Heeft de zesjarige Armand zijn even oude schoolvriendje Jon betast, geslagen en gedreigd hem anaal te verkrachten? Om die vraag draait het in het Noorse drama Armand. De film is vrijwel geheel gesitueerd in het schoolgebouw waar de ouders van de jongetjes, die we nooit zien, naartoe zijn geroepen. Elisabeth (Renate Reinsve) arriveert als eerste en wordt opgevangen door Sunna, de juf van Armand en Jon.
De kijker heeft dan al geleerd dat er in het verleden ‘iets’ met Elisabeth is gebeurd. Ook wordt duidelijk dat het schoolhoofd zich onttrekt aan het gesprek tussen Sunna en de ouders over het voorval. Hij vaardigt Sunna af, een licht neurotische, onervaren lerares. „Is er een protocol?”, vraagt ze vergeefs.
Uit alles wordt duidelijk dat de situatie vroeg of laat uit de hand zal lopen; het brandalarm dat constant afgaat, de bloedneuzen van de vertrouwenspersoon die bij het gesprek met de ouders betrokken raakt.
Met Armand won regisseur-scenarist Halfdan Ullmann Tøndel, een kleinzoon van Ingmar Bergman en Liv Ullmann, de Camera d’Or, de prijs voor beste debuut op het festival van Cannes. Hij gebruikt het schoolgebouw op expressieve wijze. Hij contrasteert het daglicht in het klaslokaal met donkere gangen. De scènes in de wc doen denken aan Kubricks The Shining, en een scène aan het eind van Armand baadt in monochroom blauw licht. Dat laatste is enerzijds realistisch, het licht komt uit een beamer die nog aanstaat, anderzijds is het een stijlkeuze die Armand boven naturalisme uit tilt.
Die spanning tussen realisme en symbolisme tekent de hele film. Zo zal een aantal scènes verwarring zaaien, waaronder een ruim zeven minuten durende sequentie waarin Elisabeth een hysterische lachbui krijgt. Ullman Tøndel vergast de kijker ook op twee danssequenties, beide met Elisabeth. Wat drukken ze uit? Het is aan de kijker. Hoe de toeschouwer op deze uit de toon vallende, spraakmakende momenten reageert, zal van persoon tot persoon verschillen.
Evenals de vraag hoe geloofwaardig een en ander is. Hoe realistisch is het dat een onervaren jonge juf opgezadeld wordt met het afhandelen van zo’n delicate kwestie?
Armand past in een rijtje recente films dat zich op scholen afspeelt en schrijnende onderwerpen behandelt, zie ook Un monde (2021, over pesten) en de Duitse film Das Lehrerzimmer (2023), die ook handelt over de onmogelijkheid van waarheidsvinding. Maar los van een opmerking dat ouders tegenwoordig zo gevoelig zijn en al protesteren als Frozen vertoond wordt aan kinderen onder de zeven, is Armand meer een psychologisch drama dat zaken aanstipt als dood, zelfmoord, misbruik, huiselijk geweld en labiliteit.
Zaken waar acteurs hun tanden in kunnen zetten, en dat gebeurt dan ook. Renate Reinsve wordt geprezen voor haar rol van Elisabeth, beurtelings krachtig en kwetsbaar, maar stiekem steelt Thea Lambrechts Vaulen de show. Zij houdt haar spel kleiner, waardoor het minder opvalt, maar zij zet de geplaagde lerares Sunna geweldig neer. Onzeker, onhandig, aandoenlijk, verward en opkijkend tegen Elisabeth. Maar de marketing concentreert zich op Reinsve. Het is niet anders, zo werkt het sterrensysteem nou eenmaal. Onrechtvaardig is het wel.
De Deens-Iraanse regisseur Ali Abbasi (43) oogt opvallend monter als ik hem 14 oktober via Zoom een half uur spreek in Londen. Zijn vileine, biografische film The Apprentice, over de verwording van de jonge Donald Trump is net uit in de VS en stelde daar afgelopen weekeind teleur met een recette van 1,7 miljoen dollar. Gelukkig draagt Trump eindelijk wel zijn steentje bij aan de marketing. Op zijn medium Truth Social spreekt hij van goedkope, smaakloze laster. „Zo triest dat TUIG als de mensen achter dit hopelijk geflopte project zomaar mogen zeggen wat ze willen om een politieke beweging te beschadigen.”
