop ze te voeden met verhalen die hun ervaring van de muziek versterken, zonder te betuttelen. Ik besluit voor de pauze altijd met de opmerking dat een stuk ook zonder deze weetjes mooi blijft. En wanneer ik een augurk als metafoor gebruik, maar jij vindt het een ui: ook prima. Dat wil niet zeggen dat jij het verkeerd doet. Ik probeer de bezoekers iets te geven dat kan helpen, maar ze mogen het ook gewoon vergeten.”

Maestro Jules Onthult: Rachmaninovs Tweede pianoconcert door pianist Yang Yang Cai op 27 april in Amsterdam en 16 mei in Eindhoven, Mendelssohns Italiaanse Symfonie op 30 april in Utrecht en Brahms’ Vierde symfonie op 27 mei in Utrecht. Info: maestrojules.com