Met een tempratuur van 20,4 graden in De Bilt was het vrijdag de warmste 21 maart volgens de metingen van het KNMI. Dat meldt Weeronline. Het is daarmee de eerste officiële warme dag van het jaar, in Maastricht werd de hoogste tempratuur gemeten. Inmiddels is het al de vijfde maal dit jaar dat een dergelijk ‘dagrecord’ wordt verbroken. Zowel op 21 februari, als op 6, 7 en 8 maart werd een hogere temperatuur gemeten dan in voorgaande jaren.
Sinds 1990 zijn ruim 2,5 keer zoveel ‘warmste dagen ooit’ in De Bilt geweest als zonder klimaatverandering verwacht mocht worden. Dat berekende NRC in 2022 op basis van KNMI-data. Het was op driehonderd dagen warmer dan ooit, terwijl onder normale omstandigheden ‘slechts’ zo’n 113 keer een dagrecord zou zijn gebroken. Het gaat niet zozeer om hittegolven. „Juist de normale dagen worden ook wat warmer. Dat valt normaal gesproken niet zo snel op”, zei Peter Siegmund, klimaatexpert bij het KNMI destijds tegen NRC.
Het KNMI vermeldt op haar website dat het dagrecords enkel meldt als de tempraturen over een langere periode telkens worden overtroffen. „Vanwege het grillige karakter van het weer in ons land kan de temperatuur op iedere datum enorm variëren. De kans dat de temperatuur hoger of lager is dan de ruim honderd eerder opgetreden waardes op een bepaalde datum is aanzienlijk.”
Lees ook
NRC zette in 2022 de 300 warmterecords sinds 1990 op een rij
Minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) wil een ingrijpende hervorming van het kiesstelsel doorvoeren. 125 van de 150 Tweede Kamerleden moeten voortaan gekozen worden via een provinciale lijst. Dat schrijftRTL Nieuws.
Het medium zegt een nog niet gepubliceerd voorstel van Uitermark in handen te hebben dat daartoe aanzet. In de brief zou Uitermark voorstellen het land op te delen in twaalf kiesdistricten, die overeenkomen met de bestaande provincies. Zo zou volgens de minister de „worteling van de volksvertegenwoordiger in de samenleving” worden vergroot.
Een van de afspraken in het regeerprogramma van het kabinet-Schoof was dat er een nieuw kiesstelsel moet komen, dat „de regionale band tussen kiezers en gekozenen” versterkt.
Twaalf kiesdistricten met een eigen lijst
De kieslijsten voor de Tweede Kamerverkiezingen zijn nu in het hele land hetzelfde. Van Uitermark moeten de twaalf kiesdistricten voortaan ieder een eigen lijst krijgen, schrijft RTL Nieuws. Kandidaten zouden voortaan maar op één regionale lijst mogen staan. In de praktijk verwacht de minister dat dit ertoe leidt dat kandidaten zich verkiesbaar stellen in de provincie waar ze wonen of waar ze vandaan komen.
Hoeveel Kamerleden iedere provincie naar Den Haag kan sturen, zou afhangen van het aantal inwoners. Zo zou Zuid-Holland minimaal 28 zetels mogen vullen, en Noord-Holland 21. Op dit moment komen er relatief veel Kamerleden uit de Randstad, en relatief weinig uit provincies als Brabant en Gelderland.
De resterende 25 Kamerzetels zouden zogeheten vereffeningszetels moeten worden. Daarmee wil Uitermark voorkomen dat partijen in het nieuwe stelsel minder zetels krijgen dan in het huidige stelsel. De vereffeningszetels worden verdeeld op basis van het totaal aantal stemmen dat een partij in het hele land heeft behaald.
Huidige kiesstelsel scoort het slechtst
Hoe de bijna 30.000 stemgerechtigde Nederlanders in het Caribisch deel van het Koninkrijk in de plannen van Uitermark passen, wordt volgens RTL Nieuws uit het voorstel niet duidelijk. Ook de vraag wat er met de landelijke lijsttrekkers moet gebeuren, zou niet worden beantwoord.