Abbasi is niet bang uitgevallen. Hij ontriefde in 2022 de ayatollahs met Holy Spider, over de jacht op een religieus geïnspireerde seriemoordenaar in Iran. Toen The Apprentice in Cannes in première ging, dreigde Trumps team met een rechtszaak. Kom maar op, reageerde Abbasi. „We weten allemaal hoeveel processen Trump begint, maar hoeveel wint-ie er?”
De juridische dreigementen waren altijd bluf, veronderstel ik. Trump wil niet dat de presidentscampagne gaat over zijn liposuctie of haaroperatie, amfetaminegebruik of de verkrachting van zijn ex Ivana, zoals The Apprentice toont – en Ivana in 1990 onder ede verklaarde, voordat ze het weer introk.
Abbasi: „Ik heb een appartement van 200.000 euro in Kopenhagen met een toiletdeur die niet goed sluit, en tegenover mij staat een machtige miljardair met een enorme aanhang. Ik ben niet in staat me te verweren met een slimme juridische strategie, maar ik heb ook weinig te verliezen naast mijn integriteit en waardigheid.”
The Apprentice verwijst naar de realityshow die de failliet verklaarde Donald Trump in de 21ste eeuw een nieuw leven gaf als reality-ster en verondersteld zakelijk genie. In de film is hij 26 jaar, een niet onaantrekkelijke blonde deegbal onder de plak van papa Fred, projectontwikkelaar en huisjesmelker uit Queens. Donald Trump is onzeker maar ambitieus, wil meedoen met de grote vastgoedjongens van Manhattan. En zo wordt hij tovenaarsleerling van de beruchte fixer Roy Cohn, een reactionaire, zelfhatende homo die in de jaren vijftig rechterhand was van senator Joseph McCarthy in diens heksenjacht op alles wat links of homoseksueel was. Cohn, een beetje verliefd, brengt de jongeman zijn drie beginselen bij: 1) Aanvallen, aanvallen, aanvallen. 2) Ontken alles. 3) Geef nooit verlies toe, claim de overwinning. Ethiek doet er niet toe, alles draait om winnen.
Was het altijd al het idee deze film uit te brengen tijdens de verkiezingsrace?
„Toen ik in 2018 voor de film tekende was Donald Trump nog president. Ik grapte met (scriptschrijver) Gabe Sherman dat het leuk zou zijn de film vlak voor de verkiezing van 2020 te droppen. Maar eerst was er Covid en na de Capitoolbestorming van 6 januari wilde niemand het even over Trump hebben. Later zorgde de acteursstaking nog voor uitstel. We hadden kunnen wachten tot na de presidentsverkiezingen, maar ik pushte voor deze datum. Je wilt deel uitmaken van de verkiezingskoorts, zelfs al is dat commercieel niet ideaal omdat de mensen politiek oververzadigd zijn.”
Het bleef lang een vraagteken of uw film überhaupt in de VS uitging. Knielde Hollywood al bij voorbaat voor de nieuwe keizer?
„Het was echt bizar. The Apprentice was al vroeg aan zo’n beetje de hele wereld verkocht, maar er was een contractueel probleem: hij kon pas elders uitgaan als hij in de VS werd vertoond. Zonder release daar waren wij totaal verneukt.”
In Cannes was het verhaal dat miljardair Dan Snyder ‘The Apprentice’ wilde torpederen, een grote donateur van Donald Trump die geld in uw film had gestoken.
