Als autistische actieheld in ‘The Accountant 2’ valt voor Ben Affleck alles op z’n plek

In The Accountant 2 speelt Ben Affleck wederom Christian Wolff, een penningmeester voor de onderwereld. Hij is Rain Man met een kogelgordel: zijn autisme maakt hem een reken- en krijgskundig wonder. Met mathematische precisie slacht hij hordes naamloze mensensmokkelaars af om één (eveneens autistisch) jongetje te redden. Maar met vrouwen praten? Ho maar!

Het is zo kolderiek (en borderline ongevoelig) als het klinkt, deze actiekomedie, maar deel één maakte honderd miljoen dollar winst, dus is er negen jaar na The Accountant een vervolg. En gek genoeg is dit niet alleen best een lollige film, maar ook de perfecte rol voor de 52-jarige Ben Affleck, de wereldster die maar geen actieheld werd.

Afflecks carrière verliep schokkeriger dan die van andere acteurs uit zijn generatie. Hij werd in 1998 met Good Will Hunting plotseling wereldberoemd als jongste winnaar van de Oscar voor beste scenario ooit, samen met boezemvriend Matt Damon. Maar waar Damon gevraagd werd door Steven Spielberg en Martin Scorsese, moest Affleck het doen met Michael Bay, ‘meester van de domme explosie’. Tegen 2003 was hij geflopt. Criticus Roger Ebert schreef over „schokkende banaliteit” in Pearl Harbor. Over romkom Gigli schreef Rolling Stone „Carrières zijn verwoest door minder.” En over zijn superheld Daredevil schreef recensent Shawn Levy: „Affleck worstelt als yogi om zijn gezicht tot menselijke emotie te vervormen.”

Pas na 2010 repareerde hij zijn carrière, grotendeels met films die hij zelf regisseerde. Voor Argo won hij zelfs zijn tweede Oscar, voor beste film. Maar een actieheld werd hij nooit. Zelfs als de duistere Batman stelde hij teleur; in Batman v. Superman (2016) speelde hij met „zijn kaken zo strak als een notenkraker”, zo schreef een recensent destijds.

Mastiff

Affleck is geen traditionele actieheld. Hij mist het jongensachtige charisma van Matt Damon, de moeiteloze coolheid van Brad Pitt. Affleck oogt als een hond die te lang in het asiel heeft gezeten: afstandelijk, ietwat vals, een beetje zielig.

Deels komt dat door zijn voorkomen. In ruststand staat zijn gezicht droevig: zijn mondhoeken hangen als die van een mastiff. Hij heeft een scherpe, „schurkachtige kin” – zoals die in de film Gone Girl beschreven wordt. En in zijn smuilende glimlach lees je evenveel arrogantie als blijdschap.

Dat imago wordt versterkt door het roddelcircuit. Zijn (Grieks tragische) privéleven wordt sinds zijn Oscarwinst bruut ontleed. Affleck werd door zijn scheidingen (van Jennifer Lopez, Jennifer Garner, en nogmaals Jennifer Lopez), zijn film flops en zijn herhaaldelijk afkicken van alcohol een man die de voorpagina’s al haalt wanneer hij boos wordt op de parkeermeter. Een foto waarin hij koffie morst werd een wereldwijde internetgrap: sad Affleck.

Dat maakt Affleck een ideale acteur voor films die inspelen op dat imago. Hij is perfect als criminele Bostonse patser in The Town (2010), die hij zelf regisseerde. Of als man die (misschien?) zijn vrouw vermoord heeft, in Gone Girl (2013) – een rol die was geschapen voor Affleck. In de film stuntelt Nick Dunne zich door het mediacircus dat ontstaan is door de verdwijning van zijn vrouw. Hij is altijd ‘te’: te arrogant, te lui, te glad, te zielig – knipoogjes naar Afflecks eigen worstelingen met de pers.

Affleck spiegelt onvolmaaktheid en tekortkomingen. De kijker moet moeite doen hem te begrijpen, eer hij met hem kan sympathiseren. Dat is geen beste kwaliteit voor een traditionele actieheld. Zelf heeft hij dat ook wel door, zei hij vorige maand in een interview met; zijn ambitie voor een „oudere, gebroken, beschadigde” Batman, matchte niet bij de jongere doelgroep die men bij de film wilde aanspreken. Daarvoor is een ander soort acteur nodig: het type dat je direct toejuicht, het voordeel van de twijfel geeft.

Maar The Accountant 2 is een uitzondering. Christian Wolff is tot komische proporties onhandig, tactloos en afstandelijk. Waar deel één nog bloedserieus was, legt regisseur Gavin O’ Connor nu de nadruk op de ridiculiteit van een franchise rond een gewelddadige ‘superautist’. Affleck ‘maximaliseert’ op zoek naar een vriendin een dating-algoritme en vindt wiskundige perfectie tijdens het line-dancen in een honkytonk. The Accountant 2 is effectief omdat hij zich niet meer zo serieus neemt, net zoals Affleck zichzelf.