De grondwet schrijft voor dat de Tweede Kamer „evenredig” moet worden gekozen. Minister Uitermark liet onderzoekers van de Universiteit Leiden, de Universiteit Twente en de Universiteit van Amsterdam eerder onderzoek doen naar verschillende kiesstelsels. Daaruit bleek dat het huidige kiesstelsel van alle opties het slechtst scoort op „geografische evenredigheid”.
De andere leden van het kabinet zouden de minister deze week hebben gevraagd steun voor haar voorstel te zoeken bij de coalitiepartijen.
Lees ook
Deze analyse van het voorstel voor een regionaal kiesstelsel bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023
Wethouders van Financiën zijn over het algemeen geen opgewonden standjes. En als geen ander weten ze dat je je op de tribune bij een debat in een volksvertegenwoordiging rustig hoort te gedragen. Maar deze woensdagmiddag in de Tweede Kamer sissen ze. Klinkt er hoongelach en diep gezucht. En op enig moment zelfs een verontwaardigd: „Dat kan niet!”
Met z’n honderdvijftigen zijn ze uit het hele land naar de Tweede Kamer gekomen voor een commissiedebat over ‘financiën decentrale overheden’. Of hoe het in gemeenteland wordt genoemd: het ravijn.
Vanaf 2026 krijgen gemeenten 2,4 miljard euro minder van het Rijk in het zogenoemde Gemeentefonds, wat goed is voor gemiddeld 70 procent van hun inkomsten. Daarbovenop speelt nog de financiering van de jeugdzorg: vrijwel alle gemeenten maken meer kosten dan het Rijk vergoedt. En daarbovenop speelt dat opeenvolgende kabinetten steeds meer taken naar de lokale overheden hebben overgeheveld, soms zonder bijpassende vergoeding.
De landelijke overheid en lokale overheden liggen inmiddels op dusdanige ramkoers over geld en taken dat als er half april in de Voorjaarsnota van het kabinet niet op z’n minst meer geld komt voor jeugdzorg, de gemeenten naar de rechter stappen. De ene bestuurslaag zou de ander dan aanklagen wegens ingebrekestelling.
Ook heroverwegen gemeenten deelname aan het woonakkoord (de plannen die zijn gemaakt om woningbouw te versnellen) en de zorgakkoorden (om gezondheidszorg goed en betaalbaar te houden). „Minder geld betekent minder doen”, aldus koepelorganisatie Vereniging Nederlandse Gemeenten vorige week.
Lees ook
In alle gemeenten is door geldgebrek ‘een auto-ongeluk in slow motion’ gaande
Lachgascilinders
Als je de wethouders naar voorbeelden vraagt van taken die ze volgens eigen zeggen „zonder knaken” doen, hebben ze die in overvloed, groot en klein. De Rijswijkse wethouder Werner van Damme (VVD) noemt lachgascilinders. Lachgas valt sinds 2023 onder de Opiumwet: „De politie is met 13 miljoen euro gecompenseerd om te handhaven. Wij moeten die cilinders opruimen, maar ze blijken te ontploffen in vuilniswagens en verbrandingsinstallaties. Wij krijgen geen extra geld.”
In Zwijndrecht is het gemeentehuis nu één dag in de week dicht, vertelt wethouder Tycho Jansen (ChristenUnie-SGP). Dat scheelt in de beveiligingskosten. Ruim 5 miljoen euro heeft deze gemeente al bezuinigd. Hij zegt: „We zijn verplicht uitkeringen één op één uit te keren. Structureel krijgen we daar te weinig geld voor.”
Driekwart van de gemeenten verwacht volgens accountantskantoor BDO de komende vier jaar een begrotingstekort, oplopend tot gezamenlijk 5,2 miljard euro. Uit onderzoek van NRC bleek vorige maand, op basis van brieven van de provincies, die toezicht houden op de gemeentelijke financiën, dat slechts 40 van de 342 gemeenten alle vier de jaren in hun meerjarenbegroting „structureel en reëel in evenwicht” krijgen, zoals wettelijk verplicht is.
Het ‘ravijn’ gaat gevolgen hebben voor alle voorzieningen in gemeenten. Bibliotheken en zwembaden worden vaak genoemd, maar daar is vaak al op bezuinigd. Lasten – meestal de onroerendezaakbelasting – zijn al verhoogd. Veel gemeenten verwachten komend najaar in de begroting voor 2026 hardere keuzes te moeten maken, en te moeten snijden in zaken als armoedebestrijding, veiligheid op straat of onderhoud van scholen, wegen en bruggen.