„Dan Snyder was niet direct bij de film betrokken. Hij investeerde in Kinematics, het filmproductiebedrijf van zijn schoonzoon Mark Rapaport, als een soort huwelijksgeschenk. En aanvankelijk zei Mark tegen mij: ik weet dat je geen middle of the road-filmmaker bent, gooi je kont maar tegen de krib, ik steun je door dik en dun. Maar tijdens de opnames veranderde Trump van een marginale en vagelijk belachelijke ex-president tot straks wellicht de machtigste man op aarde. De vriendschappelijke feedback van Kinematics kreeg geleidelijk een meer juridische toon.
„Wat Dan Snyder betreft: ik hoorde dat hij een ruwe versie van de film zag [met een later gesneuvelde droomscène waarin Roy Cohn het bed deelt met Donald Trump] die hij vreselijk vond. Maar volgens mij wilde hij mijn film niet zozeer torpederen op politieke gronden, maar omdat hij bang was voor financiële represailles van Trump. Dat gold ook voor de filmdistributeurs. Ik was zo naïef. The Apprentice is een spraakmakende film, dacht ik. Actueel, geselecteerd door Cannes, met filmsterren, redelijk goed ontvangen. Warner Bros en Netflix stonden in de rij om hem uit te brengen! Maar na de juridische dreigbrief van Trumps team was het heel lastig een distributeur te vinden met de ballen om de film uit te brengen. Ik ben heel blij dat het alsnog lukte en Kinematics zich liet uitkopen.”
Amerikaanse critici klaagden dat uw film ‘niks nieuws brengt’. Vreemd, dit is toch de eerste biopic over Trump.
„Ik ben een buitenstaander, dus ik mis vast een hoop nuances. Maar zo ingewikkeld is Amerika nu ook weer niet. Iedereen probeert elkaar geld uit de zak te kloppen, daar word je van jongs af aan in getraind, bijna elke Amerikaan die ik ken is een sjacheraar. Iets is waardevol als het geld opbrengt, populair is. Die logica werd nog versterkt in de jaren tachtig, toen Trump opkwam. De wereld is een zero sum game, het is alles of niets, winnen of verliezen. Het middenklasse-ideaal van een prima leven met een bescheiden inkomen kan je doel niet zijn. Dan ben je een loser.”
U zou Trump ‘humaniseren’, is een ander verwijt. Links lijkt bang hem als mens te zien of zelfs zijn naam te noemen. Alsof hij heer Voldemort is.
„Als Europeaan heb ik vermoedelijk meer emotionele afstand, en ik groeide op in een humanistische traditie die altijd iemands menselijkheid zoekt. Trump lijkt me zowel qua demonisering als heldenverering gecoverd toch? Wat ontbreekt, is de mens, hoe een jongeman verandert in wat hij nu is. Het zal voor velen geen nieuws bevatten, maar hé, Ridley Scott krijgt 300 miljoen dollar voor een film over Napoleon die evenmin iets nieuws beweert. Dat is ook niet het punt van speelfilms. Die zijn er om je iets te laten ervaren.”
Ik zag de miniserie ‘Angels in America’ terug, waarin Al Pacino fixer Roy Cohn speelt, stervend aan aids. Bij Pacino is hij een brullende patriarch, uw acteur Jeremy Strong treft beter zijn dode ogen en toonloze dreiging, dat reptielachtige…
„Ik vind beide vertolkingen van Roy Cohn geweldig. Weet je dat ik me onlangs aan tafel wist te wurmen bij een diner van Al Pacino en Jeremy Strong, die al heel lang zijn grootste fan is? Dat was me wat zeg… Maar inderdaad, Roy Cohn was geen schreeuwer maar een fluisteraar. Zeer reptielachtig, soms zie je zijn tong zelfs tussen zijn tanden flitsen.”
Na het festival in Cannes heeft u nog een en ander aan de film veranderd, lees ik. Met name die verkrachting van Ivana.
„Die verkrachting had ik afgezwakt als slap compromis. Toen Kinematics eenmaal was uitgekocht, heb ik de scène weer aangescherpt. Sowieso heb ik me meer gefocust op Donalds emotionele boog. Zo sneuvelde ook een op feiten gebaseerde scène waar maffiosi brand stichten in de Trump Tower als hij niet over de brug komt. Die leidde af.”
‘The Apprentice’ zou een trilogie moeten worden. Deel 2: Trump gaat failliet en herrijst als reality-ster. Deel 3: Trump wordt president.
„Maar dat zou zonder zijn mentor Roy Cohn zijn. Zonde. Misschien kan Cohn dan als spook Donald Trump advies in het oor fluisteren, of als die papegaai op de schouder van de schurk Jafar in tekenfilm Aladdin. Maar alleen winstgevende films krijgen een vervolg. En dat valt bij deze nog te bezien.”
Voor een boodschap ga je maar naar de supermarkt. Het is een vrije vertaling voor het dictum „If you have a message, send it to Western Union” dat wordt toegeschreven aan studiobaas Samuel Goldwyn. Hollywood afficheert zichzelf van oudsher als a-politiek, ook al huivert het als verondersteld woke broeinest nu over de terugkeer van een wrokkige Donald Trump. Geen wonder dat de filmdistributeurs niet in de rij stonden om Ali Abbasi’s biopic The Apprentice te vertonen, waarin de jonge Trump amfetamine-pillen slikt als ware het smarties, een liposuctie ondergaat en zijn echtgenote verkracht.
Maar in hoeverre heeft Hollywood aan het extremistische politieke klimaat in de VS bijgedragen? Doorgaans wordt polarisering toegeschreven aan sociale media, die mensen opsluiten in echokamers, bubbels en zelfgeschapen realiteiten. Film zou eerder een antigif zijn. Het lokt mensen weg van het beeldscherm naar een gedeelde ervaring en doet een beroep op empathie. Preken werkt niet in films, politiek zijn ze zelden eenduidig. Zo geldt de klassieker Citizen Kane als een linksige film, maar Donald Trump is een groot fan.
Hollywoods veronderstelde nieuwe centrisme heeft geen wortel geschoten
Toch stelde mediajournalist Peter Biskind in 2018 in zijn boek The Sky is Falling dat Hollywoods blockbusters met superhelden, zombies en aliens wel degelijk bijdroegen aan een extremistisch klimaat. Extremisme kwam aanvankelijk van links: bij Spielberg en Lucas figureert de overheid post-Watergate steevast als misleider en onderdrukker. Dat ‘linkse extremisme’ vond in 2009 volgens Biskind een hoogtepunt in Avatar, de grootste filmhit ooit die de kijker in de Na’vi verplaatste, nobele, primitieve aliens die in harmonie met de natuur leven en Afro- en inheems-Amerikaanse trekjes vertonen. De mensheid is een gemilitariseerde, gemechaniseerde koloniale multinational. De VS, zeg maar.
Het kwartje kan evengoed naar rechts vallen. In Hollywoodfilms is elke samenzweringstheorie per definitie waar, wat paranoia tegen de overheid – of ‘deep state’ – bevordert. Biskind richtte zich vooral op de wijze waarop Hollywood na 11 september 2001 politiek de regering-Bush steunde met shows als 24, waarin Kiefer Sutherland telkens opnieuw de waarheid uit terroristen martelt om het land te redden. Politieke series als House of Cards ondergroeven elk vertrouwen in Washington, de hausse aan (post)apocalyptische films leerde dat alleen tot de tanden bewapende ‘survivalists’ het bolwerken. Zij weten dat er geen samenleving bestaat, alleen familie, clan of vijand.
Biskind was in 2018 hoopvol na anderhalf jaar Trump als president. Hij zag een ‘centristische’ tegenbeweging in Hollywood, films als Contagion, World War Z, The Martian en Hidden Figures straalden vertrouwen uit in de overheid, de wetenschap en samenwerking. Feministisch en raciaal Hollywoodactivisme – #OscarsSoWhite, #MeToo – zouden een welkome tegenbeweging op het trumpisme zijn. Superheldenfilms als Black Panther – met een zwarte cast – en het feministische Wonder Woman triomfeerden met een in wezen brave centristische boodschap.