Lees ook
Lees ook over de financiën van Tiel
Wethouder Philip van Veller (VVD) uit Leidschendam-Voorburg zegt: „Ik snap dat de miljarden niet in de rondte vliegen, maar hun keuzes wentelen ze nu op ons af, en wij mogen dat aan de inwoners gaan uitleggen.” Eva Boswinkel (GroenLinks) uit Zutphen zegt: „Ik voel dat ik mijn inwoners moet beschermen tegen de rijksoverheid.” Hanneke Steen (CDA) uit Hengelo: „Het allerergste is dat we hier moeten zijn om onze hand op te houden.”
Zo druk is het dat de wethouders deze woensdag niet in de zaal passen en er reserveruimtes moeten worden ingericht. Hun actiebordjes en buttons hebben ze moeten afgeven.
Inspanningen
Minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) zegt „de zorgen te begrijpen”. „Die zijn luid en duidelijk bij mij overgekomen.” Ze zegt „stappen” te zullen nemen en „inspanningen” te zullen doen. Ze zal vooral „de problemen nogmaals naar voren brengen” in het kabinet. Als minister is zij verantwoordelijk voor de mede-overheden, maar níét voor hoeveel geld er in het Gemeentefonds komt (dat is aan de staatssecretaris van Financiën) of welke taken er allemaal naar lokale overheden gaan (dat is aan andere ministers).
Tweede Kamerlid André Flach (SGP) zegt dat het dus „appeltje, eitje” moet zijn om meer geld te regelen. Andere ministers willen immers hun ambities waarmaken, en voor woningbouw of de energietransitie kunnen die niet zonder gemeenten worden gerealiseerd.
De oppositie is eensgezind: het is „code rood” (Glimina Chakor, GroenLinks-PvdA) in de gemeenten, er dreigt een „sociale kaalslag (Michiel van Nispen, SP) en de „basis van onze samenleving wordt uitgehold” (Mirjam Bikker, ChristenUnie).
De coalitie is verdeeld. Waar Natascha Wingelaar van NSC het heeft over „verschillende perspectieven op het ravijn”, Aukje de Vries van de VVD zegt dat er „heel veel uitdagingen zijn”, ook bijvoorbeeld bij defensie, en Marco Deen (PVV) zegt dat er „eenmaal keuzes gemaakt moeten worden”, schaart Henk Vermeer van de BBB zich achter de zorgen van de wethouders.
Vermeer zegt: „Een ravijn suggereert dat je er uit kunt klauteren, maar dat is hier niet zo. Aan de andere kant is een vlakte. Dit is niet anders op te lossen dan met structureel geld voor gemeenten.” Dan heeft hij het over „serieus geld”.
Uitermark blijft terughoudend. Ze heeft het niet over een bezuiniging maar over „een terugval” in inkomsten. Ze erkent dat er „een disbalans is”, maar wil niet vooruitlopen op de Voorjaarsnota, noch vertellen of en hoeveel geld ze heeft gevraagd van het ministerie van Financiën voor deze herziening op de begroting van 2025. De wethouders hadden dat ook eigenlijk niet verwacht.
Lees ook
‘De gemeenten 3 miljard korten, gaat álle ministeries pijn doen’
Gezeten op de voorste rij keek Jair Bolsonaro de hoge rechters die moesten beslissen over zijn mogelijke vervolging dinsdag zwijgend, maar strak in de ogen. Woensdag, de dag dat zij hun eindoordeel zouden vellen, was de Braziliaanse ex-president daarentegen niet aanwezig. Wilde de ultrarechtse politicus het besluit van het Hooggerechtshof niet aanhoren? Of was hij bang om meteen vastgezet te worden?