Toch woedt de cultuuroorlog in de VS feller dan ooit, Biskinds nieuwe Hollywood-centrisme heeft geen wortel geschoten. Misschien omdat Hollywood politiek sowieso niet leidt, maar volgt. Voor een boodschap moet je nog steeds elders zijn.
Renate Reinsve (36) had de wereld aan haar voeten na The Worst Person in The World (2021). Het was alsof niet alleen alle personages in de film voor haar smolten, maar ook bioscoopgangers en critici wereldwijd spontaan verliefd op haar werden. De Noorse speelde in de tragikomedie de extreem besluiteloze millennial Julie zo charismatisch en spontaan, dat iedereen met haar meevoelde én haar al haar wispelturigheid vergaf. Volgens de Amerikaanse comedy-koning Judd Apatow, (regisseur van films als This is 40) slaagde Reinsve erin „zo veel complexe en conflicterende emoties op hetzelfde moment te spelen en er op een of andere manier toch voor te zorgen dat we exact begrijpen wat ze voelt in iedere scène.”
Reinsve won de Gouden Palm voor Beste Actrice in Cannes, de film kreeg twee Oscarnominaties én werd een wereldwijde hit. Het pad naar Hollywood lag wijd open – de ‘star quality’ van Reinsve is immers onmiskenbaar – zelfs als ze menstruatiebloed op haar wangen heeft, zoals in The Worst Person gebeurt, blijft ze aantrekkelijk.
Uit drie films die nu kort na elkaar uitkomen en waarin Reinsve een hoofdrol heeft, blijkt dat ze zelf voorlopig arthouse boven Hollywood verkiest. Ze speelt opnieuw magnetische personages, maar deze maal wel steeds met een duister of grimmig kantje. Haar Engelstalig debuut A Different Man is deze week op het Imagine Filmfestival te zien. Hierin is ze de aantrekkelijke buurvrouw van een acteur met neurofibromatose, die hem eerst afwijst, maar vervolgens door hem bezeten blijkt. Reinsve omschreef haar personage zelfs als een kruising tussen „the girl next door en een sociopaat”. In de intens melancholische, Noorse zombiethriller Handling The Undead, die eind september uitkwam (en in deze krant vijf ballen kreeg) is ze een jonge, rouwende moeder. En ze is vanaf deze week te zien in schooldrama Armand. Voor die laatste film stond ze afgelopen mei ook journalisten te woord op het filmfestival van Cannes.
Reinsve speelt actrice Elisabeth die naar de school van haar zesjarige zoon wordt geroepen en te horen krijgt dat hij zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen. Vanaf het moment dat ze het schoolgebouw in walst is duidelijk dat Elisabeth klaar is „voor een oorlog” met ouders en docenten die hun mening over haar leven klaar hebben, stelt Reinsve zelf. Als kijker twijfel je continu: is Elisabeth manipulatief, zoals veel mede-ouders lijken te denken, of een slachtoffer?
Tijdens het gesprek in Cannes wordt al snel duidelijk waarom de actrice de afgelopen jaren niet in de ene na de andere (Amerikaanse) productie opdook. Voor Reinsve, die eerder veel theaterwerk deed, is de ideale filmproductie er een waar je als acteur de regisseur door en door kent én je samen maandenlang werkt aan het opbouwen van een personage en een wereld. The Worst Person in the World-regisseur Joachim Trier leerde Reinsve al kennen toen ze edelfigurant was in zijn Oslo, August 31st (2011). Hoewel ze in de film amper tekst had, hing ze meer dan een week rond op de set en had talloze gesprekken met de regisseur, ook na de productie, over de liefde en levenskeuzes.
Ook haar personage in Armand bouwde ze samen op met regisseur Halfdan Ullmann Tøndel, met wie ze bevriend is sinds ze jaren eerder samen een korte film maakten. Reinsve: „Ik houd van analyseren: ik las vele drafts van het script en ben zes maanden bezig geweest om iedere scène van de film te ontleden.” Ze wist op ieder moment perfect waarom Elisabeth doet wat ze doet.
Volgens Reinsve zorgt meer tijd met een script en een goede band met een regisseur ervoor dat je als acteur ‘verder’ kunt en durft te gaan. Zoals in een veelbesproken moment in Armand waarop haar personage in een minutenlange hysterische lachbui uitbarst. Reinsve: „In eerste instantie zei ik dat ik alles kon spelen, behalve dat. Alleen iemand die echt krankzinnig aan het worden is, kon zoiets volgens mij.”
Ullmann Tøndel gaf Reinsve vervolgens het vertrouwen dat het wel zou lukken, trok een hele dag voor de scène uit en pushte haar om steeds een stapje verder te gaan. En uiteindelijk lukte het Reinsve om de controle echt een beetje te verliezen en alle emoties die haar personage op dat moment voelt – „absurditeit omdat ze bijna geen informatie krijgt, de vooroordelen over haar en haar werk” – te laten culmineren in de lachbui die in de film te zien is. Reinsve: „Ze staat onder enorme druk, het enige wat ze kan is wat lachen. Ze wil haar kwetsbaarheid niet tonen, dus kan niet beginnen te huilen.”
Lees ook
de recensie van ‘Armand’
Timmervrouw
Hoe zorgt de Noorse er toch steeds voor dat kijkers sympathie krijgen voor figuren als Elisabeth of Julie, die in andere handen gemakkelijk bloedirritant, ijdel of narcistisch zouden worden? Reinsve vertelt dat ze zelf vooraf ook niet verwacht had dat Elisabeth sympathiek zou overkomen. „Maar ik denk dat het komt omdat ik heel eerlijk toon dat ze een complex innerlijk leven heeft en het mensen niet gemakkelijk maak, juist daardoor herkennen ze zich misschien in haar. Het is voor kijkers soms ook een opluchting om anderen te zien die kwetsbaar zijn en lelijke kanten hebben.”
De actrice legt in Cannes uit dat ze ook begrijpt dat maandenlang een script analyseren „een luxeversie” van filmmaken is, „the next best thing is gewoon een heel goed script toegestuurd krijgen en dan volg ik gewoon wat de regisseur zegt”. Gelukkig gebeurt dat laatste tegenwoordig ook regelmatig.
Dat is een groot verschil met de periode voor The Worst Person. Toen Joachim Trier haar belde voor die film had ze eigenlijk net beslist om te stoppen met acteren en een opleiding tot timmervrouw te volgen. Reinsve was ooit begonnen met acteren nadat ze als tiener vanuit een klein Noors dorp naar Edinburgh vertrok, daar werkte ze in een bar, maar ontdekte ook via het Fringe Festival het acteervak. Ze keerde terug naar Noorwegen, volgde een acteeropleiding in Oslo en had een tijdje interessant werk in het theater. Maar nadat ze in de televisie- en filmindustrie was beland, kreeg ze toch voornamelijk eendimensionale rollen aangeboden. Een carrièreswitch lonkte, ook omdat ze een huis had gekocht dat opgeknapt moest worden.
Elisabeth heeft in Armand veel last van vooroordelen: omdat ze actrice is, denken mensen dat ze alles doet om aandacht te trekken. Klopt dat vooroordeel over acteurs volgens Reinsve? „Als acteur heb je een goed ontwikkeld gevoel voor ‘drama’, een vaardigheid die je ontwikkelt om het ‘drama’ in scripts te kunnen herkennen. Je voelt dat emotioneel gezien heel goed aan. Je ontwikkelt dus vaardigheden die je kunt misbruiken. Maar je moet gewoon een goed persoon zijn en dat niet doen.”
Heeft ze er zelf soms last van dat kijkers vooroordelen over haar hebben? „Het publiek van de filmprojecten die ik kies, is meestal erg respectvol en aardig. De gesprekken die ik na afloop heb, zijn vaak geweldig. Ik zie bij collega’s die in meer Marvelachtige films spelen weleens dat kijkers soms minder respect hebben en de dynamiek minder gezond lijkt. Maar bij de projecten die ik nu doe, is dat absoluut geen probleem.” Nog een reden om arthouse boven Hollywood te verkiezen dus.