Het oordeel van het Hof was in ieder geval unaniem. Vijf hoge rechters oordeelden dat er voldoende grond is om Bolsonaro en zeven andere regeringskopstukken en hoge ex-militairen te vervolgen voor het veronderstelde beramen van een staatgreep. Eind 2022 zouden de uitgaande president en consorten tot in detail een moordcomplot en coup hebben voorbereid tegen de man van wie Bolsonaro enkele weken daarvoor de verkiezingen had verloren: de huidige sociaal-democratische president Lula da Silva. Met hun ‘Operatie Groen-Gele Dolk’ zouden ze daarnaast Lula’s vicepresident Alckmin en de prominente hoge rechter Alexandre de Moraes uit de weg hebben willen ruimen.
Aartsvijand
Brazilië kan zich gaan opmaken voor een historisch proces, mogelijk nog voor het einde van dit jaar. En hoewel andere vermeende putschisten al vastzitten, mag de ex-president zijn strafproces in vrijheid afwachten, oordeelde het Hof woensdag. Het vluchtgevaar zou immers klein zijn: Bolsonaro heeft zijn paspoort vorig jaar al moeten inleveren. En hoe eerder het proces kan aftrappen, hoe minder dit de presidentsverkiezingen van eind 2026 zal beïnvloeden.
Na afloop van de uitspraak, sprak Bolsonaro geëmotioneerd zijn aanhang en de pers toe. Met overslaande stem bekritiseerde hij het Hof en noemde de aantijgingen tegen hem ,,ongefundeerd”. Bolsonaro en zijn advocaat ontkennen niet dat er plannen voor een militaire machtsgreep circuleerden, maar wel dat de toenmalige president er van op de hoogte was.
Lees ook
Bolsonaro beraamde coup na zijn nederlaag, stelt Braziliaanse politie – zijn opvolger stond op een dodenlijst
Ook voor de bestorming van overheidsgebouwen door zijn aanhangers – op 8 januari 2023, een week na Lula’s beëdiging – zou Bolsonaro een alibi hebben, omdat hij die dag in de Verenigde Staten zat. „Ik heb altijd volgens de wet gehandeld en ben nooit in overtreding geweest.”
Bolsonaro’s aartsvijand Alexandre de Moraes – die hem als voorzitter van de Kiesraad en hoge rechter al jaren dwarszit, hem veroordeelde in andere zaken en ook deze coupzaak overziet – hield een heel ander verhaal. Hij stelde dat de uitgaande president wel degelijk nauw betrokken was bij de voorbereidingen van de nooit uitgevoerde coup.
Onze democratie stond op het spel
De Moraes liet onder meer beelden zien van de bestorming van overheidsgebouwen door bolsonaristas en de vernielingen die zij aanrichtten. „Onze democratie stond op het spel”, bracht De Moraes in herinnering. Andere hoge rechters vergeleken het coupplan met de opmaat naar de laatste militaire dictatuur in Brazilië (1964-1985), die oud-legerkapitein Bolsonaro al jaren verheerlijkt.
Brazilië gaat nu een onzekere tijd tegemoet. Als hij wordt veroordeeld voor alle strafbare feiten die op tafel liggen, kan hij minimaal twaalf en maximaal veertig jaar celstraf krijgen. Zijn aanhangers probeert hij er tijdens optredens en via zijn eigen sociale-mediakanalen al jaren van te overtuigen dat hij slachtoffer is van vijandig politiek en juridisch systeem. „De rechters zijn dictators, met als grootste dictator Alexandre de Moraes.”
Demonstraties
Mocht Bolsonaro in de gevangenis belanden, is de kans groot dat hij vermoord wordt, houdt hij zijn achterban voor. „Ze gaan me proberen te vergiftigen, daar ben ik van overtuigd. Ik zal sterven in de gevangenis”, aldus de ex-president, die hoopt op empathie, medelijden en misschien ook wel actie van zijn aanhangers.
Bolsonaro heeft een trouwe aanhang, die hij de komende tijd verder zal proberen te mobiliseren. Tegelijkertijd viel de opkomst bij een steunbetoging, vorige week in Rio de Janeiro, tegen . Bolsonaro rekende vooraf op een half miljoen demonstranten; dit werden er slechts 18.000, volgens de lokale autoriteiten. Bij een volgende manifestatie, begin april in São Paulo, de grootste stad van Brazilië, hoopt Bolsonaro meer aanhangers op de been te krijgen.
Lees ook
Zoon van Bolsonaro zoekt steun van Trump en Musk bij strijd tegen Braziliaanse justitie